"Exploring the future of work & the freelance economy"
SLUIT MENU

Bij nieuwe problemen horen nieuwe oplossingen, geen oude.

Iedereen wil veranderingen op de arbeidsmarkt. Maar de modernisering en echte innovatie komt maar moeilijk van de grond, stelt Stef Witteveen vast in deze interessante ‘long read’. “Voor innovatie heb je een lef nodig.”

Iedereen wil veranderingen op de arbeidsmarkt

In Nederland maar eigenlijk overal in de ontwikkelde wereld, proberen overheden de arbeidsmarkt te hervormen. Er wordt gepraat over de hervorming van het arbeidsrecht, de sociale zekerheid, het pensioenstelsel, het (beroeps)onderwijs en vaak wordt er gesproken over het terugdringen van schijnzelfstandigheid. Het lijkt erop dat de systemen van de 20ste eeuw over hun houdbaarheidsdatum zijn. Alle betrokkenen zijn ontevreden over de huidige situatie op de arbeidsmarkten. Ze verschillen weliswaar inhoudelijk vaak van mening en hebben ook verschillende belangen maar ze zoeken allemaal naar verandering. Onze overheid probeert hierover al decennia met de belangenpartijen te polderen maar de meeste gesprekken verzanden de laatste 20 jaar in eindeloos gesteggel en hervormingen komen er niet of nauwelijks van. De meeste nieuwe wetgeving van de afgelopen jaren hebben we averechts zien uitpakken of mislukken.

Modernisering is nooit “terug naar vroeger”

De hervormingen die nu op de agenda staan, zijn als het verbeteren van iets dat allang elke geschiktheid voor de toekomst heeft verloren. De manier waarop de politiek, de polder en de overheid de hervorming nu oppakken, schiet duidelijk tekort. Niet dat het de schuld is van Koolmees of van één van zijn voorgangers. Er is namelijk geen minister denkbaar die deze zaak vlot getrokken krijgt zolang er gedacht wordt dat het allemaal goed komt zodra de overheid en de polder er een handtekening onder zetten. Die tijd is voorbij. De onderwerpen staan decennialang op de agenda zonder dat er vorderingen worden geboekt. Hervormingen betekenen bovendien voor een aantal belangengroepen terug naar hoe het vroeger was in plaats van vooruit naar nieuwe kansen. Terug naar vroeger toen we de problemen van vandaag nog niet hadden. Terug naar het oude dienstverband uit 1907 of terug naar het verdrag van Versailles uit 1919 toen de ILO werd opgericht. Een dergelijke hervorming is geen modernisering maar een stap achteruit terwijl er inmiddels behoefte is aan echte innovatieve veranderingen op onze arbeidsmarkt. Zie artikel https://www.werkvereniging.nl/nieuws/werkzekerheid-en-wendbaarheid-in-een-wilde-wereld/. Zie ook hier het artikel “20 jaar innovatie op de arbeidsmarkt.”

Moeten we soms wachten op de urgentie van een crisis?

Modernisering en echt innoveren is nu precies iets dat mensen moeilijk vinden en overheden en instituties zoals onze polderpartijen al helemaal. Opgeven wat je gewend bent en daarom veilig voelt, lukt vaak pas in tijden van crisis als de urgentie aan den lijve wordt gevoeld. Steeds meer mensen hebben al ontdekt dat de veiligheid van het vaste dienstverband niet meer is wat het vroeger was. Steeds meer mensen kiezen voor een andere werkvorm omdat een vast dienstverband voelt als een valse belofte of als een knellende belemmering in je professionele ontwikkeling. Toch blijven instellingen zoals hypotheekverstrekkers voorlopig nog hangen aan de zogenaamde baanzekerheid van vast werk terwijl de werkzekerheid van freelancers en andere flexwerkers de waarde niet krijgt toegekend die het heeft of kan hebben. Vernieuwingsinitiatieven vanuit de samenleving krijgen nog te weinig bijval vanuit de overheid. Toch zal de urgentie geleidelijk toenemen nu de noodzakelijke vernieuwingen al heel lang achterwege blijven en de werkelijkheid steeds verder wegschuift van de oude systemen.

Heel lang wachten op de moed en de inspiratie uit Den Haag

Maar gaat geleidelijk wel snel genoeg? Voorlopig wordt de noodzaak tot innovatie nog onvoldoende erkend en de overheid en haar adviescolleges grijpen nog terug naar de oude methoden. Liever de nieuwe werkelijkheid terugschuiven zodat die weer in de oude systemen gaat passen. “Het kan niet anders”, zeggen ze dan. Het moet in de drie sporen die we kennen van vroeger, zo werkt het nu eenmaal en zo is het in internationaal verband afgesproken.

Zoals de geschiedenis keer op keer aantoont, kan het natuurlijk wél anders en dat wordt keer op keer bewezen. Het is niet voor het eerst dat we te maken hebben met de noodzaak tot vernieuwing. En als we toch verder dan een eeuw terugkijken voor inspiratie, verwijs ik graag naar een citaat uit een speech van Abraham Lincoln die hij hield voor de tweede jaarvergadering van het Amerikaans Congres in december 1862. Een speech waarmee hij ooit één van de belangrijkste vernieuwingen van onze moderne samenleving inluidde; een citaat dat me deed denken aan onze huidige arbeidsmarkt:

“The dogma’s of the quiet past are inadequate to the stormy present. The occasion is piled high with difficulty, and we must rise with the occasion. As our case is new so we must think anew and act anew . We must disenthrall ourselves and then we shall save our country. (…)”  

Het vaste dienstverband als toverstaf

Soms lijkt het dat de politiek denkt dat alle of vele maatschappelijke problemen opgelost zullen worden als mensen gewoon weer werknemer zouden zijn met een vaste baan zoals vroeger. Dit arbeidsmarkt conservatisme is voor veel politici en vakbonden als een toverstafje dat alles wat scheef zit weer recht zal trekken. Dit standpunt zal te simpel blijken en leiden van mislukking naar nieuwe mislukking omdat de toekomst van werk er nu eenmaal heel anders zal uitzien dan het verleden van werk.

Want met mij zullen velen graag de groeiende ongelijkheid van inkomens terugdringen. Ze zullen het steunen dat de overheid de houdbaarheid, betaalbaarheid en de toegankelijkheid van ons sociaal stelsel wil herstellen en onderhouden. Van alle kanten wil men graag helpen om de beroepsbevolking te faciliteren met bij- en omscholing zodat mensen kunnen mee-ontwikkelen met de snelle veranderingen in de samenleving. En natuurlijk willen we de beschikbaarheid van betaalbare woningen en hypotheken vergroten. We weten inmiddels dondersgoed dat we het welvaartsniveau van de middenklasse zouden moeten verhogen en werk in het algemeen lonender moeten maken. Bovendien willen we allemaal de productiviteit van de beroepsbevolking verbeteren. Maar waarom moet dat in maximaal drie rijbanen of waarom zou er daarom sprake zijn van doorgeslagen flex? Externe flex kan juist helpen bovenstaande doelen te verwezenlijken, vaak beter dan interne flex en de vaste baan is al helemaal geen toverstaf meer.

Voor innovatie heb je een beetje lef nodig

Het Borstlap rapport vond ik eerlijk gezegd erg sterk in haar analyse van de huidige situatie op de arbeidsmarkt. Zelfs de sprong naar de de vijf gekozen bouwstenen voor de toekomst is wat mij betreft voor een groot deel verdedigbaar.

Wel is het jammer dat er enkele politieke of ideële standpunten worden ingenomen die je van een ambtelijk/wetenschappelijk adviescollege niet zou verwachten. Ik noem ze hieronder kort:

  • Rem externe flexibiliteit af. Waarom zou je dat doen als je de rechtspositie en inkomenspositie van flexibele krachten kan verbeteren. Voorstellen om dat laatste te bereiken worden ook gedaan maar wat maakt interne flexibiliteit zoveel beter dan externe? De commissie onderbouwt dat nergens of het moet zijn dat er ooit in 1919 in internationaal verband is afgesproken hoe arbeid eruit zou moeten zien. Die afspraken leiden er overigens nu toe dat vernieuwing en modernisering van de arbeidsmarkten in de gehele westerse wereld haperen of zelfs faliekant mislukken. Waarom zou de commissie Borstlap deze politieke en juridische keuze maken zonder inhoudelijke onderbouwing? Is het in Nederland een publiek taboe dat externe flexkrachten in veel opzichten beter af zijn dan interne flexkrachten? Ziet men niet dat we ons veel sneller herstellen na een recessie dankzij de flexibiliteit?
  • Breng de keuzemogelijkheden in het arbeidsrecht terug naar 3 typen contracten. In de tijd dat we keer op keer ontdekken dat de werkelijkheid veel complexer is dan de theorie, zegt de commissie dat heel veel mensen toch over één kam moeten worden geschoren? We weten allang dat dé zzp’er niet bestaat en dat uitzending iets heel anders is dan payrollen en dat detacheren weer iets heel anders is dan uitzenden. Voor al die vormen bestaat een doelgroep en elke doelgroep verdient maatwerk. Waarom moet dan alles verplicht bij elkaar in een hokje? Dat wordt gewoon niet uitgelegd en is ook niet uit te leggen. Ik zou graag zeggen tegen de overheid: “Disenthrall yourself!”. Voor innovatie heb je een beetje lef nodig!

Te creatief kan je nooit zijn

Wat is het jammer dat deze zaken gewoon tussen tal van goeie ideeën worden gezet. Ideeën over het bevorderen van de interne wendbaarheid, over verhoging van het minimum loon, over een persoonlijk ontwikkel budget, over een gelijk fiscaal en sociaal stelsel voor iedereen, over een inclusieve arbeidsmarkt en over vele andere moderne en zinnige dingen. Nu de geïntroduceerde wetgeving met betrekking tot de arbeidsmarkt in de laatste 20 jaar geheel of gedeeltelijk is mislukt (WWZ, BGL, Participatiewet, DBA, WAB, Webmodule, etc.), dienen we ons af te vragen of de overheid zich niet teveel oplossend vermogen toedicht. Er zijn allang oplossingen bedacht in de samenleving die elk een deel van de toekomst kunnen vormen. Ook volgens Ton Wilthagen dienen vernieuwingen van onderop te komen en niet van het Ministerie of uit de Tweede Kamer https://www.movisie.nl/artikel/schaf-uitkeringen-af-naar-parallelle-arbeidsmarkt. De ideeën hebben vaak alleen een beetje support nodig of een beetje minder tegenwerking. De Werkvereniging hamert hier al jaren op. De overheid zou de kaders moeten zetten en in de randvoorwaarden moeten voorzien en dan de uitvoering en het oplossend vermogen uit de samenleving moeten laten komen.

Laatst hoorde ik iemand uit de commissie Borstlap zeggen dat het Nederlands bedrijfsleven veel te creatief is in het bedenken van nieuwe werkvormen. Lees het hier. Welnu, zou ik zeggen, maak gebruik van die zalige creativiteit en zet goede kaders zodat er bescherming is voor degenen die dat nodig hebben, zodat er rechtsgelijkheid is en solidariteit blijft bestaan in de samenleving.

Hier vind je onze tijdlijn die weergeeft wat er de afgelopen 20 jaar gebeurd is. Deze is samengesteld door Piet de Bondt.

Stef heeft in zijn loopbaan ervaring opgedaan met aangelegenheden van de arbeidsmarkt in binnen- en buitenland. De carrière van Stef is begonnen bij IKEA en Allied Breweries, daarna heeft hij als CEO bij o.a. Randstad België/Luxemburg, Randstad USA en CED Europe jarenlang gewerkt in de uitzend- en outsourcingssector. Momenteel is Stef Algemeen Directeur van Uniforce Solutions B.V. (www.uniforce.nl ) en Partner van W&RK advies. Bekijk alle berichten van Stef Witteveen

12 reacties op dit bericht

  1. Mooi stuk Stef. Je schrijft dat de manier waarop de overheid de hervormingen op de arbeidsmarkt oppakt tekort schiet en dat dat niet de schuld is van Koolmees of zijn voorgangers. Daar kan ik me voor een deel wel in vinden. Maar de huidige situatie, waarbij onduidelijk is welke regels er gelden, kan Koolmees wel aangerekend worden.

    Op 1 januari zou er een nieuwe wet DBA van kracht worden en de belastingdienst zou ook strenger gaan handhaven. Nu deze nieuwe wetgeving uitblijft ontstaat er veel onrust. Koolmees had bijvoorbeeld de huidige wetgeving, waarbinnen met modelovereenkomsten in ieder geval enige zekerheid bestaat tussen opdrachtgever en opdrachtnemer, kunnen verlengen. In plaats daarvan krijgen we (hopelijk) een Webmodule die ‘mogelijk’ uitkomst kan bieden in een beperkt aantal gevallen.

  2. Een erg goede analyse. Stef, en bovendien erg goed geschreven en onderbouwd met pakkende voorbeelden en stellingen, zoals;

    […] Terug naar vroeger toen we de problemen van vandaag nog niet hadden,
    […] omdat een vast dienstverband voelt als een valse belofte of als een knellende belemmering in je professionele ontwikkeling, en
    […] de werkelijkheid [die] steeds verder wegschuift van de oude systemen.

    Complimenten, ik ga het delen.

  3. Stef,

    Dank. Ik heb de (ijdele) hoop, dat er in het “Haagsche” dit uitermate verhelderende artikel gelezen wordt. En dat er wordt nagedacht en de dialoog met de diverse belangengroeperingen aangaat hoe er nu echt wat gedaan kan worden.

  4. Verfrissend artikel. De politiek ervaar ik niet als een verfrissende organisatie. Ik vrees dat de partijprogramma’s die nu geschreven worden/zijn de verfrissing weer 4 jaar zal blokkeren.