"Exploring the future of work & the freelance economy"
SLUIT MENU

Promotieonderzoek toont aan dat er 7 types zzp’ers zijn en een diversiteit aan loopbaanstrategieën

Dé zzp’er bestaat niet, blijkt uit het promotieonderzoek van Sjanne Marie van den Groenendaal. Ze deed onderzoek naar zzp’ers en kwam tot de conclusie dat er zeven types te onderscheiden zijn, gebaseerd op hun startmotieven. Ook hebben zzp’ers verschillende strategieën voor het vormgeven van hun loopbaan, iets waar de overheid volgens de promovenda op in zou moeten spelen.

Nederland is nog niet ingericht op de verscheidenheid aan verschillende soorten zzp’ers, vertelt Sjanne Marie van den Groenendaal. “Het is voor de overheid het makkelijkst om één beleid te voeren voor zzp’ers, maar een groot deel van de zzp’ers bestaat uit proactieve mensen die heel happy zijn, alles doen om hun situatie tot een goed einde te brengen en de lasten zelf kunnen dragen. Flexibilisering hoeft helemaal niet zo’n groot probleem te zijn. Richt overheidsbeleid op de precaire groepen en laat de proactieve zzp’ers met rust.” De promovenda bracht de verschillende soorten zzp’ers in kaart, zodat de overheid en hr-afdelingen van organisaties daar gericht beleid voor kunnen ontwikkelen.

Het onderzoek begon bij het maatschappelijke beeld van zzp’ers, vertelt Van den Groenendaal: “Ik merkte dat er in de literatuur weinig aandacht was voor zzp’ers. Ze werden vaak geschaard onder zelfstandigen (met personeel) of onder flexibel personeel (zoals uitzendkrachten en seizoensarbeiders), maar die zijn toch echt wel anders. Ik dacht: dat kan toch niet? Niet alle zelfstandigen hebben een heel team aan personeel achter zich staan. Er zijn twee uitdagingen in de beeldvorming rond zzp’ers: enerzijds worden ze soms niet als een aparte groep gezien en anderzijds worden ze door de media afgetekend alsof ze allemaal hetzelfde willen.”

Het traditionele push-pull model

Van den Groenendaal ging op zoek naar manieren om een beter beeld te krijgen van zzp’ers. Ze begon door te kijken naar startmotieven. Wat drijft mensen om zelfstandig ondernemer te worden? Volgens het traditionele push-pull model zijn er factoren die mensen aantrekken tot zelfstandig ondernemerschap en factoren die ze wegdrijven van loondienstbetrekkingen.

Van den Groenendaal vindt het push-pull model te simpel: “Deze manier van denken is heel zwart-wit. In de media is vaak aandacht voor mensen die vanuit noodzaak zzp’er zijn geworden, de zogenaamde pushed-by-necessity. Er wordt vanuit gegaan dat de meerderheid van de startmotieven negatief is. In werkelijkheid zijn er ook startmotieven die niet in te delen zijn in push of pull maar die ertussenin vallen, en zijn er combinaties mogelijk.”

Wat zzp’ers nou echt drijft, is complex. Het innovatieve onderzoek van Sjanne Marie van den Groenendaal kijkt daarom verder dan het push-pull model. Door startmotieven te analyseren, heeft ze zeven types zzp’ers geïdentificeerd.

De zeven types zzp’ers

Bij de typering van zzp’ers zijn er een aantal zaken die opvallen. “Het onderzoek leverde interessante resultaten op,” vertelt Van den Groenendaal, “zo bleek dat de pushed-by-necessity geen meerderheid vormt. Veel vaker hebben zzp’ers positieve startmotieven, bijvoorbeeld als ze meer autonomie willen of meer controle over hun werkuren.”


De zeven types zzp’ers

  • Autonomen 30%Mensen die zelf willen bepalen hoeveel en wanneer ze werken.
  • Beroepsmatige zzp’ers 17%Beroepsuitoefenaren met een vak dat meestal op zzp-basis wordt uitgeoefend.
  • Uitdagingzoekers 14%Types die op zoek zijn geweest naar een uitdaging en altijd al als zelfstandige hebben willen werken.
  • Vluchters 13%Personeel dat niet meer voor een baas wil werken of wegvlucht van een bepaalde werksfeer.
  • Familiebedrijf zzp’ers 11%: Zelfstandige ondernemers die een familiebedrijf overnamen.
  • Rasondernemers 8%Ondernemers die altijd al als zelfstandige hebben willen werken.
  • Gedwongen zzp’ers 7%Mensen die vanwege ontslag of gebrek aan een baan als zzp’er zijn begonnen.

Een nog scherper beeld van de verschillende soorten zzp’ers ontstaat bij het bestuderen van hun loopbaanontwikkeling. In hoeverre geven ze hier zelf actief vorm aan? Voor het onderzoek zijn er 102 mensen geïnterviewd, van allerlei leeftijden en beroepsgroepen. Fotografen, IT’ers, bouwvakkers, interim-managers, kapsters, dog-trimmers enzovoorts.

Vier loopbaanpatronen

Onderzoekster Sjanne Marie van den Groenendaal heeft een indeling gemaakt in vier vormen van loopbaangedrag:

  1. Proactieve crafters: Zelfstandigen die vanuit intrinsieke motivatie heel actief bezig zijn met hun loopbaanontwikkeling.
  2. Adaptieve crafters: Zzp’ers die extrinsiek gemotiveerd zijn en reageren op wat nodig is, zoals de noodzaak om bij te leren vanuit het werkveld.
  3. Survivors: Beroepsuitoefenaren die geen mogelijkheden zien om te reflecteren, omdat ze tot over hun oren in het werk zitten.
  4. Passieve balanceerders: Mensen die hun werk leuk vinden maar niet direct de behoefte hebben om actief met loopbaanontwikkeling bezig te zijn.

Opvallend is de verdeling van zzp’ers over de verschillende loopbaanpatronen. Van den Groenendaal vertelt dat meer dan de helft van de zzp’ers proactieve crafters zijn, het aantal survivors en passieve balanceerders ligt veel lager: “Loopbaanontwikkeling is uiteindelijk de verantwoordelijkheid van de zzp’er, die heeft gekozen voor zelfstandig ondernemerschap. Mensen zijn architect van hun eigen loopbaan. Dit geldt voor zelfstandigen tot in het uiterste.”

De survivors die passief loopbaangedrag vertonen, zijn werkzaam in de bouw en hebben vaak te maken met een tekort op de arbeidsmarkt. Zij zeggen liever geen nee tegen klanten, vertelt de onderzoekster: “De respondenten in het onderzoek benoemden dat je als zelfstandig ondernemer continu een bepaalde spanning ervaart: doe ik wat ik leuk vind, of laat ik me leiden door wat de markt van me vraagt? Het is belangrijk om happy, healthy en productive te zijn. Een goede balans lijkt hierin voor een enorme buffer te zorgen om te kunnen omgaan met gezondheidsklachten. Er zijn zelfs bouwvakkers met ernstige fysieke klachten die toch zeggen: ik ga nooit meer terug in loondienst.”

Wat opdrachtgevers en bureaus kunnen leren van het onderzoek

Het proefschrift blijft niet steken bij theoretische modellen, maar slaat ook bruggen naar de praktijk. Van den Groenendaal vertelt: “Een collega zei op een gegeven moment, heel interessant dat onderzoek naar de loopbaanontwikkeling van zzp’ers, maar waar is de rol van hr in jouw onderzoek? Dat bracht me op het idee onderzoek te doen naar hoe inclusief hr-beleid, waarbij zowel vast als flexibel personeel wordt betrokken, toegepast kan worden op arbeidsrelaties zodat aan de verwachtingen van beide partijen wordt voldaan: de opdrachtgevers en de zzp’ers.”

De hoofdboodschap uit het onderzoek voor HR is: ga het gesprek aan met de zelfstandigen

Van den Groenendaal ging in gesprek met hr-managers. “Gaandeweg kwam ik erachter dat inhuur vaker wordt vormgegeven door de inkoopafdeling dan door hr. Maar het inhuren van zzp’ers gaat niet over meubilair, het gaat over mensen. Bewustwording hiervan is de eerste stap om te zorgen dat opdrachtgevers verder kijken dan een opdracht.”

Lees ook: Een HR-perspectief op arbeidsrelaties met zzp’ers

Uit de gesprekken met hr-managers kwam een tweedeling naar voren. “Er zijn twee smaken bij opdrachtgevers. Sommigen vinden dat iedereen erbij hoort, anderen vinden dat zzp’ers anders zijn dan vast personeel. Ook bij freelancers zijn er twee smaken. Sommigen vinden het leuk om uitgenodigd te worden voor de kerstborrel en dat soort sociale activiteiten, maar voor anderen is dit niet handig, bijvoorbeeld als ze een herstructurering binnen een bedrijf moeten leiden. De hoofdboodschap uit het onderzoek is: ga het gesprek aan.”

Lees ook: Meningen, motieven en belemmeringen over ‘goed opdrachtgeverschap’ in beeld

Wat de politiek kan leren van het onderzoek

De inzichten die het proefschrift heeft opgeleverd, kunnen bruikbaar zijn voor het bedrijfsleven en voor de politiek. Sjanne Marie van den Groenendaal vertelt dat er in de wetenschappelijke literatuur nog maar weinig bekend was over zzp’ers en in het bijzonder hun loopbaangedrag: “Dat maakte het zo waardevol om exploratief kwalitatief onderzoek te doen.”

Richt je op de precaire groepen binnen beroepsgroepen en laat de meer proactieve crafters met rust

Uit de gesprekken met hr-managers blijkt waar kansen voor verbetering liggen. “Zowel uit het onderzoek als uit de gesprekken met de praktijk merk ik op dat het voorkomen van schijnzelfstandigheid vooral opdrachtgevers onzeker maakt. Ze vragen zich af: mogen we die zzp’er nog wel een tweede keer inhuren? Vervolgens gaan ze beknibbelen en dat maakt dan weer zzp’ers onzeker.”

“Cijfers van het CBS laten zien dat het zzp-schap meer in trek is en naar verwachting zal dat alleen maar toenemen. Dit is belangrijk om op te anticiperen. Wat ik nu een beetje proef bij de nieuwsberichten over de aanpak van de overheid, is dat ze van bovenaf alles willen gladstrijken. Dat neigt naar een ‘one size fits all’ benadering. Maar in mijn ogen ligt de oplossing in beleid op sectorniveau. Richt je op de precaire groepen binnen beroepsgroepen en laat de meer proactieve crafters met rust.”

Overheidsbeleid heeft niet alleen effect op de huidige arbeidsmarkt, maar ook op de lange termijn. Van den Groenendaal deelt haar visie: “De flexibilisering zal alleen maar meer worden. Bedrijven worden steeds platter. Er zijn geen functies meer, maar talenten die samenwerken. Organisaties willen tijdelijk personeel, maar wel de crème de la crème, die samen wordt gebracht op projectbasis. Je gaat achterlopen als je dat terugdringt.”

Meer weten?

Lees hier het eerste blog van Sjanne Marie: Een HR-perspectief op arbeidsrelaties met zzp’ers
Lees hier het tweede blog van Sjanne Marie: De rol van HR bij duurzame inzetbaarheid van zzp’ers

3 reacties op dit bericht

  1. Is N 102 representatief? Misschien voor het onderscheiden. Voor de percentages lijkt het mij een brug te ver. Hoop dat in het promotie onderzoek de percentages beter onderbouwd zijn als in het artikel. Waar kan ik het vinden?