"Exploring the future of work & the freelance economy"
SLUIT MENU

Werkplatform Temper gaat debat aan over rol platformen in arbeidsmarkt van de toekomst

Welke rol spelen platformen en technologie in de toekomst van de arbeidsmarkt? Afgelopen week organiseerde het to-business freelanceplatform Temper in De Balie in Amsterdam een event dat antwoord moest geven op deze vraag. In deze blog een verslag en analyse van Martijn Arets.

Temper is een snelgroeiend digitaal platform voor dagklussen dat freelancers verbindt met business cliënten in onder andere horeca, logistiek en retail. Wat het platform kenmerkt, is dat het vanaf dag één aansluiting probeert te vinden bij bestaande instituties om samen met hen op te trekken en van te leren. Het sloot een modelovereenkomst af met de belastingdienst en werkte in de begindagen samen met FNV Horeca. Gezamenlijk voerden zij enkele verbeteringen voor de werkenden door, tot FNV besloot de stekker uit de samenwerking te trekken. Samenwerken met een platform en tegelijkertijd rechtszaken voeren tegen platformen zag FNV blijkbaar niet zitten. Een samenwerking onder het mom van ‘we agree to disagree’, zoals de Belgische vakbond BTB doet in een samenwerking met Uber, was geen optie.

De meningen over het model van Temper, dat intussen wordt gebruikt door platformen als YoungOnes, Jobner, Horecabaas, Freely en MyShifts, zijn verdeeld. Dat er markt is voor een dergelijk platform is duidelijk: intussen vinden via het platform enkele tienduizenden freelancers hun dagklussen bij de enkele duizenden aangesloten bedrijven. De werkende is tevreden, heeft veel flexibiliteit, staat zelf aan het roer en kan een prima boterham verdienen. Ook de klanten zijn blij: een platform als Temper lijkt weinig last te hebben van de krappe arbeidsmarkt.

Concurrentie met uitzendsector

Intussen claimt de uitzendsector dat het platform oneerlijk concurreert op het gebied van arbeidsvoorwaarden: het werken via een freelanceplatform is voor zowel opdrachtgever als werkende financieel aantrekkelijker dan via een uitzendplatform. En hoewel een dergelijke flexibiliteit ook best (met wat kanttekeningen over enige schijnzekerheid voor de werkende) binnen een uitzendconstructie werkt, erkennen de uitzendplatformen die ik spreek dat de aankomende wijzigingen in het uitzendstatuut deze flexibiliteit een stuk lastiger zal maken. Tegelijkertijd start deze maand een rechtszaak waarin FNV het platform wil dwingen de werkenden (via een uitzendmodel) in dienst te nemen.

In een tijd dat partijen hun spotlight op jouw kwetsbaarheden zetten, is het niet verrassend dat je zelf een lichtje op de sterke kanten wilt richten. En dus organiseerde Temper het debat in De Balie.

Meer dan een WC-eend event

Op het podium waren naast BNR-presentator Thomas van Zijl ook Temper oprichter Niels Arntz aanwezig, voorzitter van de adviescommissie regulering werk Hans Borstlap en een freelancer die van het platform gebruik maakt. In de zaal zaten Temper-freelancers, vertegenwoordigers van andere (kluseconomie)platformen en andere geïnteresseerden.

Temper maakt het hiermee kinderlijk eenvoudig om ontzettend sceptisch te zijn over deze bijeenkomst. Georganiseerd en betaald door één organisatie, een behoorlijk eensgezind publiek en wel discussies over de arbeidsmarkt, maar weinig echte kritische zelfreflectie.

Maar laat ik ook eerlijk zijn: iedereen die hier een probleem mee heeft, had zich de moeite kunnen besparen om de trein naar Amsterdam te nemen. Bovenstaand was dan namelijk precies wat je had kunnen verwachten en iets dat iedereen (ook de vakbonden) doet. Ik was dan ook juist op zoek naar wat ik níet had kunnen verwachten. En gelukkig kwam ik niet met lege handen thuis.

Intellectuele luiheid

De grote naam op het podium was Hans Borstlap. Bekend geworden als voorzitter van zijn ‘commissie Borstlap’: de commissie regulering van werk. Een commissie die in 2020 het rapport ‘In wat voor land willen wij werken?’ uitbracht als leidraad en advies voor de arbeidsmarkt van morgen. De commissie van ‘flex minder flex en vast minder vast’ en ‘de 3 rijbanen van de arbeidsmarkt’.

Op zich is het opvallend dat Borstlap zich bezighoudt met werkplatformen. Ik weet nog dat ik in mijn analyse van het rapport schreef dat er zo weinig over platformen in stond, dat ze het er beter helemaal uit hadden kunnen laten. Maar dit debat gaat natuurlijk om meer dan alleen platformen, en dat is iets dat Borstlap als geen ander zal weten.

Wat mij opvalt is dat Borstlap in podcasts en interviews steeds stelliger en uitdagender begint te worden. Ik vermoed dat hij al snel doorhad dat zijn advies voor stakeholders om niet te ‘cherry picken’ al na een paar uur werd gegeneerd en dat het gewenste constructieve debat verre van constructief (laat staan: inclusief) is geworden. Dan is een scherpe toon de enige manier om het debat nog een beetje bij te sturen.

En die scherpe toon: die was er. Zo stipte hij tijdens het event het gebrek aan visie en daadkracht aan, benadrukte hij de niet-representatieve inrichting van de polder (al had hij hier ook geen antwoord op) en riep hij op tot een ambitieuze hervorming van de arbeidsmarkt. Wie wil dat alles hetzelfde blijft, beschuldigde hij van ‘intellectuele luiheid’.

Van rijbanen naar snelweg

Een wens die tijdens de avond veel voorbijkwam, was een contractonafhankelijk fundament voor de arbeidsmarkt: dezelfde voorwaarden en verplichtingen voor alle werkenden, ongeacht contractvorm. Dus geen aparte verzekeringen voor zzp’ers, maar een universeel (minimaal) fundament voor iedereen. Een idee dat al lang door Roos Wouters van de Werkvereniging wordt uitgesproken, maar dat ook steeds breder wordt gedragen.

Een wens die tijdens de avond veel voorbijkwam, was een contractonafhankelijk fundament voor de arbeidsmarkt: dezelfde voorwaarden en verplichtingen voor alle werkenden, ongeacht contractvorm

Zo presenteerde Hanneke Bennaars, voormalig lid van de Borstlap commissie, dit ook als optie tijdens het Reshaping Work congres dit jaar. Ook Hans Borstlap gaf aan een voorstander van een dergelijk model te zijn, wat de concurrentie op arbeidsvoorwaarden tussen de verschillende contractvormen zal verkleinen. Op de vraag wie dit zou moeten organiseren was hij duidelijk: de overheid.

Interessant was zijn reactie op de vraag waarom er dan nog 3 rijbanen (werknemers, uitzenden en zzp) moeten bestaan als de verschillen tussen de verschillende vormen minimaal zijn. Hij gaf aan dat hij ook niet wist of dat onderscheid er dan nog zo duidelijk zou moeten zijn.

Naar een breder debat over arbeidsmarkt

Het ziet ernaar uit dat we het de komende tijd vooral zullen moeten hebben van het plakken van pleisters. Zo hoor ik steeds vaker de wens voorbijkomen om een uitzondering te maken voor bijvoorbeeld jongeren en bijverdienen: een categorie die nog weinig met pensioen heeft en waaraan je vanwege de beperkte beschikbaarheid een maximum aan inkomsten kunt verbinden. Er zijn landen die hier al iets mee doen, al had ik even niet de tijd om dit verder uit te zoeken.

Op zich ben ik geen fan van pleisters plakken: als je er eentje plakt, dan laten er op een andere plek weer een aantal los. Intussen besef ik dat we bij het hervormen van de arbeidsmarkt niet over één nacht ijs kunnen gaan, en we soms ook wat praktisch met oplossingen zullen moeten zijn.

De wens van Borstlap van één snelweg en de analyse van ‘intellectuele luiheid’ onderschrijf ik volledig. Het is triest dat we al die jaren discussies voeren over juridische vakjes in plaats van over mensen. Over vakjes en voorwaarden waarvan we allemaal weten dat ze een stuk minder absoluut zijn als ze op papier lijken.

Om dit stuk af te sluiten: ik hoop dat Temper na deze eerste ‘veilige’ editie het de volgende keer aandurft om publiekelijk echt het debat aan te gaan. Waarbij ik ook de aanwezigen erop wijs dat het tijd is om voorbij het eigen gelijk en belang te kijken en samen te werken aan de arbeidsmarkt voor morgen. Dat moet toch lukken. Het is intussen bijna kerst 😉

Borstlap ziet uit naar de rechtszaak van FNV tegen Temper: volgens hem is dit de enige manier om naast duidelijkheid over dit soort vraagstukken ook de politiek in beweging te krijgen. Niels gaf onlangs in een NRC artikel over het platform een vergelijkbare quote: “Maar goed, laat de rechter dan maar uitmaken hoe het zit. Dit is ook ondernemerschap, hè? We gaan het aan.” Dat is volgens mij ook de enige juiste conclusie: we gaan het zien.

Martijn Arets is internationaal platform expert en verkent sinds 2012 de opkomst van de platformeconomie en de impact op de samenleving. Bekijk alle berichten van Martijn Arets

2 reacties op dit bericht