Lex Tabak 12 oktober 2016 8 reacties Print Die ‘verpleegster’ in het ziekenhuis. Hoezo geen zelfstandig ondernemer?Verpleegsters in het ziekenhuis zouden geen zelfstandigen kunnen zijn volgens Staatssecretaris Wiebes. Lex Tabak, expert op het vlak van ZZP-erschap in de zorg, heeft daar een heel andere kijk op. Ze worden er met regelmaat met de haren bijgesleept in het debat rondom de Wet DBA. ‘Verpleegsters’ in het ziekenhuis zouden geen zelfstandigen kunnen zijn. Als je dat maar vaak genoeg zegt, dan blijft het vanzelf wel plakken, zo moet de redenatie van Wiebes zijn. Maar helaas. Het fenomeen heet ‘zelfstandig verpleegkundige’ en zij moet aan meer regelgeving voldoen dan welke zzp’er ook. Het vak leent zich derhalve uitstekend voor een leven als zelfstandige. De groep professionals die in de zorg kiest voor een zelfstandig bestaan groeit sterker dan welke andere zzp groep dan ook. Terecht. De zorg is uniek De zorg is een branche als geen ander. Dat heeft alles te maken met het feit dat het een sector is die met publiek geld wordt gefinancierd en over heel kwetsbare mensen gaat, namelijk mensen die ziek zijn en/of niet meer voor zichzelf kunnen zorgen. De ‘klant’ is voor een zorgprofessional om die reden niet alleen de ‘cliënt’ of ‘patiënt’. Het regelgevend kader dat rondom die relatie hangt tussen professional en zorgvrager vergt veel. Zo is er de Inspectie voor de Gezondheidszorg die iets te vinden heeft over de kwaliteit van zorg. Dit is een partij die in het meest ernstige geval een zorgaanbieder kan dwingen tot sluiting. Tarieven voor zorg worden vastgesteld door de Nederlandse Zorgauthoriteit. Kaders voor kwaliteit worden door het Zorginstituut opgesteld. Commerciële opdrachtgevers heten in de zorg zorgverzekeraars en mogen landelijk samenwerken in een ‘belangenorganisatie’ die Zorgverzekeraars Nederland heet. Dat doet iets met marktmacht. Daarnaast is er een ‘beroepsorganisatie’ die iets te vinden heeft van de wijze waarop de verpleegkundige zijn of haar vak uitvoert. Daarnaast is het afbreukrisico in deze sector hoog, aangezien de Nederlandse samenleving iets vindt van slechte zorg. Kunt u een andere branche noemen waar zoveel partijen iets te vinden hebben over de wijze waarop een opdracht wordt vervuld? De kwaliteitswet: ook voor zzp’ers Sinds 1 januari 2016 is er een nieuwe kwaliteitswet van kracht. Deze Wet Kwaliteit Klachten en Geschillen in de Zorg geeft zzp’ers voor het eerst een zelfstandige plek in het bestel. De zelfstandig verpleegkundige heeft daarmee een wettelijke verantwoordelijkheid gekregen om veilige en kwalitatief goede zorg te leveren. Los van wat de arts daarvan vindt of de instelling waar de zelfstandige voor werkt. Een zzp’er is daarmee evenveel zorgaanbieder voor de wet als een traditionele organisatie dat is. Dat wil zeggen dat een zzp’er vanuit het perspectief van de wetgever aan dezelfde eisen dient te voldoen als een ziekenhuis. Hoe kun je ‘gezag’ ontvangen als de opdrachtgever en zzp’er exact dezelfde wet kwaliteitswet dienen op te volgen die in alle opzichten gáát over de uitvoer van de opdracht? Dezelfde wetgeving voor zowel zzp’er als ziekenhuis. Dat klinkt eenvoudig, maar is niet gemakkelijk in de praktijk. Want alle partijen die ik eerder noemde hebben dus direct of indirect ook iets te vinden van die zzp’er. Daarnaast is de Wkkgz een ‘kaderwet’, dus het veld mag deze inkleuren. De zzp’ers in de zorg zijn echter tot op heden niet verenigd in een specifieke brancheorganisatie, dus een samenwerking om wetgeving handen en voeten te geven ontstaat tot op heden niet. Daar liggen kansen en daar wordt inmiddels ook aan gewerkt, maar we hebben ondertussen wel te maken met een erfenis uit het verleden. De Wet DBA ontstond in de zorg Het dossier van de zzp’er in de zorg is al vele jaren oud en evenveel jaren problematisch. In de tien jaar dat ik er van dichtbij bij betrokken ben, is precies dat regelgevende kader wat om de zorg heen hangt, het voornaamste probleem geweest. De opdrachtgever moést wel sturing geven aan de zzp’er, want de regelgeving was voor de opdrachtgever dusdanig zwaar dat deze niet anders kon dan nauwgezet aanwijzingen geven aan de zzp’er, zo luidde het oordeel van de fiscus. Daarnaast maakten zzp’ers in de zorg traditioneel gezien veel gebruik van bemiddelende partijen, wat ook de perceptie op het ondernemerschap niet ten goede kwam. Meer dan honderd rechtszaken zijn er gevoerd tussen de Belastingdienst en zzp’ers over deze onderwerpen. Een onderwerp dat van ondergeschoven belang werd op het moment dat de eerste modelovereenkomst ontstond. De eerste modelovereenkomst ooit was een gecombineerde poging van FNV Zelfstandigen en (zorg)branche organisatie BTN. Een heel specifieke modelovereenkomst voor een heel specifiek lid van BTN. Deze modelovereenkomst bleek in de praktijk voor veel partijen in de zorg niet bruikbaar, maar dat maakte de betrokken partijen niet zo heel veel uit. Het was voor de FNV de start van de goed nieuwsshow die modelovereenkomsten heette. Inmiddels zijn we anderhalf jaar verder en slechts enkele modelovereenkomsten rijker voor de zorgsector. De Belastingdienst worstelt met haar interpretatie van opdrachtnemerschap binnen modelovereenkomsten in de zorg. Gelukkig hebben we op het vlak van IB ondernemerschap in de zorg sinds 1 januari 2016 iets belangrijks gewonnen binnen de fiscale wetgeving: de nieuwe kwaliteitswet. Het 11e criterium Met de kwaliteitswet Wkkgz heeft de zzp’er in de zorg een elfde ondernemerscriterium te pakken. De sectorspecifieke eisen die zelfstandige professionals in de zorg dienen te hanteren, vragen veel van de individuele zzp’er. Zoveel, dat er naar mijn mening na uitwerking daarvan, van ‘gezag’ over de uitvoering van de opdracht (zorg verlenen) geen sprake meer kan zijn. De opmerking dat ‘verpleegsters’ geen ondernemer kunnen zijn voor de Inkomstenbelasting is om die reden onterecht. Sectorspecifieke eisen zijn nergens zo zwaar voor een zzp’er in de zorg. Het is daarom hopelijk slechts een kwestie van tijd voordat Wiebes de soundbite ‘verpleegster is geen ondernemer’ laat varen. Lex Tabak , expert op het vlak van ZZP-erschap in de zorg Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties, zorgsector Print Over de auteur Over Lex Tabak Lex Tabak is initiatiefnemer van ZZP-erindezorg.nl Hij volgt de ontwikkeling van professionals die vast, flex én zzp werken op de voet. Lex is sinds 2006 nauw betrokken bij de ontwikkeling van zzp'ers in de zorg. Als oud-verpleegkundige en ervaren zzp’er deelt hij kennis over wat er komt kijken bij het zzp-schap in de zorg. Daarnaast zet hij zich zo’n 15 jaar in voor de belangen van zzp’ers in de zorg. Naast zijn interesse in de ontwikkeling van zelfstandigen in de zorg, zet hij zich in voor de duurzame inzetbaarheid van zorgprofessionals. Dit doet hij in nauwe samenwerking met zijn netwerk. Bekijk alle berichten van Lex Tabak
Maar waarom zou je het WILLEN als verpleegster, al die rompslomp. Nu ook nog de wkkgz erbij, laat het toch lekker aan de werkgever over, dan kan de verpleegster(m/v) zich concentreren op het geven van zorg, daar zijn ze voor opgeleid en daar zijn ze goed in. Misschien dat het voor hele specifieke zeldzame specialisten die maar een paar uurtjes nodig zijn per locatie wel zinvol is, maar zeker niet voor de gemiddelde verpleegster.
Omdat niet iedere zzp’er in de zorg een vast dienstverband wil, zelf wil kunnen beslissen waar hij/zij werkt en wanneer wel/niet. Maar let maar op… mochten de zzp’rs echt uit de zorg buiten gesloten worden gaan de ziekenhuizen en patienten dit heel hard voelen. De echte zzp’r in de zorg zal namelijk niet voor een vast dienstverband kiezen, met het gevolg van sluiting van ok’s en afdelingen.
Kennen niet meer branches wetgeving waar werknemers/opdrachtnemers en natuurlijk ook zzp’ers/opdrachtnemers zich naar moeten voegen? Denk aan accountants, advocaten en inderdaad in de medische wereld. Dat die wetgeving er is en je je daar aan moet conformeren, lijkt mij niet het onderscheidende criterium om te bepalen of iemand zelfstandig ondernemer is. Zie ook deze uitspraak waaruit blijkt dat de rechter naar meer aspecten kijkt bij een tandarts: http://www.accountancyvanmorgen.nl/2016/10/11/tandarts-jarenlang-opdrachtgever-werkt-is-geen-ondernemer/ Juist het kunnen geven van dwingende aanwijzingen lijkt mij een belangrijk criterium voor een loondienstbetrekking. Een uitzondering vind ik iemand die als tijdelijke ondersteuning voor korte periode wordt ingehuurd, waarbij partijen niet de intentie hebben om een arbeidsovereenkomst te sluiten. Dan is er wel aan de criteria voldaan voor het aanwezig zijn van een loondienstbetrekking qua: arbeid persoonlijk moeten verrichten, tegen betaling en het aanwezig zijn van een gezagsverhouding. Alleen door het ontbreken van de arbeidsovereenkomst, die partijen niet hebben willen sluiten, is er toch sprake van een zelfstandige. Of zo iemand ook als ondernemer kwalificeert is de volgende vraag die beantwoord moet worden.
Interessant artikel met een duidelijk door de zorg geïnspireerde kijk op de wereld, zeker na DBA. De oude discussie, dat mensen in de zorg niet onder gezag kunnen werken, wordt weer eens aangezwengeld. Ook bij artsen is dat lang een discussie punt geweest en wordt nog her en der gevoerd. Geheel ten onrechte. Het feit dat iemand hoog gekwalificeerd, gecertificeerd of anderszins aan allerlei normen voor zijn beroepsuitoefening moet voldoen, heeft NIETS met gezag te maken in de zin van het arbeidsrecht. De context waarin iemand werkt des te meer. Je moet er toch niet aan denken, dat omdat iemand voldoet aan diverse kwaliteits criteria, hij/zij zelf kan bepalen of en wanneer hij/zij rondes doet in het ziekenhuis of wel dan niet patiënten conform het protocol van het ziekenhuis begeleid, behandeld, bejegend etc. . Zich in de operatiekamer wel of niet houdt aan de afspraken die gelden binnen dat ziekenhuis, maar zich alleen laat leiden door zijn eigen expertise. Jammer dat dit denkbeeld toch nog steeds speelt. Het is te meer jammer, omdat de suggestie ontstaat, dat de aard van de werkzaamheden iets zegt over het wel of niet aanwezig zijn van gezag. De suggestie zou dan snel kunnen zijn, dat omdat je stratenmaker bent er dus gezag snel aan de orde is. Een misvatting. De stratenmaker zal in feite meer vrijheid hebben bij het leggen van zijn straatje, dan de hoog opgeleide professional in de zorg, die van alle kanten gereguleerd, gecontroleerd en aangestuurd wordt.
Geachte heer Der Weduwen Uw argumentatie zou kloppen als u volledig ingevoerd zou zijn in de WKKGZ….deze kwaliteitswet is specifiek voor de zortgbranche en zet de zzper in de Zorg op het zelfde horizontale niveau als de zorginstelling…..!!! Daar zit feitelijk het grote verschil met andere branches en dat is waar de heer Tabak ik in zijn betoog op wijst. Mocht u daadwerkelijke inhoudelijke argumenten hebben dan zijn wij daar zeer zeker in geïnteresseerd….
Fijne feedback. De kennis die Joop der Weduwen heeft, berust ook bij juristen van vakbonden, Belastingdienst, de mensen van Minister Asscher en dus het UWV. Waarom delen we dat niet gestructureerder met elkaar? Bijvoorbeeld met branche-organisaties, Zzp-belangenbehartigers en met de rest van markt. De handreiking DBA is een goede voorzet én kan misschien verbeterd worden. En aan de praktijk getoetst. Meer vakbroeders hebben recentelijk over mogelijke oplossingen gepubliceerd, vorige week mr. Mertens in het MBB. Of Hugo-Jan Ruts: ‘De wet DBA is er en blijft, get over it’. Veel van deze wel- & niet-discussies bevinden zich in de achterhoede. Leven in het verleden en hebben moeite met de gevolgen van veranderingen. Vooraan in de veranderbeweging lijkt het me handiger om de knopen te tellen en vooruit te denken. De VAR is niet mee, de BGL wilden we niet. Dus moeten we roeien met de riemen die we NU hebben. En kan ieder waar mogelijk zijn verantwoordelijkheid invullen. Toezichthouders toetsen dan soms verplicht die keuzes. Zo werkt de wereld nu eenmaal. Senator Elizabeth Warren gaf een prachtig voorbeeld richting CEO John Stumpf van Wells Fargo CEO tijdens de Banking Committee Hearing Voorstel Kunnen we gelet op de feiten dit kwartaal a.u.b. een wapenstilstand sluiten en het door de VAR 15-jaar-achterstallig onderhoud samen verhelpen. Niet door te schoppen en klagen maar door elkaar in de goede richting te helpen? Door echt op landelijk- en brancheniveau te gaan samen-werken? Doel: Hoe kunnen we het wel eens worden over een ordening in deze mist van wensen, oude gewoontes en levenstandaarden en vooral wetgeving en jurisprudentie? Welke laatste we in het algemeen maatschappelijk belang eigenlijk zouden moeten koesteren. (Tot de wetgever besluit de regels te veranderen. ) Ook bij de PanamaPapers dienen keuzes gemaakt te worden. Wat prevaleert: substance over form (economische werkelijkheid) of de regels. Welke normen en waarden hanteren we bij zo’n landelijk onderwerp met zoveel reuring. Dat geldt ook bij de beoordeling van verrichte arbeid. Hierbij dient er duidelijkheid te komen hoe je kiest tussen de verschillen tussen loonbelasting-, sociale verzekerings- en arbeidsrechtregels. Hier past volgens de HR een holistische benadering. Ik ben bereid zo’n verhelderende dialoog te helpen organiseren.
Ik ken de zorg niet o goed, maar zou het niet gewoon heel redelijk zijn dat alle vormen van formeel gezag die zijn oorsprong vind “boven” of buiten de opdrachtgever niet als formeel gezag van opdrachtgever richting opdrachtnemer kan gelden? Voorbeeld Als de wet eist dat bepaalde werkzaamheden door minimaal twee personen moeten worden uitgevoerd (bv om veiligheidsredenen) dan is dit geen vorm van formeel gezag. Gevalletje “buiten de opdrachtgever” Als de opdrachtgever eist dat de werkzaamheden door minimaal drie personen moeten worden uitgevoerd dan kan dat duiden op formeel gezag. Echter als de opdrachtgever van de opdrachtgever dit (minimaal drie personen) eist, dan is het weer geen formeel gezag. Gevalletje “boven de opdrachtgever”