"Exploring the future of work & the freelance economy"
SLUIT MENU
snel koolmees

“Vervangen Wet DBA duurt nog 2 tot 3 jaar”. Nogal wiedes. Maar doe alvast iets voor korte opdrachten.

Dat de hele Wet DBA vervangen tijd vergt is gezien de gekozen lijn logisch. Maar niets staat bewindslieden Koolmees en Snel in de weg om op onderdelen al sneller duidelijkheid te geven.

Wat lichte commotie in de pers vorige week toen staatssecretaris Menno Snel in de marge van een overleg met de vaste Kamercommissie Financiën verklaarde dat een vervanging van de Wet DBA nog wel twee, drie jaar kan gaan duren.

Maar gezien het traject dat het Kabinet voorstaat, is die termijn niet zo heel vreemd. Het kabinet kiest niet voor een ‘quick fix’ van de Wet DBA, zoals onder andere de commissie Boot voorstelde, maar voor een vervanging van de Wet DBA inclusief een aanpassing van het arbeidsrecht (wat volgens dezelfde professor Boot voor die ‘quick fix’ niet nodig is). Dus: terug naar af, overleg met de sector, een wetgevingstraject. Dat kost inderdaad een paar jaar. In een verkiezingsdebat in maart van dit jaar, waren de aanwezige Kamerleden daar ook helder over (lees hier voor verslag).

Het kabinet kan wel meer vaart maken met duidelijkheid geven over de aangekondigde tariefsgrenzen. En zou er goed aan doen ook een ‘opt-out’ beleid te maken voor korte opdrachten.

Tweesporensnelheid

Steven van Weyenberg (D66), een van de architecten van de paragraaf over de Wet DBA in het regeerakkoord, maakte in een reactie op het akkoord duidelijk dat er twee trajecten moeten komen met ook twee verschillende snelheden.

Hij wil op korte termijn duidelijkheid over wat er wel/niet kan voor uurtarieven boven de 75, – en onder de (ongeveer) 18, – .

En daarnaast komt er een langer traject voor opdrachten met een tarief tussen die onder- en bovengrens in. Daarvoor wil het kabinet eerst de wetsbepalingen over de term ‘gezag’ moderniseren. Die moeten scherper, en tegelijk ruimer, definiëren wat een opdrachtgevers nu wel en niet mag met iemand, zonder dan zijn/haar zelfstandigheidstatus in gevaar komt. Een moedig voornemen, waarbij verantwoordelijk minister Koolmees (SZW) zeker op de nodige weerstand kan rekenen van zowel de vakbonden als de ‘arbeidsrecht-industrie’.

Deze nieuwe definities moeten dan hun weg gaan vinden in een webmodule die opdrachtgevers gaan invullen om vooraf duidelijk te hebben of de samenwerking met een zelfstandige echt geen dienstbetrekking is.

Waar is gevoel van urgentie?

De opmerkingen (radiofragment) van staatssecretaris Snel dat hij samen met de sector op zoek gaat naar ‘passende oplossingen’ en dat wetgeving tijd kost, is logisch.

Toch mis je een gevoel van urgentie bij de opmerkingen. Voor het eerste spoor, dat op zijn minst een deel van de markt duidelijkheid geeft, is geen nieuwe wetgeving nodig. Dat kan veel sneller. Het zou goed zijn wanneer de Staatssecretaris om zijn minst bevestigd dat dat traject inderdaad – zoals in het regeerakkoord staat – snel ingezet wordt.

Daarbij is ook nog het wachten op een bevestiging van dat het ‘niet-handhaafbeleid’ van de Wet DBA, nu tot 1 juli 2018, wederom verlengd wordt.

Geef snel duidelijkheid over korte opdrachten

En er is nóg een manier om snel duidelijkheid te geven aan een ander en groter deel van de markt, waarvoor de Wet DBA ook niet bedoeld was: de korte opdrachten.

De hele Wet DBA speelt rond de vraag of iemand nu wel of niet als een werknemer aangemerkt moet worden. Die vraag speelt in feite niet of nauwelijks bij (heel) korte opdrachten. Bij korte opdrachten speelt de hele zaak van misbruik van schijnconstructies niet, en al helemaal niet in combinatie met het ‘minimumtarief’.

Niet voor niets zijn er dan ook verschillende suggesties gedaan om ook een ‘opt-out’ optie te hebben voor opdrachten bij één opdrachtgever van korter dan drie maanden (een termijn die ook in de WWZ voorkomt) of, iets praktischer, minder dan 500 uur per jaar. Ook hiervoor is geen wetgevingstraject nodig. En deze kwestie oplossen geeft wel snel en expliciet duidelijkheid voor een grote groep zelfstandigen en hun opdrachtgevers die onbedoeld geraakt zijn door de Wet DBA.

Hugo-Jan Ruts is 'editor-in-chief' en uitgever van ZiPconomy. Bekijk alle berichten van Hugo-Jan Ruts

7 reacties op dit bericht

  1. In de titel staat een storende spelfout. Het is nogal Wiebes en niet nogal wiedes.

  2. Als je genoeg korte opdrachten per jaar hebt, dan heb je toch sowieso geen probleem.
    Dan kan je de opdrachtgever ook wel overtuigen dat ze met jou geen risico lopen, desnoods met een accountants verklaring.

    • In theorie heb je gelijk. In de praktijk blijken in aantal sectoren (ik hoor bijv vooral verhalen uit media en culturele sector) opdrachtgevers huiverig op zzp ers in te huren terwijl het daar juist vaak om korte opdrachten gaat.

      • Als ze huiverig zijn, zijn ze niet onwelwillend. Dan is het de zaak van de zzp’er om ze te overtuigen, je mag er ook wel iets meer voor doen dan een intake gesprekken voeren….

  3. Volgens mij is het huidige niet-handhavingsregime het meest ruime wat kunt wensen. Alleen in evidente gevallen van misbruik wordt gehandhaafd… Een verduidelijking voor korte opdrachten voegt er naar mijn mening weinig aan toe.

    Ik vind zelf dat het tijd is dat de overheid, cq de belastingdienst de situatie aan de IB kant eens gaat verduidelijken. Zeker ook naar de toekomst gericht. Want met een driesporen beleid wordt de mix van opdrachten alleen nog maar groter. Kort-/langdurende opdrachten, opdrachten voor consumenten/bedrijven, opdrachten boven de 75 EURO en die er onder…. Wat gaat dat betekenen voor iemands urencriterium en dus de voorzieningen?

    Als ik naar mijn eigen resultaten van 2017 kijk: 7 verschillende opdrachtgevers, 15 opdrachten. Veertien daarvan zijn 1000% modelovereenkomst-proof. Ondernemer genoeg volgens dit algemene beeld lijkt me.
    Maar één van de opdrachten schuurt wellicht aan de modelovereenkomst? Wat nu als ik (achteraf) deze uren niet mee mag rekenen voor het urencriterium en het (de 1225uur) daarom niet haal?

    – kijkt men naar het algemene beeld (o.a. meer dan 3 opdrachtgevers) en behoud ik de faciliteiten
    – krijg ik een waarschuwing en behoud ik de faciliteiten
    – krijg ik een correctie
    – of krijg ik zelfs een boete?