"Exploring the future of work & the freelance economy"
SLUIT MENU

Meer vragen dan antwoorden na bijeenkomst over de webmodule: ‘Er is een alternatief nodig’

Een bijeenkomst over de webmodule bij het ministerie van Sociale Zaken riep alleen maar meer vragen op, vonden aanwezige belangenbehartigers. Hoe zit het met de modelovereenkomsten? En uitzonderingen per sector? Partijen kwamen met een alternatief plan, maar volgens minister Wouter Koolmees is dat niet zo simpel als het lijkt.

“Voor welke klus mag je als opdrachtgever een zelfstandig ondernemer inhuren? Dat is waar de webmodule duidelijkheid over geeft”, benadrukt minister Wouter Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) tijdens de bijeenkomst over deze webmodule.

Maandag waren allerlei belanghebbenden aanwezig op het ministerie van Sociale Zaken om toelichting te krijgen over hoe die online tool gaat werken. Daarnaast mochten zij hun mening geven over de beoordeling van verschillende casussen.

Hoofdvraag van de webmodule

“De hoofdvraag is of een arbeidsrelatie buiten dienstbetrekking uitgevoerd kan worden”, zei Koolmees. “Zo ja, dan kan een opdrachtgever zekerheid vooraf krijgen dat hij geen loonheffingen hoeft te betalen. De webmodule gaat dus niet over de vraag of iemand zzp’er is. Hij is voor de opdrachtgever: de tool wijst uit voor welke klussen je een zzp’er mag inzetten.”

De online tool geeft opdrachtgevers zekerheid vooraf. Als de Belastingdienst langskomt, kan het inlenende bedrijf de verklaring uit de webmodule overleggen. Het is een vrijwaring voor de opdrachtgever, waarmee hij kan aantonen dat hij geen loonheffingen en premies hoeft te betalen voor de ingehuurde werkende. Koolmees: “Uiteraard moet er dan wel gewerkt zijn zoals de opdrachtgever dat heeft ingevuld.”

Alternatief: kijk vanuit ondernemerschap

Tijdens de bijeenkomst overhandigden zeven organisaties een alternatief op de plannen van Koolmees. De zzp-organisaties willen dat zzp’ers beoordeeld worden vanuit ondernemerschap, niet vanuit werkgeverschap. De bewuste keuze voor het ondernemerschap staat voorop. Lees meer.

De minister noemt het ‘positief’ dat zij een alternatief hebben neergelegd. “Maar de webmodule gaat niet zozeer over wie de zzp’er is”, zegt hij. “Het gaat om de opdrachtgever: waarvoor kun je een zzp’er inhuren? En wat is eigenlijk een dienstverband?”

‘Het hokje is relevant’

De zaak omdraaien is dus lastig, zegt Koolmees. “Ik ben liberaal, dus ik snap het uitgangspunt dat je zelf moet kunnen kiezen met welk type contract je wilt werken. Maar we zitten ook in een situatie waarin de hele sociale zekerheid en de arbeidsrechtelijke bescherming afhankelijk zijn van de beoordeling van de arbeidsrelatie. In dit geval is het dus wel degelijk relevant in welk hokje iemand thuishoort.”

Het mag niet zo zijn dat iemand voor het ene bedrijf wel als zzp’er kan werken maar niet voor het andere, vindt de minister. Dat zou namelijk betekenen dat het ene bedrijf meer kosten maakt voor een werkende, dan het andere bedrijf.

“Het gaat om de verplichtingen die de werkgever heeft, zoals belastingplicht, loondoorbetaling bij ziekte en rechten voor de werkende bij ontslag. We moeten het onderscheid maken, om oneerlijke concurrentie te voorkomen. Als we niet handhaven tegen schijnzelfstandigheid, gaan sommige bedrijven op zoek naar de bodem van het putje. Dat willen we niet.”

Europees recht

Tot slot zegt de minister dat kijken vanuit ondernemerschap in plaats van werknemerschap niet mogelijk is. “Het kan niet volgens het Europees recht. Dat staat ook in het rapport van de Commissie Borstlap.”

Volgens Koolmees is het pamflet van de zeven organisaties dus niet ‘dé oplossing’.

Tjebbe van Oostenbruggen, algemeen directeur van Brainnet: “Zo onmogelijk is het niet om te toetsen vanuit ondernemerschap. In de wet staat tenslotte: als er sprake is van ondernemerschap, dan is er geen fictieve dienstbetrekking.”

Zelfstandigenverklaring voor alle zzp’ers

Piet Meij van de Nederlandse Bond Van Bemiddelings- en Uitzendondernemingen (NBBU) is één van de ondertekenaars van het pamflet. Hij overhandigde het aan de minister. Koolmees wil wel verder praten met de partijen over het plan, vertelt Meij.

“De minister geeft ruimte om in gesprek te gaan, dus dat is positief”, zegt Meij “Hij heeft zelf de zelfstandigenverklaring geïntroduceerd. Wij zien daar mogelijkheden mee. Eigenlijk willen we een soort zelfstandigenverklaring, maar dan voor alle echte zzp’ers die bewust kiezen om ondernemer te zijn. Ongeacht wat ze verdienen en hoe lang ze voor een opdrachtgever werken.”

Lees meer over de zelfstandigenverklaring (ook wel de ‘opt out’).

‘Heilloze exercitie’

Deze vrijwaring kan een oplossing zijn als hij gecontroleerd wordt ingevoerd, denkt de NBBU-vertegenwoordiger. “Want er is absoluut een alternatief nodig. Tijdens de gesprekken over de webmodule vanmiddag bleek namelijk dat het een heilloze exercitie wordt.”

Josien van Breda van Platform zzp-dienstverleners: “De webmodule is een onmogelijk ingewikkeld instrument. Uit de zaal bleek dat niemand erop zit te wachten. We willen dat de regels van het spel veranderen, want die passen niet meer bij de manier waarop mensen willen werken. Er is meer ruimte nodig voor ondernemerschap. Maar de minister zit blijkbaar vast aan bestaande regelgeving.”

In het voorjaar moet de webmodule af zijn, zodat hij voor de zomer naar de Tweede Kamer kan. Maar er blijkt nog veel mis. Ambtenaren van het ministerie bespraken de webmodule met de aanwezigen. De voornaamste kritiek op de tool was dat formuleringen te ingewikkeld zijn voor de gemiddelde opdrachtgever.

‘Nog steeds te veel ruimte voor interpretatie’

Frederieke Schmidt Crans, directeur van Het Flexhuis en voorzitter van Bovib (vereniging van onafhankelijke inhuur-intermediairs): “Er is te veel ruimte voor vrije interpretatie. Daarom krijg je foute of onduidelijke antwoorden.”

Zij contracteert veel zzp’ers in de zorg en denkt dat de online vragenlijst te ingewikkeld is voor de gemiddelde afdelingsmanager in een ziekenhuis. Zij stelt voor om een definitielijst toe te voegen. “Zodat de manager echt kan begrijpen wat een begrip inhoudt.”

Niet alleen de belangenorganisaties denken dat de webmodule nu nog te ingewikkeld is. Ook de ambtenaren die de vragenlijst ontwikkelen zijn daar bang voor. In een eerdere versie van de webmodule bleek bijvoorbeeld dat mensen niet wisten wat ‘aanneming van werk’ betekent. “Ze vulden in dat er sprake was van aanneming van werk en vervolgens dat er geen stoffelijk product geleverd werd. Dat kan niet”, zegt een van de ambtenaren.

‘Handhaving is essentieel’

Bij vragen over aanneming van werk, fictieve dienstbetrekking, de gelijkgesteldenregeling, rechtspersonen en het verschil tussen de resultaatsverplichting en inspanningsverplichting staat in de nieuwe versie een toelichting. “Maar het blijft lastig om zulke begrippen uit te leggen in simpele termen, zonder af te doen aan de wet”, aldus de ambtenaren.

Onduidelijkheid werkt fraude in de hand, vreest ook Gijs Strijker van VNO-NCW/MKB-Nederland. Hij vindt handhaving door de Belastingdienst essentieel. “Als ik weet dat er gecontroleerd wordt, ga ik serieuzer met de vragenlijst om.”

Lees ook: Opdrachtgevers opgelet: Belastingdienst is begonnen met verscherpt toezicht Wet DBA.

Verder maken de aanwezigen zich zorgen over de wegingsfactoren van de vragen (nog steeds niet duidelijk) en de uitkomsten. Zo zijn veel casussen ‘twijfelgevallen’. En zelfs als bijna alles wijst op een dienstbetrekking, geeft de webmodule als uitkomst ‘sterke indicatie van een dienstbetrekking’. Schmidt Crans: “Aan het eind van de webmodule moet er echt duidelijkheid zijn: zzp of niet. Zeker in sectoren waar personeel schaars is, gaan werkgevers die ruimte opzoeken en ‘het risico dan maar nemen’. Dat moet je niet willen.”

Maatwerk

Belangenorganisaties pleiten voor maatwerk per sector. Dorine Schoon, Platform voor Freelance Musici: “Ik begrijp dat in sommige sectoren een gezagsverhouding een aanwijzing is voor fictief dienstverband, maar bij ons zit dat anders. Je kunt tenslotte niet samen muziek maken zonder naar de dirigent te kijken.”

Dat is bijvoorbeeld ook zo in de zorg, zegt Lex Tabak van SoloPartners (zzp’ers in de zorg). “We moeten ons volgens de wet aan allerlei regels houden. Ook werktijden staan vaak vast en samenwerking binnen een team is belangrijk. Daar moet je rekening mee houden.”

Vragen over de modelovereenkomsten

Schmidt Crans: “De webmodule is nu nog veel te ruim opgezet en te generiek. Bovendien is niet duidelijk hoe die tool zich verhoudt tot de modelovereenkomsten. Kunnen we die straks nog gebruiken en hoeveel waarde hebben ze voor de Belastingdienst?”

Er waren meer vragen over de modelovereenkomsten. De meeste overeenkomsten lopen namelijk in september af en het is niet duidelijk of ze verlengd worden. Dan is de webmodule nog niet af. Minister Koolmees kon ook niet zeggen of sectoren mogen blijven werken met de modelovereenkomsten als de webmodule er uiteindelijk is.

Van Breda, Platform zzp-dienstverleners: “Als er niets is veranderd, willen we graag dat de modelovereenkomsten ongewijzigd in stand blijven. Daar moet snel meer duidelijk over worden.”