"Exploring the future of work & the freelance economy"
SLUIT MENU

De Waarde van de ZP’er. Deel 1: De zzp’er bestaat niet

Wat is de werkelijke waarde van de zp’er? In een serie artikelen onder die titel gaan Liesbeth Ruoff en Niels Huismans – met u als lezer – op zoek naar de werkelijke waarde van de ZP’er. Aan de hand van een aantal stevige stellingen. Vandaag hun openingsartikel: Dé zzp’er bestaat niet!

waardevandezp_logo.jpgDe zelfstandig professional mag zich verheugen nu de aandacht van politici, opiniemakers, experts en columnisten groeit. Of ze die zp’ers altijd naar waarde schatten, is de vraag. Bij veel organisaties zijn ze onderdeel van het human capital, maar ook daar worden deze humans niet altijd als capital gezien.

Wat is de werkelijke waarde van de zp’er? Wat willen zij zelf als het gaat om discussies rond vast en flex? Zitten ze bijvoorbeeld te wachten op sociale voorzieningen? Zitten het kabinet en experts wel op de juiste koers? Het zijn relevante vragen over de toekomst van de arbeidsmarkt en de markt voor zelfstandig professionals. De antwoorden van de zp’ers zelf op deze vragen worden vaak vergeten.

In een serie artikelen onder de titel ‘De waarde van de zp’er’ gaan Liesbeth Ruoff en Niels Huismans wel op deze vragen in. De komende weken bespreken ze op ZiPconomy de antwoorden op vragen die ze zp’ers voorlegden.  Zo maken ze inzichtelijk wat nu echt de waarde van zp’ers is en zetten dit ook in perspectief in de bredere discussie die gevoerd wordt omtrent de gehele zzp populatie.

Als openingsartikel, stellen ze vandaag: Dé zzp’er bestaat niet!

De kosten van de zzp’er

Hoewel de Europese Commissie (zo berichtte het Financieel Dagblad op 6-11-2015) in geen jaren zo positief was over de economische situatie in Nederland, loopt de economie niet lekker (zo schreef het Financieel Dagblad op 6 november.) We groeien niet voldoende, we zijn niet innovatief genoeg en als de huidige trend van groei in de flexibilisering van de arbeidsmarkt doorzet, ontvangen we te weinig premies wat een tekort op de overheidsbegroting oplevert. Dat laatste berekende ZZP Barometer in 2014.

Een reden daarvoor is dat de het aantal zzp’ers de afgelopen vijftien jaar is verdubbeld. Zo stelt het IBO-rapport Zelfstandigen zonder personeel van het ministerie van Sociale Zaken uit oktober vorig jaar dat de opkomst van zzp’ers per saldo gepaard gaat met een beperkte toename van de uitgaven en een afname van de inkomsten in de overheidsfinanciën. Daar staan in beperkte mate positieve externe effecten, zoals innovatie en werkgelegenheid tegenover. Het effect van de groei van het aantal zzp’ers op de overheidsfinanciën is daarom per saldo zeer waarschijnlijk negatief.

Het bekendste voorbeeld hiervan is PostNL, dat werknemers ontslaat en terug in dienst neemt onder het plakplaatje zzp’er. Daarmee is PostNL goedkoper uit, terwijl de postbode zijn inkomen op niveau weet te houden door de ruimhartige zelfstandigenaftrek. Bij ziekte kan de postbode in de bijstand belanden. Zo kan de rest van het land voor de kosten opdraaien die eigenlijk gedragen zouden moeten worden door de werkgever.

De zzp’er als zondebok

De zzp’er is het afgelopen jaar neergezet als de zondebok voor een aantal problemen op de arbeidsmarkt en binnen de economie. Er werd het beeld geschetst dat de arbeidsmarkt beter zou functioneren en de economie vanzelf beter zou draaien als we het aantal zzp’ers zouden terugdringen.

Binnen het kabinet maakt de PvdA zich ernstige zorgen over het verlies van vaste banen, circa 600.000 sinds 2008, tegenover een toename van het aantal zzp’ers. Deze bezorgdheid wordt verpakt door te spreken van de houdbaarheid van het sociale stelsel en een verkeerde balans in de inkomsten uit arbeid welke grote impact heeft op de overheidsfinanciën. Met de wet Werk en Zekerheid (WWZ), ( what’s in a  name?) streeft het kabinet bijvoorbeeld naar een structurele verbetering van de arbeidsmarkt en de sociale zekerheid. Het kabinet stelt dat een goed werkende en fatsoenlijke arbeidsmarkt van groot belang is voor economische groei. De huidige arbeidsmarkt voldoet niet aan de wensen en eisen van de 21e eeuw. Met de WWZ en andere initiatieven streeft de overheid ernaar het aantal zzp’ers terug te dringen.

Wij vragen ons af of dit nu wel de juiste aanpak is.

De overheid wil het voor werkgevers zo aantrekkelijk mogelijk maken om medewerkers in vaste dienst te nemen en te houden. Maar wil het beschikbare arbeidspotentieel wel in vaste dienst bij een werkgever en wordt onze economie daar sterker van? Is iedereen wel uit op een vast dienstverband met één werkgever, een hiërarchische structuur en vaste werktijden? Kan aan de andere kant een organisatie wel iedere werknemer 40 uur per week, jaar in jaar uit, passend werk bieden dat in lijn ligt met zijn of haar competenties en vaardigheden? Dit zijn vragen waar de overheid aan voorbij lijkt te gaan in haar beleid.

Waarom ben jij (ooit) begonnen als zelfstandige? (quotes uit eerdere vragenlijst) 
·         Zelf je opdrachtgevers kiezen en kwaliteitsniveau van je dienstverlening bepalen.

·         Omdat ik inhoudelijk precies doen wat ik in wilde: een combinatie van design en communicatie.

·         De mogelijkheid om inhoudelijk mijn eigen koers te volgen.

·         Geen gezeur meer over reorganisaties en andere HR-aangelegenheden.

·         Ik krijg geen vaste baan meer vanwege mijn medisch dossier

Onderzoek

Om ons gevoel te toetsen en antwoord op bovenstaande vragen te krijgen hebben we in de tweede helft van vorig jaar een onderzoek uitgezet binnen de populaties van hoogopgeleide zelfstandigen van platform ZZP Barometer en Sourcingspartij FastFlex. Bijna duizend zp’ers vulden de vragenlijst in. Op grond van die input zijn we verder gegaan met onze zoektocht naar antwoorden die ook daadwerkelijk onderbouwd worden.

In onze zoektocht wilden we allereerst toetsen wat nu eigenlijk wordt verstaan onder de term ‘de arbeidsmarkt’. Een vaak voorkomende omschrijving van de Nederlandse arbeidsmarkt komt van prof. J.J.B.M. Hoof, die het in zijn afscheidsrede uit 2007 zo beschreef:

“De arbeidsmarkt is een economische en sociologische benaming voor de interactie tussen vraag naar en aanbod van arbeidskrachten. Er is geen sprake van een daadwerkelijke centrale, gereguleerde marktplaats waarop vragers en aanbieders elkaar fysiek ontmoeten, maar is er sprake van een abstracte markt. Hier zijn uitzonderingen op. Zo zijn er soms plaatselijk door een gemeente of een arbeidsbureau banenmarkten georganiseerd, veelal exclusief gericht op werklozen.

In zijn kijk op het arbeidsbestel spreekt hij ook over arbeidsverhoudingen en de arbeidsrelatie.

Nieuwe arbeidrelaties in de flexonomie

Onze resultaten en bovenstaande kijk op de arbeidsmarkt hebben ons er toe gebracht geen discussie te voeren over ondernemerschap, dienstverband, schijnconstructies of gedwongen zelfstandigheid. We denken dat we ons sterk zouden moeten maken voor een arbeidsbestel waarin nieuwe vormen van arbeidsrelaties mogelijk zijn zodat een flexonomie kan ontstaan. In een flexonomie stimuleren we dat mensen werken.

We zien een arbeidsmarkt waarin de arbeidskracht centraal staat,  waar vraag en aanbod elkaar treffen en afhankelijk van de opdrachten en/of projecten én afhankelijk van de eisen en wensen van de arbeidskracht, een arbeidsrelatie ontstaat die zodanig wordt geformuleerd dat de opdracht zo goed mogelijk kan worden vervuld en het beste aansluit bij die eisen en wensen van de arbeidskracht. De relatie die zij vervolgens aangaan, mag niet bepalend zijn voor de essentiële arbeidsvoorwaarden en perspectieven. Bepalend voor die relatie zijn bijvoorbeeld kwaliteit, positie, rol, taak en/of opdracht. Binnen de flexonomie gaat het om het vinden van een juiste balans tussen flexibiliteit en zekerheid voor werkgever en werknemer binnen de arbeidsmarkt.

De komende weken gaan we aan de hand van een vijftal stellingen, die onder andere gebaseerd zijn op de uitkomsten van het IBO ZZP-rapport, de antwoorden van de respondenten bekijken en bespreken op dit platform.

Discussie

Om de discussie over de stellingen nog beter te kunnen voeren, peilen we ook de mening van de lezers van ZiPconomy, door een aantal stellingen steeds vooraf te publiceren. Op die manier kunnen we ook uw inkijk meenemen in de discussie.

De volgende stellingen zullen in deze serie aan bod komen:

  • Het huidige kabinet, maar ook zijn voorgangers, heeft een onjuist beeld van hoe het er echt aan toegaat op de arbeidsmarkt.
  • De groei van het aantal zelfstandigen creëert nieuwe werkgelegenheid en is niet ten koste gegaan van het aantal vaste medewerkers.
  • Externen worden daar ingezet waar nieuwe, vaak innovatieve, projecten binnen de organisatie opgestart worden en waarvan er intern nog geen expertise beschikbaar is.
  • Zp’ers & zzp’ers zijn niet arm en doen weinig beroep op het sociale vangnet.
  • Zzp’ers & zp’ers kiezen bewust voor de vrijheid en onafhankelijkheid die het ondernemerschap biedt.

De eerste stelling

We starten vandaag ook gelijk met uw mening te vragen naar de volgende stelling. In ons volgende artikel verwerken we de resultaten en reacties.

Omschrijving van de onderzochte respondenten:

In juli, augustus en begin september 2015 is via ZZP Barometer en FastFlex een vergelijkbare vragenlijst uitgezet. In de ene groep waren 342 en in de andere groep 662 respondenten. Een grote meerderheid  is langer dan vijf jaar actief als zelfstandige, is ouder dan 45 jaar en is hoogopgeleid  (hbo of hoger). 76 procent koos voor het ondernemerschap vanwege de zelfstandigheid die dit biedt. De meerderheid is man en onder de respondenten van FastFlex is 82 procent ict-professional.

Deze onderzoekspopulatie geeft een behoorlijke kleuring. Wij gebruiken dan ook de term zp’er als we spreken over de resultaten van het onderzoek aangezien, wat het IBO onderzoek ook constateerde: dé zzp’er niet bestaat.

De schrijvers

Liesbeth Ruoff bestudeert de arbeidsmarktmarkt al langer. In een vroeg stadium was ze betrokken bij Netive, de Nederlandse VMS-softwarebouwer, werkte te als interim-manager bij Flexchange (een MSP), ze zit in de Raad van Advies van Staffing MS en is betrokken bij onderzoek van de Intelligence Group.

Niels Huismans ziet zichzelf als een flexibele en ondernemende professional. Hij is iemand van de ‘nieuwe generatie’ die niet zozeer een functie vervult bij een bedrijf. Zo is hij o.a. actief als businessdeveloper bij FastFlex, is hij raadslid namens GBA in de gemeente Alphen-Chaam en helpt hij vanuit Marketives organisaties om een strategische koers te bepalen en te houden.

Onder de titel ‘De waarde van de zp’er’ bespreken en onderzoeken Liesbeth Ruoff en Niels Huismans een aantal stellingen. Zo maken ze inzichtelijk wat nu echt de waarde van zp’ers is en zetten dit ook in perspectief in de bredere discussie die gevoerd wordt omtrent de gehele zzp populatie. Liesbeth Ruoff bestudeert de arbeidsmarktmarkt al langer. Ze was bij Netive, werkte te als interim-manager bij Flexchange (een MSP), ze zit in de Raad van Advies van StaffingMS en is betrokken bij onderzoek van de Intelligence Group. Niels Huismans ziet zichzelf als een flexibele en ondernemende professional. Hij is iemand van de ‘nieuwe generatie’ die niet zozeer een functie vervult bij een bedrijf. Zo is hij o.a. actief als businessdeveloper bij FastFlex, is hij raadslid namens GBA in de gemeente Alphen-Chaam en helpt hij vanuit Marketives organisaties om een strategische koers te bepalen en te houden. Bekijk alle berichten van De Waarde van de ZP'er

2 reacties op dit bericht

  1. Goed initiatief. De stelling is een beetje een open deur. Het kabinet valt inderdaad niet op een erg consistente lijn te betrappen; maar dat geldt ook voor de politieke partijen.

  2. Het CBS kwam onlangs met nieuwe cijfers. 1,3 miljoen zzp’ers maar liefst, waarvan dat ook ‘maar’ 500.000 een volledige zzp’ers is (allen inkomen uit zzp-werk). Wat ook weer een extra argument is dat een generiek zzp-beleid onzinnig is.