"Exploring the future of work & the freelance economy"
SLUIT MENU

Voor deze beroepen werd het meest NOW en TOZO aangevraagd. En de percentages voor NOW liggen flink hoger dan voor de TOZO.

Voor dienstverlenende, creatieve en taalkundige beroepen is het meest gebruik gemaakt van het eerste steunpakket. Dat geldt zowel voor de NOW als voor de TOZO, zo blijkt uit een analyse van het CBS.

Voor 57% van de werkende met een ‘dienstverlenend’ beroep, is in het begin van de Covid crisis NOW steun aangevraagd. 38% van de zelfstandigen met een vergelijkbaar beroep deed in die periode aanspraak op de TOZO. Dat blijkt uit een analyse van het eerste economisch steunpakket voor het CBS.

De verschillen tussen beroepsgroepen zijn groot. In vrijwel alle beroepsklasses is er het percentage aangevraagde NOW hoger dan TOZO. Alleen in de zorg en onderwijs lag het percentage TOZO hoger dat NOW.

De NOW voor werknemers vergelijken met TOZO voor zelfstandigen doet niet echt recht aan de grote verschillen tussen beide regelingen. De NOW vergoed een groot deel van de totale loonsom en is gerelateerd het percentage aan omzet daling. De TOZO is een vergoeding op bijstandsniveau en wordt alleen uitgekeerd wanneer het inkomen van de zelfstandigen onder dat niveau komt.

De CBS cijfers gaan alleen over het eerst steunpakket. Bij de TOZO 2 regeling werd ook het inkomen van de partner meegerekend en nam het aantal aanvragen drastisch af.

Lockdown betekent fors minder gewerkte uren

Maand-op-maand cijfers over het aantal gewerkte uren voor zelfstandigen in 2020 laat duidelijk ziet hoe groot de impact van de verschillende lockdowns geweest is.

Over heel 2020 is het aantal zelfstandigen is in 2020 weliswaar gegroeid, het aantal uren dat ze werkten is gedaald, vooral in april.  Zij werkten toen gemiddeld 9 uur per week minder dan in april 2019. Ter vergelijking, werknemers werkten gemiddeld 3 uur per week minder.

Na april werden ook in mei nog relatief veel minder uren gewerkt door zelfstandigen. In de daaropvolgende maanden waren de gewerkte uren weer vergelijkbaar met het voorgaande jaar. Pas tegen het einde van 2020 werden er weer minder uren gewerkt door zelfstandigen in vergelijking met het jaar ervoor, maar deze afname was veel minder groot dan in april.

Bij zelfstandigen deed de grootste afname in gewerkte uren zich voor in april 2020 in de dienstverlenende beroepen. In april 2019 werkten deze zelfstandigen gemiddeld nog 33 uur per week, in april 2020 was dat gemiddeld 11 uur. De afname tegen het einde van het jaar was relatief het grootst bij zelfstandigen in creatieve en taalkundige beroepen en, opnieuw, in de dienstverlenende beroepen. In december 2020 ging het voor deze beroepen om een daling van gemiddeld 6 uur ten opzichte van een jaar eerder.

Minder uren, meer TOZO

Er ligt een logisch verband tussen de daling van het aantal gewerkte uren en het aandeel zelfstandigen dat gebruikt maakte van de TOZO. Toch laten deze twee cijfers op beroepsniveau verschillen zien. Een relatie kleine daling van het aantal uren onder creatieve/taalkundigen zorgt toch voor een veel groter aantal TOZO aanvragen. Inkomens in deze beroepsgroep zijn relatief laag, dus een daling van het aantal uren leidt sneller dan bij andere beroepen tot daling van het inkomen onder bijstandsniveau.

Bij ICT’ers is het verschil ook groot. Relatief veel aanvragers van de TOZO ten opzichte van een kleine daling van het aantal uren. Hier zal spelen dat in de ICT een relatief grote groep 1 opdrachtgever heeft. Valt die weg, dan is gelijk ook het hele inkomen weg.

Dat de verschillen qua gewerkte uren ook op sector niveau groot zijn, dan zagen we vorige maand al.

2020 : minder flex, meer vast en zzp

In totaal waren er eind 2020 38 duizend mensen minder met betaald werk dan eind 2019. Deze daling komt uitsluitend voor rekening van flexwerknemers. Het aantal vaste krachten en zelfstandigen is wel gegroeid. Er waren eind 2020 vooral minder mensen werkzaam in dienstverlenende beroepen. De teruggang is vrijwel geheel toe te schrijven aan beroepen die worden uitgeoefend in de horeca. In bedrijfseconomische en administratieve beroepen waren juist meer mensen werkzaam dan een jaar eerder.

Hugo-Jan Ruts is 'editor-in-chief' en uitgever van ZiPconomy. Bekijk alle berichten van Hugo-Jan Ruts

4 reacties op dit bericht

  1. Weet wat ik best wel raar vind, is dat er meer geld is besteed aan de NOW (dus voor de mensen met een vaste baan dan naar de TOZO die in het leven is geroepen voor de flexibele schil waaronder de ZZpers.
    Daar hoor ik de politiek niet over. Mijn perceptie hieruit is dat de flexibelere schil en ZZpers minder in problemen zijn gekomen dan de Vaste mederwerkers.
    Terwijl men iedere keer weer aangeeft dat men de ZZPers moet beschermen. Of mis ik iets?????

  2. Beste Jos, wat jij mist is dat er door de partnertoets in de TOZO heel veel zelfstandigen ineens geheel buiten de TOZO vielen en dus 0 euro steun ontvingen. Het aantal aanvragen liep daarom terug met ruim 300.000 (bron Zipconomy) want je kreeg toch niks. Maar dat wil dus niet zeggen dat daarmee de problemen voor deze mensen voorbij waren, integendeel!! Kijk maar naar het aantal minder gewerkte uren hierboven of kijk op http://www.tomsuters.nl/corona.

    Ik roep alle getroffen ZZP-ers op om je aan te Sluiten bij de kritiek van onder meer VZN Nederland en de Werkvereniging op de zeer onrechtvaardige TOZO regeling. Je kunt ook mijn petitie ondertekenen op https://helpzelfstandige.petities.nl/

  3. @Tom, quote: “De CBS cijfers gaan alleen over het eerst steunpakket. Bij de TOZO 2 regeling werd ook het inkomen van de partner meegerekend en nam het aantal aanvragen drastisch af.”
    Volgens het artikel gaat dit over de eerste TOZO waar de partner inkomen nog niet werd meegenomen.
    Dus snap ik het niet….

    • Het wordt mij niet duidelijk wat je nou eigenlijk niet snapt. Als er minder TOZO dan NOW aanvragen zijn dan wat? Hoeven zelfstandigen dan niet geholpen te worden en bedrijven met werknemers in vaste dienst wel?

      Voor mij heeft elke ondernemer die buiten zijn schuld door Corona (een deel van) zijn inkomen verliest recht heeft op een eerlijke compensatie of het nou om bedrijven met 1, 10, 100 of 10.000 werknemers gaat.