"Exploring the future of work & the freelance economy"
SLUIT MENU

Miljoenennota 2015: “Sterke groei zelfstandigen zonder personeel zet druk op welvaartsstaat”

In de Miljoenennota komt kabinet met uitgebreide analyse van effect groei aantal ZZP’ers. Maatregelen blijven (nog?) uit.

In 2013  was het nog zoeken met een vergrootglas naar iets over ZZP’ers of zelfstandig professionals. In de miljoenennota versie 2015 staat een uitgebreide analyse van het kabinet. De kop van die paragraaf luidt “Sterke groei zelfstandigen zonder personeel zet druk op welvaartsstaat” en dat zet de toon.  De analyse blijft her en der wel wat in oude beelden hangen (dat zzp’ers geen werk creëren bijvoorbeeld). Maar oordeelt u vooral zelf, de analyse staat integraal onder aan dit blog.

Geen maatregelen, wel onderzoek naar o.a. fiscale voorzieningen ZZP

Opvallend is er geen concrete maatregelen aangekondigd specifiek richting ZZP’ers, los van het zinnetje: Het kabinet zet haar beleid voort om schijnzelfstandigheid en schijnconstructies met zzp’ers te bestrijden. Geen aanpassing dus van de fiscale voorzieningen voor ZZP’ers.

Althans nog niet. Er wordt verwezen naar het Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) dat met het ZZP-vraagstuk aan de slag gaat. In hun vraagstelling staat onder andere te lezen: “De fiscale faciliteiten maken dat de effectieve lastendruk op het winstinkomen wordt gereduceerd en dat zzp’ers dus minder belasting betalen dan werknemers. Voor deze fiscale faciliteiten worden verschillende gronden aangedragen, zoals ondernemerschapbevordering, participatie, inkomenspolitiek en innovatie. Daarmee is niet gezegd dat de huidige vormgeving van de fiscale instrumenten deze verschillende doelen optimaal dient.”  Henk Wesselo, directeur FNV Zelfstandigen, verwacht vanwege de complexiteit van het onderwerp op 1 december hooguit scenario’s op hoofdlijnen en geen echte richting in beleidsvoornemens voor april ’15.

Ben benieuwd naar dat IBO mee gaat komen (voor 1 december komen ze met hun rapport. Ik hoop maar dat ze ook naar analyses zoals die van Prof. Arjan van den Born luisteren, zoals hij onlangs neerzetten in zijn stuk “BV Nederland neemt geen risico’s rond zelfstandig ondernemerschap“.

VAR Webmodule in ijskast?

Het PZO weet ondertussen te melden dat de aangekondigde en niet onomstreden VAR-webmodule, die per 1 januari ingevoerd wordt, nog even de ijskast in gaat. Er wordt nog druk overlegd gevoerd met “PZO-ZZP, VNO-NCW en MKB-Nederland en anderre organisaties alvorens te komen tot een definitieve invulling van deze maatregel.”

Miljoenennota  & ZZP analyse  

Het integrale stuk uit de miljoenennota over ZZP’ers

Miljoenennota paragraaf 2.3.1: 

” Het aantal zelfstandigen zonder personeel neemt een hoge vlucht. Eind jaren negentig was een op de vijftien werkende mannen in Nederland zelfstandige zonder personeel (zzp’er). In 2010 was dit opgelopen naar bijna een op de acht. Het CPB geeft aan dat bij ongewijzigd beleid dit aandeel verder oploopt; in 2030 zou ongeveer een op de vijf werkende mannen zzp’er zijn.70 Binnen de EU behoort Nederland tot de landen met de sterkste groei. In de helft van de EU-lidstaten daalt het percentage zelfstandigen juist.

De groei van het aantal zzp’ers draagt bij aan werkgelegenheid, innovatie en productiviteit.

Zzp’ers creëren hun eigen werkgele-genheid en zouden soms werkloos geweest zijn als ze niet als zelfstandige aan de slag waren gegaan. Een deel van de zzp’ers hecht aan hun zelfstandigheid, innoveert, werkt samen in netwerken en werkt daarbij voor verschillende opdrachtgevers. Via dergelijke constructies stimuleren zij verspreiding van kennis en innovaties. De zzp’er biedt daarbij flexibiliteit aan de onderneming die hem inhuurt. Waar werknemers in tijden van crisis moeten vrezen voor ontslag, krijgen zelfstandigen minder opdrachten en verlagen zij hun uurtarieven. Hierdoor daalt weliswaar hun inkomen, maar zij blijven wel actief. Dit draagt bij aan het aanpassingsver-mogen van de economie. Om ondernemerschap te stimuleren bestaat de zelfstandigenaftrek.

De groei van het aantal zzp’ers heeft ook een negatieve kant.

Zzp’ers dragen geen werknemerspremie af (voor werkloosheid of arbeidsongeschiktheid) en hebben ook minder toegang tot de sociale zekerheid dan werknemers. Ook zetten zij minder vanzelfsprekend middelen apart voor pensioen. Hierdoor is de kans op armoede groter, zowel op de korte als op de lange termijn. Zzp’ers leveren zo een kleinere bijdrage aan het collectief, maar profiteren wel van collectieve voorzie-ningen zoals AOW, zorg en bijstand.

De groei van zzp’ers gaat gepaard met minder belastingopbrengsten vanwege de (sterk gegroeide) fiscale ondersteuning van zelfstandigen. Een zelfstandige heeft bijvoorbeeld bij een winst van ruim 24.000 euro een belasting- en premiedruk van 8 procent, terwijl een werknemer en werkgever bij dezelfde loonkosten te maken hebben met een wig van ongeveer 26 procent. Bij een hogere winst, van zeg 65 duizend euro, blijft een verschil in de wig van ongeveer tien procentpunt bestaan in het voordeel van een zelfstandige, terwijl in de praktijk zzp’ers deels hetzelfde type werk doen als werknemers.72 Fiscale ondersteuning voor zelfstandigen stimuleert ondernemerschap. Tegelijkertijd draagt de fiscale ondersteuning er onder meer aan bij dat het aantrekkelijker is om zzp’er te blijven (en te werken in netwerken van zzp’ers) dan om personeel aan te nemen of om bij een andere zelfstandige in dienst te treden.

De kenmerken van zzp’ers bepalen de wenselijkheid van de groei.

De verhouding tussen de positieve en negatieve aspecten wordt deels bepaald door de kenmerken van de zzp’er. Sommige zzp’ers zien de beperkte toegankelijkheid tot een deel van de sociale zekerheid als een probleem, terwijl anderen daar bewust voor kiezen. In termen van werkgelegenheid en innovatiekracht zijn sommige zzp-constructies succesvoller dan anderen. Opvallend is wel dat zzp’ers in internationaal vergelijkend opzicht vaak zelfstandige zonder personeel (willen) blijven, en maar weinig zzp’ers zelfstandige met personeel (willen) worden. Dit beperkt de groei van de werkgelegenheid en innovatie.

De zzp-trend ontleed

De groep zzp’ers is zeer heterogeen. Een groot deel van de zzp’ers (75 procent) biedt eigen diensten aan. Deze zzp’ers zijn vooral te vinden in de bouw, zorg en zakelijke dienstverlening. De andere 25 procent van de zzp’ers biedt producten aan. Zij werken vooral in de agrarische sector, detailhandel, groothandel en straatverkoop. Zowel voor wat betreft het soort werk, de sector als de financiële positie is de groep zzp’ers zeer heterogeen. Ouderen (55–65 jaar) zijn relatief vaak zzp’er.

De drijfveren achter zzp-schap lopen uiteen. Zzp’ers geven vaak aan dat zij ondernemen omdat zij waarde hechten aan vrijheid en onafhankelijkheid. Ook het beter kunnen combineren van werk en privé is een motief. Een deel van de zelfstandigen geeft aan als zzp’er te werken omdat zij geen baan in loondienst kunnen vinden. Ook werd een klein deel door hun voormalige werkgever tot zzp-schap gedwongen. Hier is vaak sprake van schijnzelfstandigheid waarbij de «zelfstandige» feitelijk werkt in de omstandigheden van een werknemer. Deze drijfveren staan echter niet los van fiscaal beleid en arbeidsmarktbeleid. Ook is er een groep die kiest voor het zzp-schap om zich aan verplichte verzekeringen te onttrekken. Vooral voor jongeren, hoogopgeleiden en mensen met weinig gezondheids-risico’s kan dat voordelig zijn. Sommige arbeidskrachten met specifieke kwaliteiten kunnen als zzp’er met vrije tariefstelling meer verdienen dan als werknemer onder vaste cao-afspraken.

Fiscaal beleid geeft belangrijke prikkels. Zelfstandigen betalen in Nederland minder belasting dan werknemers. De bijdrage aan werkgelegenheid en innovatie van ondernemerschap geeft aanleiding om ondernemerschap te stimuleren. Het aantal fiscale faciliteiten voor ondernemers is sinds 2000 sterk uitgebreid. Zo is de zelfstandigenaftrek in 2005 verruimd en is in 2007 de mkb-winstvrijstelling geïntroduceerd. In dezelfde periode is het aantal zelfstandigen sterk toegenomen. Het is aannemelijk dat de groei voor een deel door deze prikkels komt.

Ook arbeidsmarktbeleid speelt een rol. In tegenstelling tot werknemers worden zzp’ers niet beschermd door ontslagwetgeving, het minimumloon, de arbeidstijdenwet en aanvullende bindende cao-afspraken per sector. Daarbij zijn werknemers verplicht verzekerd tegen werkloosheid en arbeidsongeschiktheid en bouwen zij vaak verplicht pensioen op. Deze instituties zorgen voor hogere loonkosten, waardoor de loonkosten voor sommige werknemers uit de pas kunnen lopen met de productiviteit. Dit maakt het voor werkgevers in bepaalde gevallen aantrekkelijk om een zzp’er in te huren in plaats van een werknemer in te zetten. Een bijkomend nadeel is dat sommige kwetsbare groepen hierdoor de bescherming missen die uitgaat van de collectieve werknemersverzekeringen en het minimumloon. Dit leidt tot een ongelijk speelveld, omdat (schijn-) zelfstandigen zich hierdoor voor een lagere prijs kunnen aanbieden op de arbeidsmarkt.

Bij ongewijzigd beleid zet de groei van het aantal zzp’ers onverminderd door, terwijl dit niet noodzakelijk welvaartsverhogend is.

Het is niet bekend wat de voornaamste drijfveren zijn achter de groei van het aantal zzp’ers en wat de precieze gevolgen zijn voor de economie, de solidariteit van de welvaartstaat en de overheidsfinanciën. Het kabinet laat op dit moment een Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) naar zzp’ers uitvoeren om de trends en gevolgen beter te begrijpen. Dit IBO streeft ernaar om de analyse, inventarisatie en beleidsopties beschikbaar te maken voor een publieke discussie over de betekenis van zzp’ers voor de werking van de arbeidsmarkt, hun inkomens- en vermogensposities, de voor- en nadelen van hun fiscale behandeling, de verhouding tot andere groepen werkenden en de aansluiting van het stelsel van sociale voorzieningen en verzekeringen. Het kabinet zet haar beleid voort om schijnzelfstandigheid en schijnconstructies met zzp’ers te bestrijden.

Hugo-Jan Ruts is 'editor-in-chief' en uitgever van ZiPconomy. Bekijk alle berichten van Hugo-Jan Ruts

6 reacties op dit bericht

  1. ” Zzp’ers leveren zo een kleinere bijdrage aan het collectief, maar profiteren wel van collectieve voorzieningen zoals AOW, zorg en bijstand.”

    Dit is echt een tendentieuze leugen. ZZP-ers betalen wel de volle premies voor AOW, ZV en Inkomstenbelasting voor de WWB.

    Natuurlijk zou het mooi zijn als ZZP-ers meer ZMP-ers worden. Maar dan zal de financiële en vooral risicodrempel om personeel aan te nemen wel veel lager moeten worden. Denk alleen al aan de transitievergoeding na 2 jaar tijdelijk contract of 2 jaar doorbetaling bij ziekte. Dat maakt het wel heel afstotend om personeel aan te nemen, tenzij je heel zeker weet dat je business snel een veel groter succes zal worden.

    • Jan.

      Een kleine nuance. In de miljoenennota wordt niet gesteld dat ZZP’ers geen premie betalen, maar relatief minder (belastingdruk) vanwege de aftrekposten. Zeker voor ZZP’ers met een vrij lage omzet (en wel volledige zelfstandigheidsaftrek) betalen tov vergelijkbare bruto inkomens van medewerkers in loondienst veel minder belasting (of helemaal niet) ter voor diezelfde collectieve voorzieningen. Dat komt met name ook omdat de zelfstandigheidsaftrek niet gerelateerd is aan hoogte omzet.

      De zelfstandigheidsaftrek in de huidige vorm gaat er (vermoed ik) zeker aan in de nieuwe plannen.

      Ik weet het: die zelfde zzp’er heeft ook veel meer risico en andere kosten.

      D66 heeft trouwens een voorstel ingediend om het voor ZZP’ers aantrekkelijker te maken om personeel aan te nemen. Al vraag ik me af of dat gaat werken en slim is. Ik (ook zzp’er) huur zelf regelmatig mensen in voor allerlei taken, allemaal zzp’ers en dat bevalt me prima!

  2. Er wordt gesproken over “schijnzelfstandigheid” en dat is inderdaad een bestaand fenomeen. Ik focus hier vooral op de groep die goed beschouwd ook als werkloos opgevat zou kunnen worden. Het gaat bij deze ZZP-ers in hoge mate om mensen die op gevorderde leeftijd hun baan verliezen (ondanks alle mooie pogingen om leeftijdsdiscriminatie te voorkomen, vliegen bij reorganisaties de 50-55 plussers er als eerste uit, er zijn genoeg trucs om dat te regelen) en voor veel van deze mensen is de WW-uitkering geen optie. Niet omdat ze hun hand niet bij de overheid willen ophouden en vooral ook niet omdat de WW voor deze groep ex-werkenden teveel om dood te gaan en te weinig om van te leven is. Dus dan maar zelfstandig worden. Als deze mensen dan nu ook nog eens getroffen worden door belastingverhogingen is dat wel heel zuur. Als dank voor hun inzet om in eigen inkomen te voorzien worden ze dan ook nog eens lekker gestraft. Rechtvaardig toch? Als dit doorgaat is het dus niets anders dan een groep potentiële belastingbetalers bij de kladden grijpen die langzamerhand zo groot geworden is dat de mogelijke revenuen aanzienlijk zijn.

    Het is ook nog eens zeer onrechtvaardig. Ja, ZZP-ers dragen wellicht minder belasting af maar in de sfeer van de sociale voorzieningen tellen ze ook niet mee: geen recht op WW-uitkering, geen pensioen-opbouw. Zeer terecht dus dat ze van hun inkomen minder afdragen.

  3. Pierre.

    Voor de goede orde wel goed om aantal definities scherp te hebben. Er zit een verschil tussen schijnzelfstandigen en gedwongen zelfstandigen.

    Schijnzelfstandigen zijn (en daar heeft het kabinet over) mensen die op oneigenlijke gronden een VAR hebben en de fiscale voordelen hebben, terwijl ze eigenlijk helemaal niet zelfstandig zijn (bijv al jaren een opdrachtgever hebben en duidelijk een gezagsrelatie hebben). Dit is wat kabinet wil aanpakken. Onderzoek in opdracht van EZ stelt dat dit ongeveer geldt voor 5% van alle ZZP’ers. Het zijn dus zelfstandigen, met werk, die eigenlijk in loondienst horen (met hogere belastingopbrengsten), vindt het Kabinet.

    Gedwongen zelfstandigen zijn mensen (al dan niet terecht) geen ander perspectief zien op de arbeidsmarkt dan als zelfstandige verder te gaan. Die zijn (meestal) wel degelijk conform de regel zelfstandig. Wat niet wil zeggen dat ze even makkelijk aan een opdracht komen. Vanuit fiscaal oogpunt is dat (het klinkt wat hard, maar het is niet anders) niet zo’n probleem voor het kabinet.

    Overigens zit er (om het ingewikkeld te maken) een overlap tussen. Asscher noemt vaak de postbezorgers. Postbodes die ontslagen zijn en vervolgens hetzelfde werk doen, maar dan als zzp’er.

  4. Dit stuk en de discussie hierna geeft alleen maar aan hoe vast velen van ons nog zitten in het oude paradigma van ‘vaste banen’ en ‘arbeidsmarkt’. Dat veel mensen kiezen voor het ZZPer-schap heeft o.a. te maken met het feit dat men niets anders kan. Als b.v. de uitkering is afgelopen. Sommige mensen worden of werden ZZPer uit vrije keuze, maar vele anderen uit noodzaak.Het zou verstandig zijn als de Regering dit soort ontwikkelingen zou stimuleren en faciliteren in plaats van het als ‘gevaar’ te zien.

    Vg
    Tony de Bree
    Twitter: @tonydebree & @dagboekbankier

  5. Tony, ik begrijp je punt niet helemaal. Enerzijds stelt je dat veel mensen zzp’ers worden uit ‘dwang’ (wat me niet zo positief lijkt), aan de andere kant stelt je dat de regering die soort ontwikkelingen zou moeten stimuleren.