"Exploring the future of work & the freelance economy"
SLUIT MENU

Lonen stijgen nauwelijks in deeltijd-land Nederland (maar we staan er beter voor dan Duitsland)

De spanning op de Nederlandse arbeidsmarkt neemt af en de werkloosheid daalt. Maar de lonen groeien niet mee en de mismatch tussen vacatures en kandidaten neemt toe, blijkt uit de Global Skills Index van recruitmentspecialist Hays.

Hays publiceert jaarlijks een rapport over de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in diverse landen wereldwijd. De Global Skills Index geeft aan hoe hoog de druk op de arbeidsmarkt is. Iedere markt krijgt een score van 0 tot 10, waarbij 5 de norm is.


De score toegelicht

Een score van meer dan 5.0 betekent een gespannen markt: de vraag naar arbeid is bovengemiddeld en het beschikbare aanbod is relatief laag.

Een score lager dan 5.0 betekent dat de markt juist minder gespannen is. Deze score wordt berekend door zeven indicatoren die even zwaar meewegen: opleidingsniveau, arbeidsmarktdeelname, arbeidsmarktflexibiliteit, mismatch van talenten, algemene loondruk, loondruk in hoogopgeleide markten en loondruk in hoogopgeleide beroepen.


Spanning op de arbeidsmarkt neemt af

In 2015 scoorde Nederland voor het laatst onder de norm met een 4.7. Sinds 2016 is onze arbeidsmarkt krap. In 2016 ging de score flink omhoog (5.7). Sinds 2018 zien we een lichte daling (5.6) en ook dit jaar (5.5) neemt de spanning af.

De werkloosheid in Nederland daalde van 3,8 procent in 2018 naar 3,4 procent in het derde kwartaal van 2019. De arbeidsmarkt is dus nog steeds krap, maar de lonen stagneren. Dat komt volgens de onderzoekers door een minimale groei van de productiviteit en een sterke groei in parttime en zelfstandig werk.

Nederland is kampioen deeltijdwerken en dat zorgt dus voor lagere lonen. Nederlanders werken ruim twee keer zo vaak parttime (37,3%) als gemiddeld in alle OESO-landen (16,5%). Ook zijn er relatief veel zzp’ers in vergelijking met andere Europese landen.

Wereldwijde mismatch tussen vraag en aanbod

Ook in andere landen vlakt de loongroei af, blijkt uit de cijfers van Hays. Internationaal gezien is de arbeidsmarkt gespannen met een gemiddelde score van 5.4.

Een belangrijke oorzaak is een mismatch tussen vraag en aanbod. Er zijn wel vacatures, maar niet genoeg mensen met de juiste kennis en ervaring. Internationaal steeg de zogenaamde Talent Mismatch Indicator van 6.6 in 2018 naar 6.7 in 2019.

Ook in Nederland is de discrepantie tussen beschikbaar talent en de gevraagde vaardigheden groter geworden. De talentmismatch steeg van 5.7 in 2017 naar 6.4 in 2019.

Relatief laag startsalaris

“Dat merken wij ook echt in de praktijk”, zegt Florentine de Beer van Hays Nederland. “Er is een flink tekort aan accountmanagers, salesmanager, financial controllers, software engineers en webdevelopers. Dat zie ik niet zo snel veranderen.”

Die mismatch is ook een oorzaak van de loonstagnatie. “Werkgevers moeten mensen aannemen die nog niet helemaal aan de eisen voldoen. Die beginnen met een lager salaris. Daarbij kost het werkgevers meer geld om deze mensen up and running te krijgen.”

Hoe gaat het bij de buren?

In België is dat heel anders, blijkt uit het rapport. Van alle landen die Hays onderzocht, scoren China (3.7) en België (3.9) het allerlaagst. In België stijgen de lonen, groeit de arbeidsmarktparticipatie en de talentmismatch is veel kleiner dan die in Nederland. De Beer: “Het opleidingsniveau sluit in België beter aan op de vraag.”

In de andere buurlanden gaat het een stuk minder goed. De arbeidsmarkt van Duitsland (6.5) en Luxemburg (6.8) staan er juist slechter voor dan de Nederlandse. Terwijl de arbeidsparticipatie in Nederland waarschijnlijk toeneemt dit jaar, is dat in Luxemburg en Duitsland niet zo. Dat komt vooral door een grotere mismatch tussen vacatures en kandidaten.