"Exploring the future of work & the freelance economy"
SLUIT MENU

‘De zzp-kwestie in verkiezingstijd.’ Keuzes maken over zelfstandigheid.

Veel partijen zien een deel van de zzp’ers liever als werknemer. Soms logisch. Maar voor bewuste zelfstandig ondernemers is het belangrijk dat het kind niet met het badwater wordt weggegooid. Artikel Stef Witteveen.

De arbeidsmarkthervorming in het algemeen en de zzp-kwestie in het bijzonder zijn bestuurlijk te ingewikkeld om helder te krijgen in de verkiezingstijd. In de weken voorafgaand aan de verkiezingen leven we immers in een televisiedemocratie of zelfs in een twitterdemocratie en dat is een hele andere werkelijkheid dan de parlementaire democratie waar we het normaal gesproken mee moeten doen.

Voor de verkiezingen zijn de burgers vooral potentiële stemmers om direct na de verkiezingen weer te veranderen in (potentiële) belastingbetalers. De politiek bewoog zich altijd al tussen een bestuurlijke en een theatrale werkelijkheid maar in deze tijd lijkt de bestuurlijke invalshoek welhaast volledig verdwenen. We hebben waarschijnlijk behoefte aan entertainment in plaats van informatie.

We weten het intussen wel

Gelukkig hebben we in Nederland een zeer sterk ambtenarenapparaat en zijn er al meerdere rapporten verschenen waarin de huidige problematiek op onze arbeidsmarkt feilloos wordt geanalyseerd. Ik denk daarbij onder andere aan het IBO onderzoek, aan het rapport van de commissie Boot maar ook aan het rapport van de werkgroep Arbeidsmarkt en Sociale Zekerheid binnen de Studiegroep Duurzame Groei.

ZiPconomy heeft een aantal van deze rapporten in verschillende goede artikelen behandeld en daarnaast ook nog aandacht besteed aan meerdere onderzoeksverslagen uit de markt en de wetenschappelijke wereld. Denk daarbij aan het onlangs behandelde rapport van adviesbureau McKinsey. Wij, de lezers van ZiPconomy, zouden dus inmiddels kunnen weten wat er precies moet gebeuren.

Maatwerk is noodzaak

We dienen de groep zzp’ers eerst te segmenteren, omdat we ze nu eenmaal niet over één kam kunnen scheren. Er moet een duidelijk onderscheid komen tussen zelfstandigen en schijnzelfstandigen. Het verschil tussen deze twee groepen wordt gemaakt door het Burgerlijk Recht en niet door het Fiscaal Recht. Het gaat om de beoordeling van de feitelijke werksituatie (persoonlijke arbeid, loon en gezag) en niet om de eventuele kwalificatie als ondernemer. De Wet DBA en de modelovereenkomsten kunnen deze waterscheiding onvoldoende maken en verdienen dus een aanvulling.

Het lijkt verstandig om de aanbevelingen van de commissie Boot te volgen en de hoogte van de beloning en de duur van de opdracht te betrekken bij de beoordeling van de werksituatie op schijnzelfstandigheid.

Alle opdrachten die bijvoorbeeld 8 maanden of korter duren, kunnen door een zzp’er worden uitgevoerd mits hun beloning substantieel en aantoonbaar hoger is dan die van werknemers die hetzelfde werk doen. Wanneer de opdracht langer duurt dan 8 maanden en/of de beloning te laag is, dan betreft het een schijnzelfstandige werksituatie tenzij er volgens een goedgekeurde modelovereenkomst gewerkt kan worden.  De commissie Boot sprak over 6 maanden en Wiebes had het later weer over 8 maanden. Het is duidelijk dat die grens onderwerp van een politiek compromis zal worden.

En vervolgens

In het geval van schijnzelfstandigheid zal er, hoe dan ook, sprake moeten zijn van een loondienstverband en moet er invulling gegeven worden aan werkgeversverplichtingen. De werkgeversverplichtingen kunnen worden ingevuld door de opdrachtgever, door de intermediair of door een DUBV. In dat laatste geval richt de professional, samen met een speciaal daartoe bevoegde en goedgekeurde medeaandeelhouder/concepthouder, een DUBV op die alle werkgeversverplichtingen invult. De concepthouder vult als medeaandeelhouder het noodzakelijke werkgeversgezag in. De Belastingdienst en het UWV stellen overigens tal van specifieke eisen aan zo’n concepthouder waaronder het verbod om deze activiteit te combineren met andere economische activiteiten zoals bemiddeling of accountancy.

Het zelf oprichten van een werkgever (DUBV) stelt je weliswaar in staat om onafhankelijk te blijven en te werken voor wie je wilt en voor hoe lang je wilt, maar is economisch pas logisch vanaf een jaaromzet van 50 à 60 duizend euro. Voor lagere omzetten zijn de kosten van een dergelijke BV eigenlijk te hoog en kun je beter voor een loondienstverband bij de opdrachtgever of intermediair kiezen.

Het badwater en het kind

Politiek links wil zzp’ers en andere flexwerkers beschermen door ze in vaste dienst te forceren. Dat is begrijpelijk en vaak terecht als het om de lager betaalde zzp’ers gaat. Feitelijk kan deze groep zich het zelfstandige bestaan niet veroorloven en gaat dus vaak totaal onverzekerd tegen arbeidsongeschiktheid en werkloosheid aan de slag. Het zou wel jammer zijn als politiek links hiermee ook de zelfstandig professionals beperkt die er zelf voor willen en kunnen kiezen om als zelfstandige te werken. Dan zou je het kind met het badwater weggooien.

Als politiek rechts ervoor pleit dat professionals de vrijheid zouden moeten hebben om ervoor te kiezen als zelfstandige te werken, dan is dat meer dan terecht. Indien die vrijheid er echter toe zou leiden dat er onverantwoorde situaties ontstaan voor onverzekerde vakmensen in de bouw, in het transport of de wijkzorg, dan is vrijheid uiteindelijk geen blijheid. Het verdient dan wel aanbeveling om eens verstandig te kijken naar de te zwaar gestoffeerde cao’s in de bouw, hier en daar in de gezondheidszorg en op andere plaatsen. Momenteel is het vaak te onaantrekkelijk om werkgever te zijn en te aantrekkelijk om opdrachtgever te zijn.

Met de bovenstaande aanpak zal geen opdrachtgever meer met een zzp’er werken vanwege uitsluitend het lage tarief en als ik de twitterberichten uit Den Haag van de laatste tijd goed begrijp, wil de meerderheid dat ook niet meer.

Stef heeft in zijn loopbaan ervaring opgedaan met aangelegenheden van de arbeidsmarkt in binnen- en buitenland. De carrière van Stef is begonnen bij IKEA en Allied Breweries, daarna heeft hij als CEO bij o.a. Randstad België/Luxemburg, Randstad USA en CED Europe jarenlang gewerkt in de uitzend- en outsourcingssector. Momenteel is Stef Algemeen Directeur van Uniforce Solutions B.V. (www.uniforce.nl ) en Partner van W&RK advies. Bekijk alle berichten van Stef Witteveen

2 reacties op dit bericht

  1. Mijn complimenten voor dit heldere stuk; het legt veel van de problematiek bloot; het maakt ook duidelijk waarom de politiek, in het algemeen, zo worstelt met dit vraagstuk. Of er echter een (politieke) oplossing komt voor het probleem van de ZZP ‘ers is echter zeer de vraag.
    De belangrijkste reden dat er in Nederland zoveel ZZP’ers (of ZP’ers) bestaan, zeker in vergelijking tot het buitenland, heeft te maken met een aantal factoren. Daarvoor is het ook van belang de groep ZZP’ers te verdelen in diverse deelgroepen. Zo is er een groep van ZZP ‘ers die uitgestoten zijn door werkgevers, om uiteenlopende redenen zoals hoge ontslagvergoedingen, en via de achterdeur weer ingehuurd worden. Vaak worden deze ZZP ‘ers als schijnzelfstandigen aangeduid. Daarnaast is er een grote groep ZZP’ers die als gevolg van zogenaamde technologische ontwikkelingen als Blockchain en FinTech uit de organisatie zijn gezet. Denk vooral aan het bank- en verzekeringswezen. Hoewel deze mensen hebben over het algemeen een zak(je) met geld hebben meegekregen, waardoor ze het enige jaren kunnen uitzingen ,is het in de kern het afwentelen van een organisatorisch, economisch probleem op de maatschappij. Omdat ze het niet tot hun pensioen uit kunnen zingen, gaan ze aan de slag als ZZP ‘er. Ik vermoed echter dat veel ZZP ‘ers uit deze groep onvoldoende inkomen genereren om een fatsoenlijk bestaan te financieren. Maar als je niet in aanmerking komt voor bijstand, heb je niet veel alternatieven dan door te gaan, zelfs als dat op bestaansminimum niveau is.
    Terugkomend op de politiek: het is dus van groot belang om de groep ZZP’ers te ontleden in diverse deelgroepen. De politici zouden vervolgens per deelgroep moeten bezien welke maatregelen mogelijk en wenselijk zijn. Maar met welk doel? Een menswaardig bestaan voor iedere burger, het stimuleren van de economische dynamiek? Dan blijkt al snel dat de politieke partijen heel verschillend naar de groep van ZZP’ers kijken. De ene politieke partij ziet een groep van ondernemers die het slachtoffer zijn van de ‘kapitalistische werkgever’. Aandere politieke partijen zien ZZP’ers als de ultieme vorm van een geëmancipeerde economie.
    De kern van het probleem is m.i. dat er gewoon te weinig werk is in Nederland, dat het werk dat er is ongelijkelijk verdeeld is over de beroepsbevolking en dat mede daardoor ook het bruto nationaal inkomen niet gelijkelijk verdeeld is. Sommige politieke partijen zien hierin geen enkel probleem, andere zien in dat dit een tijdbom legt onder onze economie én onder onze maatschappij. Hopelijk zal een coalitie, welke dat ook zal zijn na 15 maart, inzien dat er toch echt gericht maatregelen, fiscaal, economisch en juridisch nodig zijn om dit probleem het hoofd te bieden.

  2. Dank voor je reactie John. Jouw aanvullingen getuigen bovendien van een goed inzicht in de huidige situatie op onze arbeidsmarkt.