"Exploring the future of work & the freelance economy"
SLUIT MENU

Detacheerders: ‘wij verdienen ons geld met goed werkgeverschap’

De marktontwikkelingen bieden mooie kansen voor de kandidaatgedreven detacheerders. De bedreiging komt uit de politiek. Onterecht, vindt Eva van der Veeken (Finanxe): “Strengere regulering is voor detacheerders helemaal niet nodig. Wij verdienen juist ons geld met goed werkgeverschap.” Maar dat is bij velen in Den Haag nog niet bekend. En dus is er werk aan de winkel.

Dat bleek op 28 juni jl. tijdens de online themabijeenkomst ‘Detacheren in Perspectief’ van de Vereniging van Detacheerders Nederland (VvDN), dat is gehost door VvDN-lid Reijn.

Perspectief markt

Han Mesters, sectorbankier bij ABN AMRO, schetste een bijna gouden toekomst voor detacheerders. Een van de belangrijkste maatschappelijke en macro-economische ontwikkelingen waar detacheerders hun voordeel uit kunnen halen is de structurele krapte die er (weer) aankomt. “Door de demografische ontwikkeling raakt de pool aan talenten langzaam maar zeker leeg.” Dat nu – tijdens de coronacrisis – de werkloosheid zo laag ligt (3,5%) is een teken aan de wand volgens Mesters.

“The ‘war for talent’ is over. Talent has won’ – stelt hij. Volgens hem ligt er een kans voor detacheerders die zich positioneren als ‘employer of choice’ richting kandidaten. “Detacheerders zijn vaak al heel kandidaatgericht. Dus die hebben een grote voorsprong.” Dat geldt ook voor het investeren in opleiding en ontwikkeling van werknemers. “Je ontkomt daar niet aan en detacheerders doen dat al heel veel.”

Mesters schetst het in de HR-wereld bekende impresario-model, waarin de kandidaat centraal staat en de organisatie hem bindt en zijn ‘persoonlijke kpi’s verbindt met de kpi’s van de organisatie’. Bijvoorbeeld: de kandidaat geeft aan wel een tijdje in Amerika te willen werken, maak dat mogelijk en stel als voorwaarde dat die kandidaat wel (langere tijd) bij de organisatie blijft.

Mesters ziet een trend in HR waar detacheerders van kunnen profiteren als zij daar goed op inspelen. “HR management wordt een kernkwaliteit binnen organisaties. Naast het vinden en binden van kandidaten gaan we ook steeds meer naar een mensenorganisatie; er vindt een verschuiving plaats van share of wallet naar share of heart.” Kandidaatgedreven detacheerders hebben volgens hem ook in dat opzicht een voordeel.

Voor detacheerders ziet Mesters eveneens een rol weggelegd als ‘strategisch HR partner’. “Voor inlenende organisaties kunnen zij bijdragen aan het oplossen van de strategic workforce-uitdagingen waar HR mee worstelt.” Zijn advies aan detacheerders: “Help HR-mensen hierbij, investeer in hun kennis en kom met oplossingen, ongeacht contractvormen.”

The ‘war for talent’ is over. Talent has won

Han Mesters (ABN AMRO)

Modern werkgeverschap

Tijdens de bijeenkomst was er een rondetafeldiscussie geleid door Stef Witteveen met als tafelgasten Eva van der Veeken (Finanxe), René Noordhof (Bender) en Han Mesters. Hier werd duidelijk dat detacheerders merken dat zij onterecht in de hoek van (foute) flex worden geschaard. “In de politieke discussie wordt veel gesproken over de onderkant van de arbeidsmarkt (waar het eigenlijk niet eens zozeer gaat om vast-flex, maar meer over zekerheid-onzekerheid.) Maar dat is een totaal andere wereld dan die waarin wij als detacheerders zitten.”

Van der Veeken ervaart dat net zo: ‘Vraag eens aan een gedetacheerde of hij of zij zich een uitzendkracht voelt? Niemand van hen ziet zichzelf zo.” En dat zijn zij ook niet, vervolgt zij. “Wat wij doen is modern werkgeverschap. Niet voor niets investeren wij 9% van de loonsom in opleiding en ontwikkeling van onze mensen. Wij verdienen ons geld met goed werkgeverschap.”

Mesters deelt die mening. “Detacheerders bieden vaak meer opleidings- en ontwikkelingsmogelijkheden dan menig trainee-programma.”

Bender valt Van der Veeken ook bij: “Voortgangs- en loopbaangesprekken voeren is voor ons iets basaals, maar blijkbaar geldt dat niet voor elke werkgever. Veel reguliere werkgevers doen dat niet eens.”

Dat detacheerders goed werkgeverschap hoog in het vaandel hebben, is iets dat zij meer zouden moeten uitdragen, stelt Mesters: ‘Jullie investeren veel in opleiding en ontwikkeling van jullie mensen en zijn heel kandidaatgericht. Juist het binden op afstand – waar reguliere werkgevers het moeilijk mee hebben –  is voor jullie heel normaal. Daar zijn jullie heel goed in. Kijk goed naar de juweeltjes die jullie als detacheerders in huis hebben.”

Wat wij doen is modern werkgeverschap. Niet voor niets investeren wij 9% van de loonsom in opleiding en ontwikkeling van onze mensen.

Eva van der Veeken (Finanxe)

Politiek perspectief

“Het perspectief voor detacheerders is florissant”, zei onlangs mede-oprichter van de VvDN Stef Witteveen in een interview met ZiPconomy. Maar mogelijke ‘verkeerde’ wetgeving hangt als een dreigende wolk aan de horizon, zo waarschuwde hij tegelijkertijd. Detacheerders hebben te maken met een ‘politiek-juridische werkelijkheid’ die niet gunstig is.

Witteveen doelt hiermee op het feit dat door de driehoeksrelatie opdrachtgever-werknemer-werkgever detacheren onder de WAADI valt (en dus als uitzenden wordt gezien). “Dat is lange tijd geen probleem geweest voor ons, maar door de huidige anti-flex neiging in Den Haag hebben we daar nu wel last van.” Zeker nu de politiek beslissingen moet gaan nemen over de rol van flex op de arbeidsmarkt (Commissie Borstlap/SER).

Grootste bezwaar is dat detacheerders, doordat zij onder de WAADI vallen, volgens Borstlaps’ aanbevelingen in rijbaan 3 (uitzenden) zouden moeten vallen. Ook Van der Veeken is dat een doorn in het oog: “Het is alsof wij schuldig zijn, tot onze onschuld is bewezen. Wij zijn geen flexwerkgevers, maar bieden wel flexibiliteit aan opdrachtgevers. Er wordt ons dan een kans ontnomen om een deel van de oplossing te zijn. Strengere regulering is voor ons dan ook niet nodig. Nogmaals: wij verdienen juist ons geld met goed werkgeverschap.”

”Dat hebben velen in Den Haag nog niet door”, zegt Witteveen. Toch is er volgens hem ook op dit gebied reden voor optimisme. “Ik zie juridische kansen om detachering niet meer onder de WAADI te laten vallen zodat detacheerders als ‘gewone’ (eigenlijk ultieme) werkgevers worden gezien.” Witteveen voelt zich hierin gesterkt doordat meerdere leden, waaronder Johan Zwemmer, van de Commissie Borstlap al hebben aangegeven dat detachering in rijbaan één (werkgevers) thuishoort.

Alternatief zou kunnen zijn om detacheerders een wettelijk kader te geven, een eigen plek in het Burgerlijk Wetboek (anders dan 7:690 BW (uitzendovereenkomst). Opvallend, ook Han Mesters (ABN AMRO) spreekt de wens uit dat in het regeerakkoord detachering een ‘aparte status’ krijgt.

Ik ben hoopvol dat detacheren zijn eigen plek gaat krijgen, maar het zal nog een hele hijs worden.
René Noordhof (Bender)

De VvDN wil dus de erkenning dat detacheerders en gedetacheerden ‘gewoon’ een werkgevers-werknemers relatie hebben. Noordhof roept de politiek op hieraan gehoor te geven. “Detacheerders zijn volwaardige werkgevers die thuishoren in rijbaan één. Ik hoop dat de nuance die Johan Zwemmer (Commissie Borstlap) maakt het uitgangspunt wordt voor nieuwe wetgeving. Wij voldoen als detacheerders aan alle voorwaarden van goed werkgeverschap. Dus politiek, neem het VvDN-advies uit de position paper ter harte!”

Noordhof beseft dat het nog lastig wordt om het onderscheid tussen flex en detacheren bij politici helder te krijgen. “Ik ben hoopvol dat detacheren zijn eigen plek gaat krijgen, maar het zal nog een hele hijs worden.”

Van der Veeken vindt dat detacheerders de hand ook in eigen boezem moeten steken. “Dat uit het Borstlap- en SER-advies blijkt dat detacheren niet goed wordt begrepen, ligt ook aan onszelf. We moeten dat dus blijven uitleggen.”

Het is ook aan ons, detacheerders, om onze belangrijke positie bekendheid te geven, stelt ook Witteveen, die op zijn beurt alle VvDN-leden oproept de position paper en de factsheet te downloaden en te delen in hun netwerk.

Conclusie van de VvDN na de bijeenkomst: hoewel er nog vele uitdagingen voor detacheerders zijn op weg naar wettelijke verankering en een eigen positionering, zien detacheerders een wenkend perspectief voor detachering als onderscheidende vorm van modern werkgeverschap.

Maar om dat te realiseren is er inderdaad wel werk aan de winkel, weet Stef Witteveen, tevens voorzitter van de commissie Lobby & Wetgeving van de VvDN. “Wij moeten nu laten zien waar we voor staan, wat we doen en wie we zijn. We zijn hier intens mee bezig, doen er alles aan, maar het is zeker nog geen gelopen race.”

Bijeenkomst gemist en wilt u deze terugkijken? Stuur dan een e-mail naar secretariaat@vvdn.nl