Wim Davidse 17 oktober 2013 0 reacties Print Flexbranche ziet verdrievoudiging van het optimisme en geeft de toekomst een 6,6 (was 6,2).De flexbureaus zijn wéér positiever zijn over de toekomst. Dat is de conclusie van de de derde FlexVertrouwenIndex van Dzjeng & FaseVijf De derde FlexVertrouwenIndex van Dzjeng & FaseVijf laat zien dat flexbureaus wéér positiever zijn over de toekomst. Eerder dit jaar, in het 2e en in 3e kwartaal, voorzagen zij het langzaam aankomende herstel al met hun voorzichtige optimisme. En hoewel de ABU MarktMonitor ons onlangs nog liet weten dat de uitzendsector nog steeds krimpt, geven de flexondernemers de toekomst inmiddels een 6,6. Waar de vorige kwartalen nog maar net 10% van de flexbureaus optimistische werkgevers – hun opdrachtgevers – zag, is dat nu al ruim 30%. Industriële werkgevers zijn volgens de flexbureaus het vaakst optimistisch. Volgens de flexbureaus zullen werkgevers daarom iets meer personeel nodig hebben. Daartoe zullen zij vooral meer tijdelijke werknemers inlenen maar daarvoor gemiddeld wat minder willen betalen. Opvallend is tot slot dat, ondanks de snel gestegen en inmiddels hoge werkloosheid, een vijfde van de flexbureaus krapte ervaart op de arbeidsmarkt, vooral in techniek, ict en kennisintensieve zakelijke dienstverlening. Flexbranche eerste sector die herstel economie merkt De flexbranche ervaart – via de vraag van alle bedrijfssectoren naar vooral tijdelijk personeel – als één van de eerste sectoren wat er in de economie en op de arbeidsmarkt gaat gebeuren. De FlexVertrouwenIndex (FVI) meet het goed geïnformeerde vertrouwen in en gevoel over de toekomst – de economische groei in de komende 6 maanden – van functionarissen op prominente posities in de flexbranche. De FVI levert met deze verwachting – leading indicator – een uniek inzicht en een relevante aanvulling op de harde cijfers over de gerealiseerde feiten – uren en omzet; lagging indicators – die frequent worden gepresenteerd door de Algemene Bond Uitzendondernemingen (ABU) en door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Daarnaast biedt de FVI inzicht in de ruimte of krapte op de arbeidsmarkt. Terwijl de werkloosheid in Nederland zich bevindt op niveaus die we al lang niet meer hebben ervaren, staat de vergrijzing voor de deur en zouden we zo maar weer snel een krappe arbeidsmarkt kunnen hebben. De FVI meet en toont of en in welke beroepsgroepen en sectoren er krapte wordt ervaren door de flexbranche. 1. Verwachtingen verder verbeterd, van 6,2 naar 6,6. Middelgrote bureaus en werkmaatschappijen geven de toekomst een iets hoger cijfer dan de kleine en de (zeer) grote bureaus (ongeveer een half punt). Er bestaat ook een verschil tussen bureaus als wordt gekeken naar het beroepsniveau waarvoor zij bemiddelen: de bureaus die vooral bemiddelen op het hoger beroepsniveau zijn met een 6,8 positiever dan de rest. De bureaus die bemiddelen naar informaticafuncties zijn met gemiddeld een 7,0 het meest enthousiast over de toekomst. De bureaus die personeel leveren aan Bouwnijverheid wijken als enige sterk af van het gemiddelde; ze zijn duidelijk het minst positief en geven de toekomst een 5,2. Bureaus die leveren aan kennisintensieve dienstverleners zijn met een 6,7 het meest positief. 2. Verdrievoudiging van het waargenomen optimisme (van 12% naar 31%), vooral dankzij de industrie. Ondernemersklimaat – nog 61% ervaart onzekerheid bij klanten, per saldo ervaart 24% (zeer veel) optimisme bij klanten. Dit laatste is een verbetering t.o.v. het vorige kwartaal, toen per saldo een minieme 2% (zeer veel) optimisme ervoer bij klanten. Werkgelegenheid – 54% verwacht gelijkblijvende werkgelegenheid bij werkgevers in Nederland, per saldo verwacht 21% een stijging van de werkgelegenheid. Dit is een verbetering t.o.v. het vorige kwartaal, toen per saldo 5% een daling verwachtte. Vraag naar (tijdelijke) werknemers – 38% verwacht dat de vraag naar tijdelijke werknemers door werkgevers gelijk zal blijven, per saldo verwacht 51% (lichte) groei van de vraag. Dit is een verbetering t.o.v. het vorige kwartaal, toen per saldo 23% (lichte) groei verwachtte. Margepercentage – 60% verwacht dat de marge op geleverde tijdelijke werknemers gelijk zal blijven, per saldo verwacht 11% een daling van de marge. Dit is weer een verbetering t.o.v. het vorige kwartaal, toen per saldo 21% een daling verwachtte. 3. Krappe arbeidsmarkt ondanks de hoge werkloosheid. 67% ervaart geen krapte en stelt dat er voldoende geschikte kandidaten beschikbaar zijn. Bovendien stelt 11% dat er (zeer) veel geschikte kandidaten beschikbaar zijn. Er is nu geen duidelijk patroon naar functies of sectoren herkenbaar. Zelfs nu ervaart 22% dat er te weinig geschikte kandidaten beschikbaar zijn. Deze krapte geldt vooral voor technische beroepen en in de kennisintensieve zakelijke dienstverlening. cijfers, trends Print Over de auteur Over Wim Davidse Drs Wim Davidse is toekomstverteller en strategisch prestatie-adviseur. Hij gelooft heilig in de vitale mix van energiek ondernemen en aanstekelijk werkgeverschap en de essentiële rol van flexibiliteit (zonder flexibiliteit geen zekerheid!). Wim is director Trends & Insights bij de uitgever ZiPmedia en daar onder meer hoofdredacteur van HRMonitor, Bekijk alle berichten van Wim Davidse