"Exploring the future of work & the freelance economy"
SLUIT MENU

Helft ZZP’ers zoekt nieuwe werkplek. Liefst vaste stek, in de eigen wijk.

19505332_sBij de helft van alle ZZP’ers wil zijn of haar bedrijf graag op een andere manier huisvesten. Daarbij is vooral een vaste locatie in de eigen woonbuurt in trek. Flexibele typen van bedrijfshuisvesting zijn minder populair. Dat blijkt uit onderzoek van Karin de Vries, uitgevoerd in opdracht van de Gemeente Utrecht.

In het kader van haar masterthesis voor de opleiding Economische Geografie onderzocht Karin de Vries de huisvestingswensen van ZZP’ers in de gemeente Utrecht. Haar enquête werd door 1.138 Utrechtse ZZP’ers ingevuld. Met haar onderzoek dingt Karin mee naar de ZiPconomy scriptieprijs 2013.

Waar werken al die ZZP’ers?

Het aantal ZZP’ers is het afgelopen decennium sterk toegenomen: van 500.000 in 2002 tot ruim 750.000 in 2011. De groei van het aantal ZZP’ers beïnvloedt mogelijk de vraag naar kleinschalige bedrijfshuisvesting. ZZP’ers hebben wellicht behoefte aan bepaalde typen kleinschalige bedrijfshuisvesting die er tot op heden niet, of slechts in geringe mate zijn.

In welke typen kleinschalige bedrijfshuisvesting ZZP’ers het bedrijf willen huisvesten en hoe groot de groep is die het bedrijf op die manier wil huisvesten is onbekend. Huisvesten bijna alle ZZP’ers het bedrijf tegen hun zin vanuit huis of is het een vrijwillige en bewuste keuze?

De gemeente Utrecht wil Utrechtse ZZP’ers faciliteren ten aanzien van bedrijfshuisvesting: zoveel mogelijk ZZP’ers moeten in staat zijn het bedrijf te huisvesten op de manier zoals zij dat wenselijk achten. Dit is belangrijk omdat geschikte bedrijfshuisvesting een positief effect kan hebben op de ontwikkeling van het bedrijf. De gemeente Utrecht heeft de onderzoeker daarom de opdracht gegeven een onderzoek uit te voeren naar de bedrijfshuisvestingskeuzes en -wensen van Utrechtse ZZP’ers en de overeenkomst daartussen. De centrale vraag die is opgesteld om aan de behoefte van de opdrachtgever te voldoen, is:

“In hoeverre hangen persoons-, woning-, bedrijfs- of wijkkenmerken van Utrechtse ZZP’ers samen met de overeenkomst tussen het huidige en gewenste type bedrijfshuisvesting?’’

Merendeel ZZP’ers werkt thuis of bij klant

Uit kwalitatief en kwantitatief empirisch onderzoek, waaronder semi- gestructureerde diepte-interviews en een grootschalige enquête onder 1.138 Utrechtse ZZP’ers kwam Karin de Vries tot een aantal opvallende conclusies.

Rond de keuze met betrekking tot de huidige bedrijfshuisvesting:

  • De meerderheid van de Utrechtse ZZP’ers werkt momenteel vanuit huis. Ongeveer een kwart werkt vanuit flexibele typen bedrijfshuisvesting: met name bij de klant. Slechts weinig ZZP’ers werken vanuit een vaste locatie buitenshuis zoals een bedrijfsverzamelgebouw of kantoorpand.
  • ZZP’ers zonder kinderen kiezen vaker voor bedrijfshuisvesting buitenshuis dan ZZP’ers met kinderen. Daarnaast werken ZZP’ers in de zakelijke dienstverlening en creatieve sector vaker buitenshuis dan ZZP’ers in overige sectoren. Ook ZZP’ers in de Utrechts wijken Binnenstad, Oost en Noordoost kiezen vaker voor bedrijfshuisvesting buitenshuis dan ZZP’ers in overige wijken. Ten slotte hangt het feit of het bedrijf de hoofdbron van huishoudensinkomsten vormt en het aantal kamers in de woning positief samen met de kans dat ZZP’ers kiezen voor bedrijfshuisvesting buitenshuis.
  • ZZP’ers die ervoor hebben gekozen het bedrijf buiten de woning te huisvesten, hebben de keuze uit vaste of flexibele huisvestingstypen. De leeftijd van het bedrijf en de mate van bedrijfsgroeiambities hangen sterk negatief samen met de kans dat voor flexibele huisvestingstypen wordt gekozen en het huishoudensinkomen hangt daar juist sterk positief mee samen. ZZP’ers in de wijken Binnenstad, Oost en Noordoost hebben een grotere kans voor flexibele bedrijfshuisvesting te kiezen dan ZZP’ers in overige wijken. Woningkenmerken zijn niet belangrijk.

Helft ZZP’ers zoekt andere oplossing voor werkplek, liefst in eigen wijk.

De helft van alle ZZP’ers in de gemeente Utrecht is niet erg tevreden met de manier waarop ze hun huisvesting op dit moment hebben geregeld. Karin de Vries kwam in haar onderzoek tot de volgende wensen ten aanzien van bedrijfshuisvesting:

  • Iets meer dan de helft van de Utrechtse ZZP’ers wil het bedrijf vanuit de woning huisvesten. Wanneer ZZP’ers buiten de deur willen werken, is vooral een vaste locatie in de eigen woonbuurt in trek. Flexibele typen bedrijfshuisvesting zijn niet zo populair.
  • De kans dat ZZP’ers het bedrijf buiten de woning willen huisvesten, hangt zeer sterk samen met de manier waarop het bedrijf momenteel is gehuisvest. Bij ZZP’ers die op dit moment al buitenshuis werken, is dit vaker het gewenste huisvestingstype dan bij ZZP’ers die op dit moment vanuit huis werken. De bedrijfsgroeiambities hangen positief samen met kans dat ZZP’ers buitenshuis willen werken en de leeftijd van ZZP’ers hangt daar juist negatief mee samen. ZZP’ers in Leidsche Rijn en Vleuten/De Meern hebben een kleinere kans buitenshuis te willen werken dan ZZP’ers in overige Utrechtse wijken. Woningkenmerken zijn niet belangrijk.
  • Wanneer ZZP’ers een bedrijfsonderkomen buitenshuis zouden willen, kan dit van vaste of flexibele aard zijn. ZZP’ers die op dit moment al vanuit een flexibel huisvestingstype werken, hebben een grotere kans dit te wensen dan ZZP’ers die vanuit huis of een vaste locatie buitenshuis werken. Alleenstaande ZZP’ers willen vaker vanuit een flexibele locatie buitenshuis werken dan samenwonende ZZP’ers. Woningkenmerken en de wijk waarin ZZP’ers het bedrijf momenteel huisvesten, doen er niet toe.

Conclusies en aanbevelingen

Karin de Vries analyseerde in haar onderzoek de huidige en gewenste type bedrijfshuisvesting en de omvang daarvan. Ze onderscheidt daarbij zes categorieën: (1) in de woning + klein, (2) in de woning + groot, (3) vast buitenshuis + klein, (4) vast buitenshuis + groot, (5) flexibele werkplek of horecagelegenheid en tot slot (6) werken bij de klant.

De Vries concludeert dat 48% van de Utrechtse ZZP’ers hun bedrijf graag op een andere manier huisvesten. Vooral ZZP’ers die nu werken bij flexplekken (categorieën 5 en 6) of vanuit een kleine ruimte in de woning willen het bedrijf anders huisvesten. Vooral een vaste kleine locatie buitenshuis is gewild. Ze adviseert de gemeente Utrecht om:

  1. De regelgeving omtrent het werken vanuit huis te versoepelen
  2. Te zorgen voor meer ruimte voor werken in de wijk bijvoorbeeld door bestemmingsplannen te flexibiliseren
  3. De realisatie van flexibele werkplekken niet te stimuleren
  4. Wel de realisatie van vaste, wijk gebonden werkplekken te stimuleren.

Karin de Vries 

De ZiPredactie plaatst hier interviews en eigen artikelen. Daarnaast persberichten, aankondigingen of (met toestemming) overgenomen artikelen. (contact: info[AT]zipconomy.nl) Bekijk alle berichten van ZiPredactie

3 reacties op dit bericht

  1. Ik ben benieuwd wat de invloed van bijvoorbeeld een extern beeldscherm op een flexibele werkplek / horecagelegenheid zou betekenen voor de de ZZP’er, uit ergonomisch oogpunt bij lange werkdagen. Verder een interessante bevinding, waarbij ik erg benieuwd ben naar een nieuw fotomoment over plusminus 2 jaar.

  2. Bedankt voor jullie reacties op mijn onderzoek!

    @Robin: je hebt zeker gelijk dat het werken vanachter de laptop in de horeca vanuit ergonomisch/arbo-uitgangspunt niet aan te raden is. Wellicht kunnen horecagelegenheden / flexplekken zich profileren door externe schermen aan te bieden? Lijkt me zelf erg zinvol zeker aangezien de vaak slechte positie die ZZP’ers hebben in het geval van ziekte / arbeidsongeschiktheid…

    @Adriana: bedankt voor het compliment! De regels en bestemmingsplannen verschillen inderdaad per gemeente maar in het algemeen kan wel opgemerkt worden dat bestemmingsplannen tegenwoordig steeds flexibeler worden. Dit is in mijn ogen een goede ontwikkeling, zeker in het kader van ‘werken in de wijk’.

    Wat betreft de mate waarin de uitkomsten van mijn onderzoek over de bedrijfshuisvesting van ZZP’ers naar Nederland breed getrokken kunnen worden; in bijvoorbeeld de gemeente Amsterdam en Rotterdam zijn vergelijkbare onderzoeken uitgevoerd met vergelijkbare resultaten.
    Bij deze een link naar het Amsterdamse onderzoek: http://www.amsterdam.nl/gemeente/organisatie-diensten/economischezaken/amsterdams/nieuws-aop/onderzoek-vraag/

    Verder zou het inderdaad interessant zijn zo’n onderzoek over een jaar of twee te herhalen en meerdere steden met elkaar te vergelijken! Ben benieuwd naar de invloed van de crisis of het – tegen die tijd hopelijk aanwezige – economisch herstel..