Hugo-Jan Ruts 25 januari 2016 3 reacties Print De Belastingdienst als opdrachtgever van zzp’ers. Inzicht in hoe ze hun eigen regels toepassen.Hoe gaat de Belastingdienst zelf op met termen als gezag en vrije vervanging wanneer ze zelf zzp’ers inhuren? Een interessant inzicht als reactie op Kamervragen. De Belastingdienst huurt momenteel rechtstreeks 111 zzp’ers in. Naast zzp’ers die via bureaus ingehuurd worden. Ook voor de Belastingdienst is het schipperen met de regels rond inhuur, die ze zelf moeten controleren bij anderen. Zo blijkt wel het antwoord van Staatssecretaris Wiebes op kamervragen van Kamerlid Norbert Klein (Groep Klein). Een interessante timing, nu net morgen in de Eerste Kamer het debat over de Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (Wet DBA) op de rol staat. Vrije vervanging De vragen van Klein spitsten zich toe over de manier waarop de Belastingdienst en het Ministerie van Financiën omgaan met ‘persoonlijke arbeid’ en ‘gezag’. Heikele punten rond het inhuur van zzp’ers. Immers indien een relatie tussen opdrachtgever en opdrachtnemer gekoppeld is aan één persoon (de opdracht mag dus niet door iemand anders worden uitgevoerd) en de opdrachtnemer (de zzp’er) heeft een gezagsrelatie met de opdrachtgever (moet instructie opvolgen), dan kan die relatie beoordeeld worden als een arbeidsrelatie. Weg zzp status. Deze discussie wordt relevanter nu de vrijwarende werking die de VAR (de verklaring arbeidsrelatie) mogelijk gaat verdwijnen als gevolg van de Wet DBA. Des te interessanter dus om te zien hoe de Belastingdienst van Wiebes zelf en het Ministerie met deze heikele punten omgaan. Punten die je ‘rekkelijk’ en ‘precies’ kunt uitleggen. Wiebes schrijft: “Opdrachtnemers die worden ingehuurd door het Ministerie van Financiën mogen zich slechts bij uitzondering laten vervangen. De mogelijkheid voor een opdrachtnemer om zich bij uitzondering te laten vervangen is geregeld in artikel 6, “Vervanging personen die belast zijn met de uitvoering van de Diensten” van de raamovereenkomst ARVODI-2014. Zo kan op grond van dit artikel een opdrachtnemer die belast is met de uitvoering van de diensten zich alleen na voorafgaande toestemming van de opdrachtgever tijdelijk of definitief laten vervangen.” Ook voor zzp’ers bij de Belastingdienst geldt deze raamovereenkomst waarin staat dat “Vervanging van personen die zijn belast met de uitvoering van de Diensten, kan door Opdrachtnemer slechts bij uitzondering plaatsvinden.”. Je laten vervangen is dus niet zo gemakkelijk. Dat maakt dat het al snel ‘persoonlijke arbeid’ is. Interessant is dat Wiebes zelf ook stelt dat gehanteerde voorwaarden van de Belastingdienst “in fiscale zin onvoldoende om te kunnen spreken van vrije vervanging. De verplichting om de arbeid “persoonlijk” te verrichten is net als het betalen van loon aan de werknemer en het bestaan van werkgeversgezag een wezenlijk kenmerk van een arbeidsovereenkomst”. Maar, voegt hij er aan toe, “aangezien dit cumulatieve voorwaarden zijn, leidt het enkele feit dat een zzp’er zich niet vrij mag laten vervangen niet direct tot de conclusie dat sprake is van een dienstbetrekking. Ook als (echte) vrije vervanging niet is toegestaan zoals in de situatie van de Belastingdienst, het Ministerie van Financiën en het UWV, maar er bijvoorbeeld geen sprake is van werkgeversgezag, is de arbeidsverhouding geen dienstbetrekking en is er wel sprake van een zzp’er.” Geen onredelijke uitleg, maar wel een ‘rekkelijke’ uitleg. Logisch, immers een strakke hantering van ‘vrije vervanging’ is zeker bij zelfstandige professionals nauwelijks hanteerbaar. Dus gaan veel opdrachtgevers daar zo mee om. Wel prettig om te weten dat ook de Belastingdienst daar zelf zo tegen aan kijkt voor haar eigen inhuur. Best aardig argument mocht dit ook tot conflict leiden met diezelfde Belastingdienst. Gezagsrelatie Deze manier van omgaan met de (beperkte) mogelijkheid van vervanging, maakt des te belangrijker hoe het punt van ‘gezag’ wordt gehanteerd. Immers je kan niet aan alle kanten de marges van de wet op zoeken. Wiebes schrijft dat de Belastingdienst en het Ministerie momenteel niet heel erg letten op het feit of er een gezagsrelatie is. Immers, ze gaan uit van de vrijwarrende werking van de VAR. “Binnen de huidige VAR systematiek zijn er voor de opdrachtgever geen prikkels om te toetsen of, ondanks de VAR-wuo, feitelijk toch sprake is van een dienstbetrekking.” Om te vervolgen met de constatering dat “de Belastingdienst, het Ministerie van Financiën en het UWV zullen, net als andere opdrachtgevers, na inwerkingtreding van de Wet DBA in hun processen moeten borgen dat er ook feitelijk geen sprake is van een dienstbetrekking.” Met een knipoog sluit Wiebes af met de zin “door het nieuwe systeem van (model)overeenkomsten is dit eenvoudiger in te richten en te toetsen.” Morgen zal in het debat duidelijker worden of dat nieuwe systeem er ook gaat komen. Nog een kleine nabrander: Het wachten is nog op de modelovereenkomst waar de overheid zelf mee gaat werken. Had m.i. slim geweest als Wiebes daar al gelijk mee was gekomen om zo een stuk regie te houden die hij nu kwijt is: ‘lead by example’. Actualiteiten rond de Wet DBA kunt u volgen en teruglezen in dit ZiP-dossier, met daarin onder andere een uitvoerige Whitepaper: 12 punten die elke zelfstandige, opdrachtgever en bemiddelaar moet weten over de Wet DBA. inhuur, Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties Print Over de auteur Over Hugo-Jan Ruts Hugo-Jan Ruts is 'editor-in-chief' en uitgever van ZiPconomy. Bekijk alle berichten van Hugo-Jan Ruts
Ik ben wel benieuwd hoe je je bijvoorbeeld als interimmer kunt onttrekken aan een gezagsrelatie. Het is vast niet de bedoeling dat je het in een functie in een hierarchie ineens geheel zelf mag bepalen. Denk ook aan praktische zaken als ‘verplichte’ vormen van documentregistratie of de apparatuur die je mag gebruiken etc. Wel toetsen bij de belastingdienst zal al snel tot een onwenselijke conclusie leiden!
Nicole, Dit is inderdaad best lastig, maar in de praktijk dealen opdrachtgevers en 100’den interimmers dan nu ook mee. Simpelweg: daar moet binnen de modelovereenkomsten een oplossing voor komen. De BV nl kan simpelweg niet zonder deze groep. Er zijn ook wel uitspraken gedaan door de rechter die wat richting geven. Instructies geven over het gewenste eindresultaat mag, zonder dat dat tot een arbeidsrelatie leidt. Instructie geven hoe dat eindresultaat bereikt moet worden mag dan weer niet. In de modelovereenkomst voor de bouw staat expliciet dat een zzp’er zijn eigen gereedschap moet gebruiken; dat betekent nog niet per se dat interimmers bijvoorbeeld niet op computers van opdrachtgevers mogen werken. Je zal in bespreking van modelovereenkomst wel duidelijk moeten maken dat dat niet anders kan. Voordeel is dat wel dat je daarover vooraf duidelijkheid hebt. Ik denk overigens dat dit zzp’ers bij de belastingdienst ook niet met hun eigen laptopjes naar binnen mogen… Een van de grootste manco’s van deze Wet is dat de onderliggende regels over gezag/persoonlijke arbeid nog steeds stammen uit 1964, terwijl de manier waarop we werken natuurlijk in die 52 jaar fors is veranderd. m Hugo-Jan
En wat te denken van de categorie “Gedetacheerde ZZPers” (bijna hetzelfde als interimmers denk ik)? Voor die groep zal het ook heel lastig worden om aan te tonen dat ze niet in een gezagsverhouding zitten met hun “opdrachtgever”, vaak maken ze onderdeel uit van (scrum) projectteams, waarin ook vaak vaste medewerkers van de opdrachtgever zelf zitten. Het lijkt me dat je dan als gedetacheerde maar weinig bewegingsruimte hebt, je werkt dan binnen de kaders van de opdracht, en die zijn strakker dan alleen het vastgelegde eindresultaat. Van die gedetacheerde zzpers zitten er bij de bdienst vast ook genoeg 😉