Arjan van den Born 28 augustus 2010 0 reacties Print Een effectieve overheid vergt inzet van externenHet laatste jaar is er veel commotie over de kosten van externen bij de overheid. De strekking in de media is unaniem en luidruchtig; de overheid geeft veel te veel geld uit aan te dure adviseurs die niet nodig zijn. De vakbonden voeden dit beeld door regelmatig te stellen dat een externe drie tot vier keer zoveel verdient als een ambtenaar die hetzelfde werk doet. Hoewel dit pertinente onwaarheden zijn, zoals verderop in dit artikel blijkt, verdedigt niemand de belangen van de externen. Van links tot rechts brullen politici het hardst dat de overheid moet bezuinigen op de externen. Barbertje moet blijkbaar hangen. Maar het domweg bezuinigen op de inzet van externen zal het tegenovergestelde effect hebben; het zal leiden tot logge en inefficiënte overheidsinstellingen. De overheid is niet doof gebleven voor de negatieve geluiden rondom externen en heeft in juni 2009 bekend gemaakt dat de rijksoverheidinstellingen nog maar 13 procent van het personeelsbudget aan externen mag uitgeven. Voor de Tweede Kamer gaat dit restrictieve beleid echter nog niet ver genoeg. Zij wil deze norm verlagen naar 10 procent en uitbreiden naar alle overheidsinstellingen. Volgens SP-fractievoorzitter Emile Roemer zijn zo miljarden aan bezuinigingen te halen en verschillende gemeenten zijn al begonnen met het inboeken daarvan. Negatieve beeldvorming, beperkt inzicht De negatieve beeldvorming rondom externen wordt deels gevoed door het beperkte inzicht in de personeelskosten, zelfs bij HR professionals. Vaak wordt het uurtarief van een externe één op één vergeleken met het maandsalaris van een ambtenaar en worden alle bijkomende kosten zoals de vakantietoeslag, de pensioenlasten, de sociale verzekeringen en de overheadkosten gemakshalve vergeten. Mensen vergeten dat de kosten van een ambtenaar met een bruto maandsalaris van 4000 euro redelijk vergelijkbaar zijn met de kosten van een externe met een uurtarief van 60 euro per uur (www.zzptarief.nl). Een ander deel van de negatieve beeldvorming is veroorzaakt door de voorbeelden van externen die te veel verdienen en te weinig brengen. Enkele excessen daarvan zijn de afgelopen jaren breed uitgemeten in de pers. Terecht, maar we kennen ook allemaal de voorbeelden van falende topambtenaren met dijken van salarissen die jaar na jaar bedroevende resultaten laten zien zonder dat er sprake is van ontslag. En als ze toch ontslagen worden na jaren mismanagement krijgen ze altijd een niet geringe ontslagvergoeding mee. Dus te veel verdienen en te weinig brengen komt echt niet alleen bij externen voor. Het enige verschil is dat je sneller en goedkoper af bent van de externe. De vraag is dus gerechtvaardigd of het bewust gecreëerde negatieve imago van externen klopt. Zijn externen bij de overheid dure jongens die hetzelfde werk doen als ambtenaren voor vier keer de prijs? Dit zou betekenen dat overheidsinstellingen met veel externen vele malen duurder zijn dan overheidsinstellingen met weinig externen. Een analyse laat zien dat er geen enkele relatie is te vinden tussen de hoogte van de totale loonsom van een gemeente en het percentage externen. Zo geeft een gemeente als Leiden (117.000 inwoners) slechts 9 procent van de loonsom uit aan de inhuur van externen. Niettemin is Leiden één van de duurste gemeenten met een totale ambtelijke loonsom van ruim 1100 euro per inwoner. Aan de andere kant heeft een gemeente als Dordrecht (118.000 inwoners) slechts een loonsom van 420 euro per inwoner, terwijl daar 40 procent van de loonsom uit externe inhuur wordt uitgegeven. Kortom, een relatie tussen de efficiëntie van een gemeente en het percentage externen is niet te vinden. Ook de cijfers van het Rijk zijn interessant. In 2009 hebben de 13 ministeries bijna 1,3 miljard euro uitgegeven aan externen. Het grootste deel hiervan werd echter uitgegeven aan uitzendkrachten (815 miljoen) en automatiseerders (165 miljoen). Door het rijk werd in 2009 24 miljoen uitgegeven aan interim management en 57 miljoen aan organisatieadvies. Nieuwe visie nodig Het bovenstaande laat zien dat het beeld dat overheidsinstellingen veel te veel geld uitgeven aan dure externen en dat daar miljarden zijn te halen, feitelijk onjuist is. Sterker nog, onderzoek laat zien dat het in veel gevallen efficiënter is om met externen te werken. Daar waar we het hebben over activiteiten waar specifieke kennis voor nodig is, waar schaalvoordelen zijn, waar fluctuaties in de vraag zijn en waar vernieuwing en een blik van buiten nodig zijn moeten externen worden ingezet om efficiënt en effectief te kunnen opereren. Het optimale aandeel externen is daarom soms hoger dan 13 procent. Bezuinigen op externen zal leiden tot een logge, inefficiënte overheid. Op korte termijn effectief, op lange termijn desastreus. Wil de overheid structureel besparen op de personeelslasten is een nieuwe visie nodig op de overheid en haar relatie met de ambtenaren. Het vergt een overheid die de moed heeft om mensen te betalen op basis van geleverde prestaties en niet op basis van loyaliteit. En bovenal vergt het een overheid die flexibel en klein durft te zijn. Het wordt tijd dat politici dit durven te zeggen in plaats van zo gemakkelijk de bezuinigingen af te wentelen op de externen zonder sociaal vangnet. Gepubliceerd in FD (26 Augustus 2010) HR, inhuur, kosten, netwerkeconomie, overheid, tarief Print Over de auteur Over Arjan van den Born Prof Arjan van den Born is voormalig hoogleraar creatief ondernemerschap aan de Universiteit van Tilburg en momenteel hoogleraar digitaal ondernemerschap aan Tilburg University. Hij doet onder andere onderzoek naar ondernemers, samenwerkingsvormen en netwerken, opdrachtgevers, succesfactoren van ondernemers en organisatieveranderingen (turnaround management). Bekijk alle berichten van Arjan van den Born