"Exploring the future of work & the freelance economy"
SLUIT MENU

Discussie over positie detacheren: komt de oplossing uit de polder of politiek?

Van de verwachte strengere wetgeving voor flex dreigt detacheren onbedoeld de dupe te worden. “Je moet het kind niet met het badwater weggooien”, zegt VVD-Kamerlid Bart Smals.

“Ik snap inmiddels dat detacheren geen uitzenden is en dat detacheerders ‘gewone’ werkgevers zijn. Maar er zijn genoeg collega-Kamerleden die je dat nog echt goed moet uitleggen.”

Deze uitspraak deed VVD-Kamerlid Bart Smals op maandag 13 juni jl. tijdens de goedbezochte themabijeenkomst Detacheren & de arbeidsmarkt van nu in Den Haag, georganiseerd door de Vereniging van Detacheerders Nederland (VvDN). Deelnemers aan de paneldiscussie discussieerden over betere regelgeving voor detachering. Naast Smals waren dat Nic van Holstein (voorzitter vakcentrale VCP en lid van de SER), Niels Jansen (UvA) en Stef Witteveen (VvDN).

Concrete acties voor arbeidsmarkthervorming

De timing van de bijeenkomst kon niet beter. Binnenkort komt de langverwachte Kamerbrief van minister Karien van Gennip (SZW) over de nodige arbeidsmarkthervormingen. En dat wordt tijd ook, vindt Smals: “We zitten nog steeds met de Wet DBA en het rapport Borstlap en het SER MLT-advies liggen op tafel. Het is echt de ambitie om de komende maanden met concrete acties te komen.

“Ik beloof dat ik die Kamerbrief zal lezen met de bril van de werkende; ligt het in lijn met wat die werkende wil? Want een van de verworvenheden is dat mensen hun arbeid zelf kunnen inrichten. En het is aan de wetgever om dat te faciliteren.”

Smals’ idee over wat er moet gebeuren: “Er zijn misstanden die moeten worden aangepakt, denk aan de maaltijdbezorgers. Maar verder moet je niet verwachten dat de wetgever alles heel precies gaat beschrijven en uitwerken. De oplossingen moet je in het veld zoeken, bijvoorbeeld in CAO’s. Ik geloof meer in zelfregulering.”

Contract onbepaalde tijd

Na het advies van Borstlap is de consensus binnen de SER en het kabinet dat het contract voor onbepaalde tijd het uitgangspunt voor arbeidsmarktbeleid moet zijn. Daar kan Nic van Holstein zich zeker in vinden. “Ik zie wel een rol voor flex op de arbeidsmarkt, maar flex is uit de bocht gevlogen er is dus meer regulering nodig.”

Wij stellen de werkende centraal. Waarom wordt dat niet als uitgangspunt genomen?

Een detacheerder in de zaal reageert direct: “Maar met misstanden op de arbeidsmarkt heeft detachering niets te maken. Wij bieden onze mensen een vaste baan, afwisselend werk en kansen om te groeien. Wij stellen de werkende centraal. Waarom wordt dat niet als uitgangspunt genomen?”

Van Holstein (in navolging van Smals): “Maak dat dan duidelijk in Den Haag. Laat hen weten dat de meeste gedetacheerden tevreden zijn en dat detacheren echt iets anders is dan flex.”

‘Pak driehoeksarbeidsrelatie aan’

Want juist dat frustreert detacheerders. Detachering valt door de driehoeksarbeidsrelatie opdrachtgever-werknemer-werkgever onder de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs (WAADI) en wordt daardoor als uitzenden gezien. Met onder meer als gevolg dat gedetacheerden ook onder de Uitzend-CAO vallen. “Maar wij zijn geen flexwerkgevers. Wij bieden juist werknemerszekerheid en investeren in hen. Dat is ons hele bestaansrecht”, zegt Stef Witteveen.

De boodschap van de VvDN aan Den Haag: “Wij staan 100% achter het rapport Borstlap en het SER MLT-advies. Maar als je echt hervormingen gaat doorvoeren, doe dan ook iets aan de driehoeksrelaties. Zorg dat detacheren niet onder uitzenden geschoven wordt. Wat dat is het niet!”

Dat detacheerders zich daar zorgen over maken is niet verwonderlijk. “Detacheren wordt in die rapporten niet één keer genoemd”, stelt Witteveen vast. Van Holstein brengt daartegenin: “Zie het als iets positiefs dat detacheren niet expliciet wordt genoemd in het SER MLT-advies. Want daarin staan de punten die aangepakt moeten worden.”

Flexbedrijven betalen meer premies

Niels Jansen heeft onderzoek gedaan naar driehoeksrelaties op de arbeidsmarkt en gekeken naar de positie van detacheren. Centrale vraag: zijn er legitieme argumenten om detacheerders niet onder de uitzendregels te laten vallen?

Het is wel duidelijk hoe detacheerders daar zelf over denken. Het juridisch gelijkstellen van detachering aan uitzenden kent volgens de VvDN enkele serieuze pijnpunten.

Eén daarvan is dat detacheerders vallen onder de fiscale sectorindeling 52; Volgens het principe ‘de vervuiler betaalt’, moeten flexbedrijven veel hogere premies betalen voor WW-AWF (werkloosheid) en de Werhervattingskas ZW en WGA (arbeidsongeschiktheid); de kans dat een beroep wordt gedaan op die uitkeringen is immers hoger bij flexkrachten. “Dat dit voor gedetacheerden met een contract voor onbepaalde tijd niet zou moeten gelden, is duidelijk”, zegt Jansen.

Inlenersbeloning zorgt voor rechtsongelijkheid

Een ander pijnpunt is de inlenersbeloning; ook daarmee hebben gedetacheerden te maken door de gelijkschakeling met uitzendkrachten. Niet hun werkgever (detacheerder) bepaalt de arbeidsvoorwaarden, maar het inlenende bedrijf waar zij op dat moment gedetacheerd zijn.

Dat werkt volgens de VvDN rechtsongelijkheid in de hand. Een gedetacheerde is in dienst bij de detacheerder maar krijgt bij verandering van opdrachtgever te maken met andere arbeidsvoorwaarden. En die kunnen flink afwijken van collega-gedetacheerden die bij andere opdrachtgevers in andere sectoren aan de slag zijn.

De argumentatie om gedetacheerden niet onder de inlenersbeloning te laten vallen vindt Jansen ‘minder duidelijk’. “Je moet niet vergeten dat de inlenersbeloning niet alleen is bedoeld voor uitzendkrachten en gedetacheerden, maar ook voor de werknemers die bij de inlener in dienst zijn.”

Er is volgens hem een maatschappelijk belang om te voorkomen dat de externe inhuur gebeurt vanwege de (lagere) kosten. De politiek ziet dat als ‘misbruik’ van de factor arbeid. Detacheerders in de zaal weerleggen overigens dat inleners vanuit kostenoverwegingen kiezen voor detachering. ‘Wij zijn helemaal niet goedkoper.’

Niet onder Uitzend-CAO

Heikel punt voor de VvDN is dus dat detachering onder de Uitzend-CAO valt. Maar Jansen ziet voor het oplossen van dit probleem geen rol weggelegd voor de wetgever. “De VvDN moet niet bij Bart Smals (lees: politiek) zijn, maar bij de ABU. Waarom probeer je niet binnen de Uitzend-CAO een uitzondering voor detachering te regelen?”

Dagvoorzitter Hugo-Jan Ruts vraagt of je dan niet in een catch 22-situatie belandt –  ‘met de uitzenders onderhandelen omdat je niet onder uitzenden wilt vallen?’ De aanwezige detacheerders in de zaal voelen hier dan ook niets voor. ‘Wij passen niet bij uitzenden. Het is niet onze omgeving, niet ons narratief. Dat willen wij niet.’ Niet voor niets werk de VvDN hard aan de totstandkoming van een eigen CAO.

Meer juridische ruimte

De VvDN wil dat de juridische positie van detachering wordt verbeterd en expliciet verankerd in de wet. En er is volgens de branchevereniging een (vrij eenvoudige) juridische oplossing. De Europese Uitzendrichtlijn biedt volgens de VvDN voldoende ruimte om af te wijken van afspraken, bijvoorbeeld in het geval er sprake is van arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd. In de WAADI, waarin de Europese Uitzendrichtlijn is uitgewerkt, zou je dus kunnen opnemen dat de uitzendregels, zoals de inlenersbeloning, niet gelden voor (gedetacheerden met) vaste contracten.

Het maken van die uitzondering zou detacheerders enorm helpen. En zo’n aanpassing in de wetgeving hoeft volgens de VvDN niet per se gecompliceerd te zijn. Witteveen wijst er op dat dit bij payrolling ook is gebeurd. “Net als uitzenden en detacheren valt ook payrolling onder de WAADI. Maar het vorige kabinet heeft de regelgeving voor payrolling gewijzigd door een relatief eenvoudig amendement (in dit geval om te voorkomen dat payrolling zou blijven profiteren van het verlichte arbeidsrechtelijke regime dat voor uitzenden geldt).”

Analoog daaraan pleit de VvDN ook voor een aanvullend amendement voor detachering. In dit geval om een uitzondering te maken voor werknemers/gedetacheerden met een vast contract. Witteveen: “Daar kunnen detacheerders mee uit de voeten en dat is in ieders voordeel. Een situatie die geen verliezers kent, alleen maar winnaars.”

Het voorstel van de VvDN voor een verbeterde implementatie van de Uitzendrichtlijn is ‘een serieuze oproep aan de politiek’. Witteveen: “Wij willen niet wachten op nieuwe, complexe wetgeving, maar pleiten voor een eigen ruimte voor detacheren met eenvoudige, handhaafbare regelgeving.”

Lees ook: Detacheerders: ‘Geef ons meer (juridische) ruimte’