"Exploring the future of work & the freelance economy"
SLUIT MENU

Dringende oproep aan Staatssecretaris Wiebes: Behoud de VAR!

Kent u dat verhaal van de Beschikking Geen Loonheffing (BGL) die zou komen? Hij kwam niet!

_KV81511-bewerkt
Tjako Streefland

Hoe zat het ook al weer? De BGL moest de Verklaring arbeidsrelatie (VAR) gaan vervangen. De VAR was op instigatie van politiek Den Haag reeds begonnen aan haar afscheidstournee. Na anderhalf decennium trouwe dienst zou de VAR plaats gaan maken voor de BGL. Hoewel de BGL al enige tijd langs de zijlijn aan het warmlopen was, bleef de definitieve wissel nog steeds uit. En van uitstel komt dikwijls afstel, nietwaar? Het met de nodige tamtam aangezegde wetsvoorstel BGL is onlangs afgeserveerd en naar de prullenbak verwezen.

In plaats daarvan komt er een methodiek waarbij opdrachtgever en opdrachtnemer hun overeenkomst van opdracht voorleggen aan de Belastingdienst, teneinde deze een oordeel te laten vellen over het contract. Indien uit de overeenkomst geen inhoudingsplicht voor de loonheffing voortvloeit, zal de Belastingdienst dit schriftelijk bevestigen. Partijen kunnen hieraan zekerheid ontlenen voor een bepaalde duur, waarbij volgens de Staatssecretaris gedacht wordt aan een termijn van vijf jaar. In plaats van een maatwerkovereenkomst, kunnen opdrachtgever en opdrachtnemer ook aansluiten bij een (sector)modelovereenkomst, die in het najaar zal worden gepubliceerd op de site van de Belastingdienst. Gebruikmaking van deze verbintenis voorziet in fiscale en sociaalrechtelijke zekerheid voor opdrachtgever en opdrachtnemer. Het is de bedoeling dat deze nieuwe systematiek per 1 januari 2016 wordt ingevoerd. Om de overgang naar de nieuwe wettelijke regeling zo soepel mogelijk te laten verlopen en rechtszekerheid te bieden aan zzp’ers die reeds over een VAR 2014 beschikken, is de VAR 2014, hangende de wettelijke behandeling, ook geldig verklaard voor het jaar 2015. De termijn van deze verlengde geldigheidsduur is afhankelijk gesteld van de besluitvorming in Den Haag. Vooralsnog weet de good old VAR niet van wijken.

In het kort ga ik  in op het begrip zzp’er, de VAR, de kansloos gebleken BGL en diens opvolger.

Zzp’er

Vandaag de dag is de zzp’er niet meer weg te denken uit het economisch verkeer. In 2014 kwamen er 50.000 nieuwe zzp’ers bij. Daarmee komt het totaal op circa 880.000 zzp’ers, zo blijkt uit cijfers van de Kamer van Koophandel. Een verdubbeling (!) ten opzichte van vijf jaar geleden. Een definitie van de zzp’er is niet in de wet vastgelegd. De bekendheid van de zzp’er heeft een vlucht genomen dankzij de dienstensector. De zzp’er staat synoniem voor freelancer. Freelance is een benaming die voor het eerst gebruikt werd door Sir Walter Scott, in zijn beroemde ridderepos Ivanhoe. Sir Walter Scott beschreef in het verhaal een middeleeuwse huursoldaat wiens speer (‘lance’) niet aan enig landheer toebehoorde, maar zijn diensten beschikbaar stelde voor geld. Populair gezegd: een huurling. Later is de term in onze taal overgenomen en getransformeerd in een zelfstandige ondernemer zonder vast (dienst)verband.

VAR

De VAR stamt uit 2001. De VAR is een verklaring van de Belastingdienst die voor opdrachtgever en opdrachtnemer zekerheid vooraf verschaft over de fiscale en sociaal-zekerheidsrechtelijke kwalificatie van de arbeidsrelatie. De VAR kent vier verschijningsvormen: 1. winst (VAR-WUO), 2.  loon (VAR-loon), 3. resultaat uit overige werkzaamheden (VAR-ROW) en 4. inkomsten uit werkzaamheden voor rekening en risico van een vennootschap (VAR-DGA).

Feitelijk garanderen alleen de VAR-WUO en VAR-DGA fiscale amnestie voor de opdrachtgever. Kan een opdrachtnemer een VAR-WUO of VAR-DGA overleggen en wordt tevens voldaan aan de overige administratieve vereisten, dan heeft de opdrachtgever de zekerheid dat hij geen loonheffingen op het honorarium van de opdrachtnemer behoeft in te houden. Voor de opdrachtnemer is die zekerheid er ook, zij het dat deze begrensd is. In de situatie dat de feitelijke omstandigheden namelijk afwijken van de door opdrachtnemer in de VAR-aanvraag gepresenteerde omstandigheden, kan de Belastingdienst de VAR herzien. De uit deze herziening voorvloeiende naheffingen zijn voor rekening van de opdrachtnemer.

BGL (oud)

De BGL fungeerde enige tijd als de Kroonprins die was voorbestemd om de VAR op te volgen. Belangrijkste veranderingen van de BGL -die er nooit zal komen- ten opzichte van de VAR waren:

  1. één BGL tegenover de huidige vier VAR-varianten;
  2. introductie van een co-verantwoordelijkheid voor de opdrachtgever.

Onderliggende gedachte: een verruiming van de handhavingsmogelijkheden voor de fiscus. Het bestrijden van schijnconstructies en vergroting van het handhavingsinstrumentarium is ook het Leitmotiv in het nu op tafel liggende alternatief voor de BGL. Het op 19 september 2014 ingediende wetsvoorstel Beschikking Geen Loonheffing ontmoette weinig enthousiasme bij de Tweede Kamer, die de behandeling van het wetsvoorstel dan ook tot nader order uitstelde. Ook werd de Staatssecretaris verzocht alternatieven voor de BGL te onderzoeken. Al snel kwam naar buiten dat een alternatief voorstel van zzp-organisaties in onderzoek was. Voorts vond overleg plaats met de organisaties die de alternatieven hadden aangedragen.

Geen VAR, geen BGL, maar alternatief

De BGL is inmiddels geschiedenis. Het wetvoorstel vond zijn Waterloo op 20 april jl. toen de Staatssecretaris per brief bekend maakte dat de BGL er niet ging komen. Het voorgestelde alternatief is nu om met modelovereenkomsten te gaan werken, ter vervanging van de naar de prullenmand verwezen BGL én de huidige VAR. Als op basis van een goedgekeurde modelovereenkomst door een opdrachtnemer werkzaamheden ten behoeve van zijn opdrachtgever worden uitgevoerd, dan is de opdrachtgever gevrijwaard van inhouding van loonheffingen. Biedt gebruikmaking van een modelovereenkomst geen soelaas, dan kunnen opdrachtgever en opdrachtnemer ervoor kiezen een eigen overeenkomst ter goedkeuring voor te leggen aan de Belastingdienst. De garantie op het achterwege blijven van loonheffingen wordt naar verwachting voor een periode van vijf jaar verkregen, indien en zover de werkzaamheden conform de overeenkomst worden verricht. Uitspraken van de rechter kunnen aanleiding zijn om een eerder goedgekeurde overeenkomst voor de toekomst te herroepen.

De modelovereenkomsten zullen naar verluidt met de nodige voortvarendheid worden ontwikkeld. Medio oktober zullen een veertigtal modelovereenkomsten op de site van de Belastingdienst zijn geplaatst. De modelovereenkomst is overigens niet voor iedere arbeidsrelatie het tovermiddel. Zeker als in ogenschouw wordt genomen dat veel intermediairs en opdrachtgevers gebruik maken van overeenkomsten die veel meer regelen dan louter de zelfstandigheid van de opdrachtnemer  Ook kan het gaan om contracten die al jaren verankerd zijn in het verkeer tussen opdrachtnemer en opdrachtgever.

Het voorleggen van een zelf geconcipieerde overeenkomst zal een behandelingstijd van zes weken met zich meebrengen aldus de Staatssecretaris. Heel wat anders dus dan de praktijk van de VAR-aanvraag, die in de regel binnen vijf werkdagen werd afgegeven. Het valt nog te bezien of die zes weken haalbaar zijn voor de Belastingdienst. De praktijk wijst uit dat sedert de Vinkenslag-affaire-u weet wel, die ondernemers die een ruling met de fiscus hadden gesloten over een belastingtarief van 3%-  een verzoek om een standpunt regelmatig een bestendige bezigheid vormt. Daarbij heeft het verleden aangetoond dat de Belastingdienst niet altijd even goed raad weet met nieuwe werkprocessen.

Beter ten halve gekeerd

Waartoe dient deze structuurwijziging? Natuurlijk, schijnconstructies moeten worden bestreden. Ook valt er wat te zeggen voor de introductie van een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor opdrachtgever en diens opdrachtnemer. Maar wordt hiermee een soepel economisch transactieverkeer tussen opdrachtgever en opdrachtnemer gediend? Is het middel niet erger dan de kwaal? En wat is die kwaal dan precies? Actal, het gezaghebbende adviescollege dat regeldruk toetst, stelt in een recente brief aan de Staatssecretaris deze vraag aan de orde en geeft aan dat de omvang van de problematiek van de schijnzelfstandigheid niet kan worden vastgesteld. Als gevolg daarvan is het niet mogelijk de proportionaliteit van de voorgestelde nieuwe regeling te toetsen.

De Staatssecretaris schermt verder met lagere perceptiekosten, maar wederom Actal stipt aan dat de extra administratieve lasten van opdrachtgevers- en nemers niet zijn becijferd. Kortom: niet duidelijk is of het alternatief voor de BGL de in Den Haag zo begeerde sprong voorwaarts is.

Tenslotte

De zzp-ers zijn de smeerolie van onze bloeiende diensteneconomie. De grens tussen zelfstandige arbeid en werknemerschap kan nu eenmaal diffuus zijn.  Het speelveld overziend, wettigt de vraag of we niet gewoon de VAR moeten houden. Zeker zolang niet duidelijkheid is wat de omvang het probleem van schijnzelfstandigheid is. De behandeling van de VAR ten burele van de Belastingdienst loopt in de regel als een trein. Met enkele aanpassingen moet het heel wel mogelijk de hoofddoelstellingen van het nu voorliggende wetsvoorstel –tegengaan van schijnzelfstandigheid én verbetering van de handhaving- goed te regelen. Dat moet wel aan de voorkant gebeuren, teneinde geen wissel te trekken op de rechtszekerheid van de bonafide opdrachtgever- en nemer.  Dit kan bijvoorbeeld middels een set additionele vragen op het VAR-aanvraagformulier. Tegelijkertijd is het Kabinet druk doende met het ontwikkelen van beleid en regelgeving die de verschillen tussen zzp-ers en werknemers in fiscale zin te verkleinen. Actal geeft ook aan dat het verkleinen van fiscale prikkels een rol kan spelen in de bestrijding van de schijnzelfstandigheid. Dit alles in combinatie met een sterke VAR, verdient de voorkeur boven nieuwe regelgeving.

Mr Tjako J.J.J. Streefland is fiscaal jurist en eigenaar van Taxpartners. Naast zijn fiscale advieswerk, is hij vaste columnist bij het blad Accountancy Vanmorgen en is hij gastcolumnist van Brainnet.  Brainnet voert voor haar klanten het gehele inhuurproces uit in de rol van Managed Service Provider, Intermediair of Contractmanager.

Ondernemerschap en regelgevig

ZiPconomy geeft ruimte aan auteurs die eenmalig een artikel willen plaatsen op ZiPconomy. Naam en functie van deze gastbloggers worden onder het artikel vermeld. Bekijk alle berichten van Gastblogger