"Exploring the future of work & the freelance economy"
SLUIT MENU

Kandidaat-voorzitter FNV Kitty Jong zet zich ook in voor zzp’ers: ‘Sommige risico’s zijn te groot om alleen te dragen’

Kitty Jong is één van de twee kandidaat-voorzitters van vakbond FNV. Wat kan zij betekenen voor de tienduizenden zzp’ers die lid zijn van de vakbond?

Als vakbond moeten we een betere afspiegeling zijn van de arbeidsmarkt. Wij vertegenwoordigen niet alleen de werknemers, ook de zelfstandigen horen erbij”, zegt Kitty Jong, kandidaat-voorzitter van vakbond FNV. “Ik ben voor een grotere diversiteit binnen FNV en hoop dat ik meer zzp’ers kan inspireren om lid te worden.”

De leden van FNV kiezen van 4 februari tot en met 9 maart hun nieuwe voorzitter. Er zijn twee kandidaten om Han Busker op te volgen: Tuur Elzinga, bekend als onderhandelaar bij het Pensioenakkoord, en Kitty Jong, de huidige vicevoorzitter. Jong: “Ik denk dat ik een completere voorzitter ben. Ik heb aan veel dossiers gewerkt, waaronder de arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zzp’ers.”

Verplichte aov voor zzp’ers

Jong is namens FNV namelijk bestuurslid van de Stichting van de Arbeid, het overleginstituut van de vakbonden en de werkgevers. Zij dacht onder andere mee over het voorstel voor een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering (aov) voor zzp’ers die is afgesproken in het Pensioenakkoord. Waarschijnlijk komt het ministerie van Sociale Zaken deze maand nog met een reactie op het voorstel van de Stichting van de Arbeid.

Volgens Jong doet het voorstel recht aan de wensen van zzp’ers. “Ik heb er enorm veel zelfstandigen over gesproken”, zegt ze. “Die willen vooral een waardige verzekering. Op dit moment betalen zij de hoofdprijs voor een aov op bijstandsniveau. Het moet goedkoper en beter. Bovendien moet de premie variabel zijn, zodat zzp’ers zelf kunnen kiezen wat bij hun situatie past.”

Waarom moet zo’n verzekering verplicht worden? “Het is logisch dat een bewuste ondernemer bereid is om risico’s te nemen in ruil voor vrijheid”, zegt ze. “Maar we zien dat mensen zich niet realiseren hoe groot de armoedeval is bij arbeidsongeschiktheid. Sommige risico’s zijn te groot om alleen te dragen.”

Tienduizenden zzp’ers

Jong zegt dat ze graag wil laten zien dat FNV er ook voor de zelfstandig ondernemers is. De vakbond vertegenwoordigt meer dan 12.000 zzp’ers via FNV Zelfstandigen. En naar eigen zeggen ‘nog veel meer’ via de sectoren en vakbonden die georganiseerd zijn rondom beroepen waarin veel mensen als zelfstandige werken. Denk daarbij aan de Nederlandse Vereniging voor Journalisten (NVJ), FNV Mooi (kappers, schoonheidsspecialisten) en FNV Bouw.

“We zijn absoluut geen vijand van zelfstandigen, integendeel”, zegt Jong. “We willen de positie van de zzp’ers juist versterken. Maar dan wel de echte zelfstandig ondernemers, de werkenden die ondernemerschap ambiëren of een beroep hebben waarbij het logisch is dat je zzp’er bent. Gedwongen schijnzelfstandigheid, dat moet stoppen.”


Naast Kitty de Jong is ook Tuur Elzinga kandidaat om voorzitter van het FNV te worden. Op zijn verkiezingswebsite (zie hier) zegt Elzinga: ‘Heel veel werkgevers zoals in de bouw maar ook in de land- en tuinbouw en in de distributie zijn verslaafd aan flex. Hoog tijd dat ze afkicken van deze verslaving waarbij ze loonkosten drukken en alle risico’s bij de werkenden leggen. Want flexwerk zoals nulurencontracten, oproepbanen en schijnzelfstandigheid, betekent vooral laag loon en onzekerheid voor werkenden. Daarom wil ik er met de FNV een miljoen vaste banen bij.” 


Flexibele arbeidsmarkt bestrijden

In haar verkiezingsfilmpje zegt Jong dat ze doorgaat met ‘het bestrijden van de flexibele arbeidsmarkt’.  Volgens haar komt dat zzp’ers uiteindelijk ook ten goede. “Een vaste baan moet volgens ons de norm zijn in plaats van het flexcontract. Maar niet ten aanzien van de echte zelfstandig ondernemers. Die willen we in hun kracht zetten met goede tarieven, voldoende sociale zekerheid, meer mogelijkheden om pensioen op te bouwen en toegang tot scholing.”

Het is een misverstand dat de vakbond wil dat werknemers 40 jaar voor dezelfde baas blijven werken, benadrukt Jong. “Het gaat erom dat mensen eerlijk beloond worden en de ruimte hebben om zichzelf te ontwikkelen”, zegt ze. “Een ander misverstand is dat jongeren geen vast contract willen. Jongeren willen flexibiliteit, dat is iets anders dan een flexcontract. Ze willen zeggenschap over hun werk, het recht om thuis te werken en zichzelf doorontwikkelen. Dat moeten we mogelijk maken binnen de vaste baan.”

Ze verwijst naar het advies van de Commissie Borstlap. Deze commissie onder leiding van Hans Borstlap was ingesteld door minister Wouter Koolmees van Sociale Zaken om te onderzoeken hoe de regulering van werk er in de toekomst uit zou moeten zien. De commissie adviseert ‘een heldere afbakening tussen werknemers en zelfstandigen’ en drie rijbanen: zelfstandigen, werknemers in vaste dienst en uitzendkrachten voor tijdelijk werk dat qua duur en omvang van tevoren niet of moeilijk te overzien is.

Oproepcontracten en schijnconstructies

Op dit moment zijn er te veel contractvormen, vindt ook Jong. “Als je in mijn schoenen staat, heb je zicht op alle uitwassen ervan”, vertelt ze. “Denk aan oproepcontracten waarbij zorgmedewerkers maar een paar uur per dag worden ingehuurd, maar zes dagen per week paraat moeten staan. Flex is de norm, want dat is makkelijker voor de werkgever. Werkgevers verzinnen talloze varianten van flexcontracten, alleen maar om onder hun verantwoordelijkheden uit te komen.”

Jong werkte tot 2014 bij de Vrije Universiteit in Amsterdam, onder andere als directiesecretaresse en als ambtelijk secretaris voor de Ondernemingsraad. “Ik heb daar een grote reorganisatie meegemaakt. Collega’s moesten weg, maar konden de week daarna alweer terugkomen als zzp’er tegen ongeveer hetzelfde salaris maar zonder zekerheden.”

Volgens Jong is er nog veel te vaak sprake van zulke schijnconstructies. “Werkgevers concurreren zo op arbeidskosten en schuiven hun verantwoordelijkheden af. De schijn-zzp’er is daarvan de dupe. Het is de hoogste tijd om duidelijk onderscheid te maken en te handhaven.”

‘Begin met handhaven’

Het kabinet is ondertussen al jaren bezig met de vervanging van de Wet DBA, een wet die schijnzelfstandigheid moet voorkomen. Tot op heden is het niet gelukt om met nieuwe wetgeving te komen. De handhaving op schijnzelfstandigheid is opnieuw uitgesteld. Tot grote ergernis van Jong.

“Er zijn voldoende criteria om te bepalen of sprake is van schijnzelfstandigheid”, vindt ze. “Is er een gezagsverhouding? Is er sprake van loon of een tarief? Hoe hoog is dat? Ik maak me niet zo’n zorgen over de consultants, maar wel over de laagbetaalde zzp’ers die noodgedwongen op kosten concurreren met werknemers. ‘Schijnopdrachtgevers’ dicteren tarieven en arbeidsvoorwaarden, van zelfstandig ondernemerschap is in dat geval helemaal geen sprake.”

Ze verwijst naar een rapport van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) over de Nederlandse arbeidsmarkt. Hier is ook het advies van de Commissie Borstlap op gebaseerd. Jong: “Schijnzelfstandigheid is niet alleen een probleem voor de werkende zelf. Volgens de OESO is het aantal zzp’ers in Nederland buitensporig hoog en dat is een risico voor onze arbeidsproductiviteit. Een deel van deze zelfstandigen heeft namelijk meestal te weinig middelen voor bijscholing, dat geldt vooral voor zzp’ers met lage tarieven.”


Dat het aantal zzp’ers in Nederland buitensporig hoog is, klopt niet helemaal. Hoe dat zit, lees je in deze ZiP-factcheck. Het aantal zzp’ers in Nederland is weliswaar flink gegroeid, maar internationaal gezien niet opvallend hoog.


Scholing en collectief onderhandelen

De kandidaat-voorzitter van FNV wil iets doen aan dat gebrek aan scholing. “Voor werknemers bestaan allerlei scholingsfondsen per sector, daar zou je ook zzp’ers op aan kunnen sluiten”, zegt ze. Verder wil ze zorgen dat meer zzp’ers het recht krijgen om collectief te onderhandelen. Volgens het Europees recht mogen werknemers collectief onderhandelen over salarissen, maar (zelfstandig) ondernemers mogen geen prijsafspraken maken. Dat druist namelijk in tegen het kartelverbod.

Schijnzelfstandigen zijn de uitzondering op deze regel, blijkt uit een uitspraak van het Europees Hof (2014). Wie hetzelfde werk op dezelfde manier doet als werknemers, mag wel collectief onderhandelen. Zo is in de CAO voor architecten opgenomen dat ingehuurde zzp-architecten minimaal een tarief moeten krijgen van 150% van het vergelijkbare loon.

Jong denkt dat veel meer zzp’ers baat hebben bij dit soort tariefafspraken. “Denk bijvoorbeeld aan fysiotherapeuten die individueel moeten onderhandelen met grote zorgverzekeraars”, zegt ze. Je eigen tarief bepalen als criterium voor zelfstandigheid maar toch collectief onderhandelen, dat lijkt een tegenstelling. “Het gaat om een sectoraal minimumtarief”, verklaart ze. “Maar dan wel een reëel minimumtarief, niet die €16,- per uur waar dit kabinet mee op de proppen kwam. Als zelfstandige kun je natuurlijk een hoger tarief uitonderhandelen. Zo heb je wel degelijk grip op je eigen tarief, maar sta je niet alleen.”

Eén reactie op dit bericht

  1. Heeft een van de beoogd voorzitters wel eens als zzp’er gewerkt? Want ik geloof echt dat dat noodzakelijk is voor een voorzitter die de belangen van deze groep vertegenwoordigd