Piet Hein de Sonnaville 7 oktober 2013 0 reacties Print Interim Index 10: Opdrachten duren langer. Vast en tijdelijke groeien naar elkaar toe.De 10de Interim Index van Schaekel & Partners geeft zicht op de trends & shifts in de markt voor tijdelijk management.Vaste en tijdelijke arbeidsmarkt groeien naar elkaar toe. Interim opdrachten duren steeds langer. Dit concluderen Schaekel & Partners en Nyenrode Business Universiteit in de Interim Index, een periodiek onderzoek naar ontwikkelingen in de markt voor tijdelijk management. “Tijdelijke opdrachten die langer duren hebben gevaar in zich”, zo stelt Piet Hein de Sonnaville, partner bij Schaekel & Partners. “Minder scherp naar de output, meer werknemersgedrag en minder focus op de eigen rol van ondernemer”. Gevaren voor opdrachtgever en opdrachtnemers dus. Deze steeds duidelijk zichtbaar wordende trend tekent zich in de arbeidsmarkt af. ‘Waar wij altijd de tweedeling zagen tussen vast en interim, ontstaat langzaam maar zeker een hybride vorm van beide. Het geeft individuen en organisaties grote kansen en meer flexibiliteit, maar het adequaat omgaan met deze trend, is een zoektocht voor beide. De Sonnaville gaat het onderstaand artikel dieper in op de resultaten van het onderzoek. Opdrachten duren langer Deze 10e editie van de Interim Index geeft nieuwe inzichten in de ontwikkelingen binnen de tijdelijke arbeidsmarkt. Juist het feit dat wij voor de 10e keer op rij, in een periode van 5 jaar, stelselmatig dezelfde soort vragen aan een afgebakende groep stellen, maakt de antwoorden ervan uniek. Het geeft inzicht in trends die, zeker in een tijd dat de arbeidsmarkt zo veranderd is, zeer opvallend zijn. De overall indices zijn -ook nu weer- gedaald, hoewel de daling beperkt is. Sommige markten blijven constant (goed en slecht), waarbij de zorgsector en de sector industrie, diensten, retail uitschieters omhoog zijn, terwijl vooral de overheid wederom een (kleine) teruggang laat zien. Een van de meest in het oog springende feiten is dat tijdelijke opdrachten steeds langer duren. Waar een opdracht in 2010 nog 9,5 maand bedroeg, is de gemiddelde opdrachtduur in dit huidige onderzoek 12,3 maanden. Het bevestigt het beeld dat de wereld van de ‘tijdelijken’ en ‘vasten’ naar elkaar toe groeien. Een ander opvallend punt is dat 61% van de respondenten ten tijde van het onderzoek in opdracht is. Dit is 5% minder dan een halfjaar geleden en 15% minder dan een jaar geleden. In onze vorige onderzoeken is dit percentage nog niet zo laag geweest. De meeste interim managers in opdracht komen uit de zorgsector (68%). Dit is opvallend omdat in de vorige onderzoeken deze sector vaak het minste aantal interim managers in opdracht kende. Nog een feit: interim managers uit de leeftijdscategorie 35-44 jaar zijn het meest in opdracht. Tarieven stijgen Een trendbreuk is te zien bij het gemiddelde tarief. Het gemiddelde uurtarief van de totale responsgroep bedraagt 125 euro (4 euro meer dan een halfjaar geleden). Dit is het hoogst gemeten uurtarief in alle onderzoeken. Wat verder opvalt, is dat de respondenten of bij heel grote organisaties of juist bij heel kleine organisaties opereren. Een derde van de respondenten is namelijk in opdracht bij organisaties met minder dan 250 werknemers en een derde voert een opdracht uit bij organisaties met meer dan 2.000 werknemers. Naar leeftijd: bij interim managers ouder dan 55 jaar werkt relatief de grootste groep in de kleinere organisaties. Respondenten tot 44 jaar werken vooral bij de heel grote organisaties. Naarmate de leeftijd hoger wordt, zien wij een verschuiving naar de kleinere organisaties. De meerderheid van de respondenten, namelijk 65%, geeft aan zelfstandig ondernemer te blijven. Dit is 3% meer dan een half jaar geleden. Respondenten jonger dan 44 jaar houden vooral vast aan het zelfstandig ondernemerschap, circa 78% tegenover een gemiddelde van de totale responsgroep van 65%. Respondenten in de leeftijdscategorie 45-54 jaar kiezen relatief het meeste voor een vast dienstverband. Tevredenheid met zelfstandig ondernemerschap Het gemiddelde rapportcijfer dat de respondenten hebben gegeven aan hun tevredenheid over het zelfstandig ondernemerschap is een 7,5. Dit rapportcijfer is constant door de onderzoeken heen. Tevredenheid over het bestaan als zelfstandige, zo blijkt uit onze onderzoeken, is niet conjunctuurgevoelig. De leeftijdscategorie 35-44 jaar is het meest tevreden over het zelfstandig ondernemerschap (rapportcijfer 8 versus gemiddeld 7,5). De leeftijdscategorie daarna (45-65 jaar) is ook nog tevreden, maar iets minder (7,4). Gemiddeld 42% van de totale responsgroep heeft additionele activiteiten. Dit is 5% meer dan in ons onderzoek van een halfjaar geleden. Vanaf 2011 zien wij een dalende lijn in het aantal respondenten dat additionele, betaalde activiteiten uitvoerde. Deze trend is nu doorbroken, het aantal is weer terug op het niveau van voor 2011. Naar leeftijd: bij respondenten < 35 jaar geeft 80% aan aanvullende activiteiten uit te voeren, meestal gaat het dan om het runnen van nog een andere onderneming. Interim managers in de leeftijdscategorie tussen 35 en 44 jaar hebben veel minder vaak nevenactiviteiten dan de overige respondenten, 27% van hen geeft dit aan. Respondenten die naast het zelfstandig ondernemerschap nog additionele, betaalde activiteiten hebben in de vorm van een vaste baan zijn het minst tevreden over het zelfstandig ondernemerschap. Zij geven een rapportcijfer van 5,9 tegenover een gemiddelde van 7,5. Trends Op basis van onze vorige onderzoeken zien wij onder meer de volgende trends: Interim managers in opdracht ten tijde van het onderzoek: de sector UT&O scoort altijd het hoogst of het op een na hoogst. Gemiddelde opdrachtduur: sinds 2010 is een opwaartse en lineaire trend te zien. Van een gemiddelde van 9,5 maand in 2010 naar een gemiddelde opdrachtduur van 12,3 maanden in het huidige onderzoek. Gemiddelde tijdsbesteding per week: deze is constant gedurende de onderzoeken (3,8 dagen per week). Hier zien wij geen verschillen tussen de sectoren. Verwachte tijdsbesteding per week versus de daadwerkelijk bestede tijd: de gemiddelde verwachte inzet is ook een constante, maar deze ligt altijd lager dan de uiteindelijke tijdsbesteding per week. Opdrachtverwerving: gedurende de onderzoeken neemt de rol van het persoonlijke netwerk toe ten koste van het intermediair. Additionele, betaalde activiteiten naast de interim-opdracht: hier zien wij een trend die is doorbroken. Vanaf 2011 zagen wij een dalende lijn in het aantal respondenten dat aanvullende activiteiten had. Deze trend is nu doorbroken, het aantal is weer terug op het niveau van voor 2011. Het volledige onderzoek van Schaekel is hier te downloaden. cijfers, InterimIndex, onderzoek Print Over de auteur Over Piet Hein de Sonnaville Piet Hein de Sonnaville is 'founding partner' van Schaekel & Partners (voorheen: Atos Interim Management). Hij heeft een bedrijfskundige achtergrond en is sinds 2000 werkzaam binnen een interim management bureau. Eerst bij KPMG Interim Management , toen bij Atos Interim Management. Voor die tijd werkzaam bij Interpolis en Delta Lloyd in diverse management posities. Bekijk alle berichten van Piet Hein de Sonnaville