"Exploring the future of work & the freelance economy"
SLUIT MENU

De zzp- en flexmarkt: V-vormig herstel of slechts zwaluwen in een late zomer?

De cijfers liegen er niet om: Een economische krimp van 9,3% in het tweede kwartaal. Ongekende vraaguitval, ook naar flexibel personeel, waarbij zowel zzp’ers als uitzendkrachten zwaar worden geraakt. En toch: over het hele jaar gezien ligt de economische krimp ‘maar’ iets boven de 5%. Beter dan in de landen om ons heen. Zo zijn er wel meer tekenen die aanleiding lijken voor voorzichtig optimisme. Gaat het hier om zwaluwen in de late zomer? Of tekent zich wel degelijk een V-vormig herstel af?

Laten we beginnen met de uitzendmarkt. Dat was altijd al de kanarie in de economische kolenmijn; de voorspeller van zowel economische neergang als economische groei. Welnu, de ABU marktindicator laat al langer dan een jaar rode cijfers zien. De kostenverhogende effecten van de WAB komen daar nog eens bovenop. Natuurlijk zorgt de Covid-19-crisis voor een extra daling van omzet en uitzenduren. Het CBS meldt (zie hier) een ongekende daling van het aantal flexbanen, met name in de uitzendsector. Maar, de CBS cijfers gaan tot en met juni. Actuelere cijfers over juli (zie hier) in de uitzendwereld laten al weer een licht herstel zien. Daarbij doet de Nederlandse uitzendsector het flink beter (of minder slecht) dan bijvoorbeeld België en Frankrijk. ING verwacht (zie hier) dat de flexbranche in 2021 weer terug kan zijn op het pre-coronaniveau van eind 2019. Ondanks dat flex duurder wordt.

De detacheerders melden een daling van de omzet over het eerste half jaar van 6% (zie hier). Pittig, maar in perspectief van de gehele crisis vallen die cijfers ook nog wel wat mee. Ondertussen ervaren individuele detacheerders – zo hoor ik – ook al weer de zonnige kant. Een bedrijfsleven dat blijvend, zo niet groeiend, behoefte heeft aan wendbaarheid en (schaarse) kandidaten die ervaren dat het zzp-schap toch ook zo zijn risico’s heeft.

Driekwart van de freelancers uit het netwerk van Jellow verkondigen in recent onderzoek dat ze ‘optimistisch over toekomst’ zijn (zie hier). Hetzelfde platform meldt ook een forse stijging van het aantal opdrachten voor online specialisten. KVK meldt licht positief nieuws: een kleinere krimp in het aantal startende ondernemers en een afname van de groei van stoppers (zie hier).

Kortom: In combinatie met cijfers van de inkopersindex en beurscijfers, zijn er best wat zwaluwen te ontdekken.

Arbeidsmarktcijfers somberder

Waar het CPB in haar ‘basisraming’ uitgaat van een flink herstel van de economische ontwikkeling eind 2021, blijft volgens het CPB een herstel van de werkgelegenheid daar nog wat bij achter. Ook in die basisraming zitten de werkloosheidscijfers nog lang boven het niveau van begin dit jaar.

Bron: CPB Juni raming 2020

Dat is niet onlogisch. Werkgelegenheid in vaste banen hobbelt immers achter het economisch herstel aan. Eerst flex, dan vast. Dat geeft dan ook  – op zijn minst theoretische – kansen aan bedrijven en individuen die het moeten hebben van enige vorm van flexibele arbeid.

Het CPB benoemt rechts in bovenstaande afbeelding dat de crisis vooral zzp’ers en mensen met een flexcontract raakt. Dat behoeft enige nuance. Die nuance brengt het CPB ook aan in de aparte publicatie ‘Crisis op de arbeidsmarkt: wie zit­ en in de gevarenzone?’ (zie hier).

Bron: CPB “Crisis op de arbeidsmarkt: wie zitten in de gevarenzone?”

Als iemand in de ‘gevarenzone’ zit, komt dat volgens het CPB vooral door een combinatie van inkomen, positie in het huishouden en contractvorm. De laagste inkomens lopen een veel hoger risico, ook omdat ze minder buffer hebben. In die groep zitten veel mensen met een oproepcontract (ook veel studenten).

Werkenden met een hoog inkomen lopen minder risico. In die groep zijn zzp’ers dan weer juist oververtegenwoordigd, zo laat onderstaand plaatje zien.

Bron: CPB “Crisis op de arbeidsmarkt: wie zitten in de gevarenzone?”

Macro en micro

Een goed gesprek over de betekenis van macro-economische cijfers is altijd leuk. Maar wat heb je eraan als je in de hoek zit waar de klappen vallen?

In een enquête uitgevoerd door een aantal van de grotere zzp-belangenorganisaties geeft 45% van de zelfstandigen aan een verlengde inkomensondersteuning (TOZO 3) nodig te hebben om hun bedrijf succesvol voort te zetten (zie hier). Aangezien maar een kwart van alle zelfstandigen van TOZO 1 gebruik gemaakt heeft, kan je je wel afvragen hoe representatief dit onderzoek is. Feit blijft dat er blijkbaar flink wat zelfstandigen zijn die zich zorgen maken over de toekomst van hun eenmansbedrijf. Al zeggen ook hier 6 op de 10 zelfstandigen dat ze na 1 oktober hun bedrijf – eventueel met kleine aanpassingen – voort kunnen zetten.

Het herstel dat we in de macro-economische verwachtingen zien, gaat voorbij aan een aantal sectoren. Voor flink wat gespecialiseerde zelfstandigen, zowel in vak als sector, levert dat blijvende sombere verwachtingen op. Omscholen of van sector switchen kan lastig zijn.

Zie ook de oproep van zelfstandigenorganisaties voor gericht beleid ten behoeve van de groep zzp’ers die structureel onvoldoende succesvol is als ondernemer en mogelijk ook al voor corona een niet levensvatbaar bedrijf had. “Hulp bij bedrijfsbeëindiging, voorkomen van faillissement, een schone lei. Loopbaanoriëntatie, zo nodig omscholen naar een beroep met perspectief op werk en inkomen.” Zo schrijven zij in een brief aan de politiek.

‘Borstlap’ gevaarlijker dan corona?

De crisis waar we nu in zitten werpt zijn schaduw alvast vooruit. Ook op politiek vlak. De Tweede Kamer gaat binnenkort weer aan het werk met de reguliere agenda. Zo komt het kabinet dit najaar met haar reactie op het rapport van de Commissie Borstlap, waarna de Kamer erover met minister Koolmees in debat gaat.

Met name het hoofdstuk uit het rapport ‘weg met flex, en met zzp in het bijzonder’ kan op groeiend enthousiasme rekenen in bepaalde delen van politiek en polder. Zonder al te veel nuance worden actuele problemen in de zzp-markt gekoppeld aan de voorstellen van Borstlap voor afschaffing van fiscale voordelen, invoering van een verplicht sociaal stelsel en verbieden dat zzp’ers werk kunnen doen dat ook door werknemers gedaan wordt.

Een ander deel van het rapport krijgt overigens aanmerkelijk minder aandacht. Hier gaat het erover werkgevers de mogelijkheid te geven om eenvoudiger de functie en werktijd van werknemers aan te passen wegens bedrijfseconomische omstandigheden. Of om werkgevers de mogelijkheid te geven voor deeltijdontslag – zonder preventieve toets – tot een bepaald percentage. Meer wendbaarheid, meer wederkerigheid, schrijft Borstlap over de relatie tussen werkgevers en werknemers. Zonder het hardop te zeggen, zullen veel werkgevers nu denken: had ik die mogelijkheden nu maar alvast gehad.

Meer dan de uiteindelijke uitkomst van deze discussie – waar een beetje zelfstandig ondernemer wel een mouw aan weet te passen – is het de blijvende onzekerheid die als zwaard van Damocles boven de markt blijft hangen. En die onzekerheid is juist in deze tijden nogal onwelkom.

Hugo-Jan Ruts is 'editor-in-chief' en uitgever van ZiPconomy. Bekijk alle berichten van Hugo-Jan Ruts