"Exploring the future of work & the freelance economy"
SLUIT MENU

Waarom de voltijdsbonus niet gaat werken

Een voltijdsbonus, als een van de oplossingen voor de krapte op de arbeidsmarkt, klinkt best logisch, zegt ABU-directeur Jurriën Koops. Maar het gaat niet werken. In deze column legt hij uit waarom niet.

Afgelopen weekend hield Mathijs Bouman in het FD een pleidooi voor de voltijdsbonus. Bouman berekende dat de werkende parttimer per uur netto stukken beter af is dan de werkende fulltimer. Dat komt door ons perverse belasting- en toeslagenstelsel. Die heeft de arbeidsmarkt ‘kapot genivelleerd’ en de prikkel tot meer werken weggenomen.

Meer werken moet meer lonen. Weg met de wig en ons vermaledijde toeslagensysteem. Tot zover ben ik het van harte met Mathijs Bouman eens. Zo’n voltijdsbonus klinkt ook best logisch. Maar het gaat niet werken. Het is een tekentafeloplossing die de achtergrond van onze deeltijdcultuur miskent.

Hoge arbeidsparticipatie

We mogen ons gelukkig prijzen dat we in ons land een hoge arbeidsparticipatie hebben. Een van de hoogste in Europa. Er werken 9,5 miljoen mensen, waarvan 4,5 miljoen parttime. Dat is mede te danken aan een uitgekiende en gecultiveerde balans tussen werk en privé. We vinden werk belangrijk, maar er is meer in het leven. En dat vind ik heel gezond.

Die parttime-cultuur is in de afgelopen vijftig jaar ontstaan en die veranderen we niet zomaar. Wat helpt is dat we alle werkenden de ruimte en de vrijheid geven om werk meer op maat te organiseren. Werken waar, wanneer, hoeveel en hoe je wilt. Goed passend bij de levensfase en bij de capaciteiten van de werkende. Kortom op maat gesneden. Dat vraagt van werkgevers en werknemers veel creativiteit en flexibiliteit.

Hogere arbeidsproductiviteit

Op zo’n manier kunnen veel meer niet-werkenden participeren en kunnen parttime werkenden eenvoudig stappen maken van bijvoorbeeld 12 naar 20 uur of van 20 naar 24 uur. Parttime werkenden gaan namelijk niet massaal de stap naar voltijd zetten, ook niet met een voltijdsbonus. Dat hoeft ook helemaal niet: kleine stappen van veel werkenden maken samen al een groot verschil in de zorg, de kinderopvang of het onderwijs.

En wat vooral helpt in het bestrijden van de krapte, is om slimmer te gaan werken. Want naast meer uren zullen we het vooral moeten hebben van een hogere arbeidsproductiviteit per werkende. Maar dat is voor een volgende column.

Drs. J.H. (Jurriën) Koops is sinds 2014 directeur van de ABU. Hij is verantwoordelijk voor de dagelijkse leiding aan de organisatie. Koops studeerde Algemene Economie aan de Vrije Universiteit van Amsterdam en begon zijn carrière als beleidsadviseur bij CNV Bedrijvenbond. In 1999 maakte hij de overstap naar Start, waar hij werkzaam was als Senior consultant Business Development. In 2002 begon hij bij de ABU als coördinator Team Arbeidsvoorwaarden en Juridische Zaken. In 2009 werd hij benoemd tot adjunct-directeur en in 2012 tot directeur Sociale Zaken. Sinds 2014 is hij directeur van de ABU. Naast zijn reguliere werkzaamheden vervult hij diverse bestuurslidmaatschappen, zoals voorzitter STOOF en bestuurslid SNCU. Bekijk alle berichten van Jurriën Koops

Eén reactie op dit bericht