Hugo-Jan Ruts 25 april 2016 6 reacties Print Intermediairs zoeken naar hun weg in de mist die Wet DBA heetVeel is nog onduidelijk voor intermediairs als het gaat om de Wet DBA. Brancheorganisatie Bovib probeert met haar eigen modelovereenkomst meer zekerheid te bieden. Een verslag van een zeer goed bezochte bijeenkomst. Overweldigend. Dat is wel het woord om te omschrijven hoe groot te belangstelling onder bemiddelaars van zzp’ers was voor een voorlichtingsbijeenkomst van brancheorganisaties Bovib over de Wet DBA en de rol van die intermediairs. Twee mailing en de zaal met 350 plekken was in no-time volgeboekt. Een verslag. Vragen en onzekerheid Veel vragen, veel onzekerheid dus. Met een hier en daar zicht op kansen. Dat werd tijdens de bijeenkomst wel duidelijk. “De huidige manier van werken voor veel opdrachtgevers, zelfstandigen en intermediairs is voor 50 tot 60% van de situaties niet in stand te houden,” zo waarschuwde Bovib voorzitter Rob de Laat de aanwezigen. “Er zijn nog veel knelpunten op te lossen in overleg met de Belastingdienst. Opdrachtgevers zijn onvoldoende op de hoogte van wat er op hen afkomt en ook intermediairs moeten zich goed laten informeren om de juiste keuzes te kunnen maken en het gesprek aan te gaan met hun klanten.” De Bovib maakt zich hard om meer duidelijkheid te krijgen voor de bijzondere positie van brokers en intermediairs. De Laat legt uit dat een goede modelovereenkomst voor het ‘tussenkomst-model’, waar veel intermediair mee werken, nog ontbreekt. Daarom is de Bovib bezig om een eigen modelovereenkomst goedgekeurd te krijgen. “Wij hebben er als brancheorganisatie daarom voor gekozen om niet te veel mee te bewegen. We zitten niet te wachten op een snelle goedkeuring van onze modelovereenkomst, zolang intermediairs daarmee geen handvatten krijgen om het proces zodanig in te richten, dat het risico wordt beperkt. We willen expliciete duidelijkheid hebben over wat zwart en wat wit is. De Belastingdienst praat toch heel erg in grijs. Dat is als intermediair natuurlijk heel lastig.” De Laat vertelt verder dat de Belastingdienst positief is over het Bovib voorstel voor een set van twee modelovereenkomsten. “Een tussen de intermediair en de zelfstandige en een gespiegelde overeenkomst tussen de klant en de intermediair inclusief een bijbehorend beheersplan, het Tax Control Framework.” Vrije vervanging Intermediairs zijn na 1 mei de eerste partij daar de Belastingdienst aan klopt voor loonheffing, in het geval dat de relatie met de zzp’ers toch als arbeidsovereenkomst wordt beoordeeld. Om risico’s zo klein mogelijk te houden is het voor bemiddelaars dus zeer aan te bevelen om met een modelovereenkomst te werken. Voor bureaus die NEN gecertificeerd zijn is dat zelf een verplichting. Maar wat dan in die modelovereenkomst op te nemen? In beginsel zijn er twee smaken, zo legde Boris Emmerig, loonbelastingspecialist van Deloitte en adviseur van de Bovib, uit. Of je sluit een gezagsrelatie uit, of je sluit persoonlijke arbeid uit door te regelen dat iemand zich vrij kan laten vervangen. Met de Bovib stelt Emmerig zich op het standpunt dat het is het beste is om het element ‘vrije vervanging’ in de modelovereenkomst op te nemen. “Het is kwaad kersen eten met de Belastingdienst als het gaat om de term ‘gezag’. Ze hanteert zulke stringente kaders rond ‘gezag’ dat wanneer je iemand inhuurt bijna niet uit te sluiten valt dat er sprake is van een gezagsrelatie is”, aldus Emmerig. Mee doen aan werkoverleg lijkt lastig. Werkzaamheden doen die ook door iemand in loondienst gedaan worden of werden leidt al snel tot de conclusie dat er een gezagsrelatie is. “Vrije vervanging toestaan is eenduidiger en geeft dus meer zekerheid”. Belangrijk voor intermediairs die afhankelijk zijn van hoe hun klanten omgaan met de zelfstandigen van de intermediair. In de modelovereenkomst staat dat een zelfstandige zich mag laten vervangen (het hoeft niet). Wel in overleg en hij blijft eindverantwoordelijk voor het resultaat. Een modelovereenkomst zonder aansluitende beheersmaatregelen is een half werk, maakt Emmerig nog duidelijk. Hij adviseert om verhaalartikelen op te nemen indien de intermediair een naheffing krijgt zonder dat ze zelf verwijtbaar heeft gehandeld. Emmerig merkt nog op dat de Belastingdienst geen naheffing achteraf mag opleggen over jaren waarvan de IB-aangifte van de zelfstandige definitief is. Ondernemerstoets Een extra punt voor intermediairs is de ondernemertoets. Voor intermediairs is het verstandig om na te gaan of de zzp’ers die ze bemiddelen ook daadwerkelijk ondernemer zijn. Een dergelijke toets is voor andere opdrachtgevers niet nodig. Bij bemiddelaars wel, dit om uit te sluiten dat er een fictieve dienstbetrekking kan ontstaan. Emmerig wijst naar de nieuwe website van de Belastingdienst: de belastingdienst-ondernemerscheck.nl/ Daarin kan iemand testen of hij door de fiscus gezien wordt als ondernemer. Emmerig adviseert intermediairs om een soortgelijke check te doen. Inclusief het controleren van de feiten. Wanneer je dat als intermediair zorgvuldig doet en goed documenteert dat bouw je een “bewijsvermoeden” op. Of te wel: je hebt je best gedaan. En dat is in dit geval voldoende. Lobby Het merendeel van de aanwezigen in de zaal verwacht na de Wet DBA meer zzp’ers te gaan bemiddelen. Ondanks alles ziet ook De Laat mogelijkheden voor intermediairs, zeker als ze zich meer als partner opstellen in plaats van sec als leverancier. De Laat merkt bij opdrachtgevers ook veel onrust vanwege de onduidelijkheid. ‘Dat leidt tot een kopersstaking. Dat is zonde. We hebben niet een half jaar de tijd om te wachten. Nu moet duidelijk zijn hoe je goed kan werken met zzp’ers. Dat is belangrijk voor zzp’ers, anders verdwijnen hun opdrachten. En belangrijk voor opdrachtgevers.” Het aantal leden van de Bovib groeit hard. Met een gemeenschappelijk geluid wil de Bovib zowel voor haar eigen branche en voor opdrachtgevers zorgen dat die duidelijkheid er meer komt. Na afloop spraken wij nog kort met Bovib voorzitter Rob de Laat, waarin hij meer uitleg gaf over de modelovereenkomst van de Bovib en we vroegen hem of hij verwacht of de Wet DBA tot minder zzp’ers gaat leiden. De powerpoint presentatie van Rob de Laat is hier terug te lezen. Die van Boris Emmerig staat hier. Zie verder nog het uitvoerige ZiPdossier over de Wet DBA, met tientallen artikelen en verwijzingen. bovib, intermediair, Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties Print Over de auteur Over Hugo-Jan Ruts Hugo-Jan Ruts is 'editor-in-chief' en uitgever van ZiPconomy. Bekijk alle berichten van Hugo-Jan Ruts
Ik zie het somber in voor de intermediairs, tenzij ze echt iets toe gaan voegen. De CV schuivers zullen het lastig krijgen. De grote opdrachtgevers met veel externe zzpers ingehuurd, kunnen ook zelf wel een paar mensen aanstellen om de zaakjes te regelen, een intakegesprek moet toch altijd al bij de klant zelf gebeuren. De uurtje-factuurtje opdrachten laten ze via payroller lopen, de echte zzp klussen maken ze zelf afspraken over, maar die zitten ook niet van 9:00 – 17:00 op hun kantoor. De kleine opdrachtgevers met een enkele zzper aan het werk zal het ook zelf moeten gaan regelen, als ze inderdaad een zelfstandige willen inhuren. En anders een tijdelijk arbeidscontract geven.
Gerrit, Ik denk dat je een punt onderschat: De Wet DBA legt flink stuk risico neer bij de opdrachtgever. Daar hebben veel opdrachtgevers een hekel aan en dat is alle aanleiding om er een juist een schakel tussen te zetten. Hugo-Jan
Maar de tussenschakel helpt juist de zelfstandigheid om zeep… Ik bedoel dat bedrijven dan alleen nog de echte zzp opdrachten (duidelijke omschrijving van de levering, vrij werktijden, opleverdatum, enz) op deze manier doen, en de rest van se uurtje fsctuurtje zzpers op een tijdelijk arbeidscontract zet of doorverwijst naar een payroller.
En voor ‘de cv-schuivers’ is er zelfs een goedgekeurde en gepubliceerde modelovereenkomst, nl voor het bemiddelingsmodel…… Zie http://www.belastingdienst.nl/wps/wcm/connect/bldcontentnl/themaoverstijgend/brochures_en_publicaties/algemene_modelovereenkomst_bemiddeling_nbbu
achtergrond - Bovib scheidt feiten van fictie in paper over handhaving schijnzelfstandigheid voor intermediairs