"Exploring the future of work & the freelance economy"
SLUIT MENU

Schaf niet de tijdelijke lijfrente af, maar voer tijdelijk pensioen in

Het kabinet wil alle werkenden die pensioen opbouwen dezelfde spelregels opleggen. Columnist Sjaak Zonneveld vindt dat een goed streven, maar begrijpt niet waarom de tweede pijler de norm moet zijn.

Een beknoptere versie van deze column verscheen eerder in het Financiële Dagblad.

Uitgangspunt van het pensioenakkoord is dat voor alle werkenden die pensioen opbouwen, dezelfde spelregels gelden. Of je nu in loondienst bent en pensioen opbouwt via de tweede pijler, of een ondernemer bent die voor zijn pensioen op de derde pijler is aangewezen. Een nobel streven dat ervoor moet zorgen dat meer werkenden pensioen opbouwen.

Het kabinet wil de fiscale ruimte voor beide pijlers gelijktrekken en de regels voor de uitkering gelijkstellen. Daar valt best iets voor te zeggen, maar waarom worden de regels voor de tweede pijler als uitgangspunt genomen?

Flexibiliteit

Juist de flexibiliteit die de derde pijler op uitkeringsgebied biedt, is voor veel deelnemers aantrekkelijk. Het is één van de redenen waarom mensen gebruik maken van lijfrente. Als die flexibiliteit verdwijnt, zullen juist minder mensen pensioen in de vorm van lijfrente opbouwen.

Als het doel is de verschillen wegnemen: waarom dan juist niet méér flexibiliteit in de tweede pijler? In plaats van de derde pijler stroever maken. Zou het niet wenselijk zijn kleine aanvullende pensioenen – bijvoorbeeld van minder dan € 150 per maand – voor een kortere periode uit te kunnen keren?

Als het doel is de verschillen wegnemen: waarom dan juist niet méér flexibiliteit in de tweede pijler?

Geen pensioenuitvoerder zit te wachten op het levenslang uitkeren van enkele tientjes. Deze kleine aanvullende pensioenen zijn daarnaast vaak van praktisch opgeleide werknemers. Zij hebben een lagere levensverwachting en dus waarschijnlijk liever een hogere uitkering voor een kortere looptijd.

Perverse solidariteit

Om nog een steen in de vijver te gooien: waarom zou ‘levenslang’ de standaard moeten zijn? Waarom niet de uitkering standaard maximeren op twintig jaar na AOW-leeftijd? Waarbij het resterende langlevenrisico bijverzekerd kan worden. De theoretisch opgeleide met hogere levensverwachting betaalt via een verzekeringspremie zelf voor dit risico. Zo wordt ook het probleem van de perverse solidariteit – waarbij de stratenmaker de hoogleraar subsidieert – deels opgelost.

Vanwege de stijgende levensverwachting en de bijbehorende onzekerheid voor ons pensioenstelsel, is het zeer onwenselijk lijfrente-uitkeringen aan te passen aan de systematiek van de tweede pijler. Het introduceren van een tijdelijke pensioenuitkering is wenselijker. Maar als dit nog een brug te ver is, laten we dan in ieder geval de tijdelijke lijfrentes in stand houden.

 

Lees hier: Zzp’er wordt de dupe van het verdwijnen van de ‘tijdelijke lijfrente’, vrezen verzekeraars

Sjaak Zonneveld is één van de initiatiefnemers van BrightPensioen en schrijver van Reis rond de wereld in je beste jaren. Bekijk alle berichten van Sjaak Zonneveld

5 reacties op dit bericht

  1. Ik heb een gapend pensioen tekort, maar de huidige regels maken het onmogelijk nog een redelijk pensioen op te bouwen. Ik heb wel spaargeld opzij gezet, maar betaal me scheel aan belastingen daarover. Het is onmogelijk dit spaargeld fiscaal gunstig opzij te zetten voor je pensioen. De jaarruimte zou moeten worden vervangen door “levensruimte”. Dat wil zeggen: het totale tekort dat je tijdens je leven hebt opgebouwd zou je in een lijfrente o.i.d. moeten kunnen storten. Heb je op 60 jarige leeftijd 0 pensioen opgebouwd, dan heeft het geen zin daaraan te beginnen als je maar een paar duizend euro per jaar mag storten. Je zou dan een paar ton in je pensioenpot moeten mogen storten (belastingvrij overhevelen van spaarrekening naar pensioenregeling). De huidige regels ontmoedigen nog iets aan je pensioen te repareren als je al wat ouder bent.

    • Zeker een leuke suggestie. De vraag is natuurlijk wel waarom iemand in de loop der jaren zoveel spaargeld opzij gezet heeft en niet tussentijds dit al fiscaal vriendelijk opzij gezet heeft.

  2. Het lijkt erop dat die nieuwe pensioenwet voor vrijwel niemand voordelen oplevert. Niet voor werknemers die verplicht en zonder keuze voor de pensioenuitvoerder opnieuw gedwongen in een andere regeling komt. Maar ook voor de zelfstandige ondernemers, al dan niet met personeel, die daarin worden meegetrokken. Goed idee om uit te gaan van 20 jaar pensioenuitkering boven de AOW leeftijd. Met een richtleeftijd van 70 jaar voor AOW/pensioen omvat die duur voor een groot deel van de gerechtigden hun resterende levensverwachting. En daarnaast zou de AOW toch voldoende moeten zijn om te voorzien in je levensonderhoud?

  3. Niet alle werkgevers doen aan pensioen, zelf ook een groot pensioensgat en AOW gat (30% gekort, 15jaar) door lange buitenlandse werk opdrachten, natuurlijk heel specifiek maar dat valt ook niet te repareren. Die 3e pilaar is essentieel voor mij om nog enigszins wat op te bouwen