Hugo-Jan Ruts 18 december 2016 Eén reactie Print De Nederlandse Bank: niet minder flex, wel andere flex. ‘Verklein verschillen tussen werknemer en zelfstandige.’In haar rapport “Perspectief op groei de Nederlandse economie in beweging” pleit de Nederlandse Bank voor het versterken van het aanpassingsvermogen van de arbeidsmarkt. Vast moet flexibeler worden. En flex alleen voor wie dat kan en wil. Verminder de juridische en fiscale verstoringen in de beslissing om als zelfstandige of in loondienst te werken. Verklein de verschillen in ontslagbescherming tussen vaste en tijdelijke contracten. Ontwikkel beleid gericht op grotere prikkels om tijdens de loopbaan (al dan niet in vaste dienst) te investeren in kennis en vaardigheden. Dat zijn voor de Nederlandse Bank speerpunten om het individuele “aanpassingsvermogen van de arbeidsmarkt te versterken.” Nederland heeft meer flexibiliteit nodig op de arbeidsmarkt, maar volgens de DNB moet die flexibiliteit niet meer alleen komen van zzp’ers. DNB stelt dat in haar rapport “Perspectief op groei de Nederlandse economie in beweging”. Aanpassing arbeidsmarkt, investering in menselijk kapitaal In haar rapport constateert de DNB dat mondiale trends – met name op het terrein van technologie – het karakter van de Nederlandse economie veranderen. Daarnaast zien ze oook een toenemend belang van diensten in de consumptie en de vergrijzing. Die zorgen er juist weer voor dat er een het belang van de binnenlandse bestedingen toeneemt ten opzichte van de uitvoer. De consumptie verschuift door deze trends naar diensten die vooral in eigen land worden geproduceerd, zoals zorg. Productiviteitsgroei vraagt om menselijk kapitaal en grotere dynamiek. Volgens de DNB heeft Nederland met haar hoogopgeleide beroepsbevolking, sterke instituties en goede infrastructuur een goede uitgangspositie om in te spelen op het veranderende karakter van de economie. Dat vraag wel om onderhoud en aanpassing. “Het groeivermogen kan worden versterkt door investeringen in menselijk kapitaal, het bevorderen van economische dynamiek en een groter aanpassingsvermogen van de arbeidsmarkt.” Voor de DNB moeten die veranderingen komen vanuit de beroepsbevolking, gestimuleerd door beleid een aanpassing van regels en instituties. “Het veranderende karakter van de economie geeft kansen, maar vraagt ook veel van het aanpassingsvermogen van de beroepsbevolking.” De DNB besteed in dat kader in haar rapport ook ruim aandacht aan de flexibele arbeidsmarkt en de positie van de zzp’er daarin. Door “fiscale verstoringen en rigide ontslagregels” komt de – volgens de DNB noodzakelijke flexibiliteit in de arbeidsmarkt – vooral voor rekening van zzp’ers en andere flexibele krachten. “Het is wenselijk de inzetbaarheid van de gehele beroepsbevolking te vergroten. Dat is niet enkel een kwestie van het verminderen van de institutionele verschillen tussen werknemers met vaste contracten, flexwerkers en zzp’ers, maar ook van voldoende mogelijkheden en prikkels tot (om)scholing.” Flexibele instituties voor snellere reallocatie In de paragraaf “Flexibele instituties voor snellere reallocatie” somt de DNB een aantal constateringen op uit eerdere rapporten van onder andere het CPB en het interdepartementale IBO-ZZP rapport. Plus aansluitende adviezen omtrent aanpassingen op het terrein van ontslagbescherming en fiscale voorzieningen voor zelfstandigen. Omdat deze paragraaf ook leest als een samenvatting over hoe vanuit dergelijke beleidskringen gekeken wordt naar de arbeidsmarkt in relatie tot verschillende zzp-dossiers, een aantal lange citaten: “Het verkleinen van de kloof tussen achterblijvers en de technologische frontier is een belangrijke bron van groei. Naast onderwijs en kennisbeleid speelt hierbij ook reallocatie een belangrijke rol: het proces waarin de meest productieve bedrijven snel groeien en achterblijvende bedrijven marktaandeel verliezen. Dit vraagt om beleid dat een efficiënte allocatie van productiefactoren mogelijk maakt. Instituties die toetreding, groei en uittreding van bedrijven zo min mogelijk beperken en arbeidsmarktinstituties die bijdragen aan soepele transities op de arbeidsmarkt, maar tegelijkertijd bescherming bieden aan werknemers. In dit kader is ruimte voor verbetering in het faillissementsrecht. Het Nederlandse faillissementsrecht biedt relatief sterke bescherming aan de belangen van individuele schuldeisers, wat de mogelijkheid op een reorganisatie of doorstart kan beperken. Levensvatbare bedrijven worden daardoor waarschijnlijk onnodig vaak geliquideerd. Het wetgevingstraject Herijking Faillissementsrecht beoogt hier verandering in te brengen door de totstandkoming van herstructureringsakkoorden te vergemakkelijken. Instituties en de sociale zekerheid beïnvloeden niet alleen de arbeidsparticipatie, maar kunnen ook bijdragen aan het aanpassingsvermogen van de arbeidsmarkt. Door diverse hervormingen (met name de invoering van de WIA en de duurverkorting van de WW) is de sociale zekerheid de afgelopen decennia sterker activerend geworden. Het aanpassingsvermogen op de arbeidsmarkt kan echter verder versterkt worden door de institutionele verschillen tussen werknemers met een vast dienstverband, flexwerkers en zzp’ers te verkleinen. In internationaal opzicht valt Nederland – ook na de invoering van de Wet Werk en Zekerheid – op met een hoge mate van ontslagbescherming voor vaste contracten (CPB, 2015). Dit leidt tot een stabiele arbeidsrelatie, wat werknemers en werkgevers aanmoedigt om meer te investeren in menselijk kapitaal. Tegelijkertijd kan het huidige ontslagrecht knellen voor bedrijven die om te kunnen innoveren behoefte hebben aan personeel met andere vaardigheden. Zij kiezen daarom in toenemende mate voor werknemers met een tijdelijk contract, waarvoor de ontslagbescherming in vergelijking met andere landen laag is. Hoewel dit het aanpassingsvermogen van bedrijven vergroot, gaat het vaak ten koste van de mate waarin geïnvesteerd wordt in menselijk kapitaal. Werkgevers zijn namelijk minder geneigd te investeren in scholing van werknemers met een tijdelijk dienstverband. Daarnaast is de afgelopen jaren ook het aantal zzp’ers fors gegroeid. Ook in internationaal perspectief valt deze groei op. Het aandeel zzp’ers in de beroepsbevolking nam het laatste decennium in Nederland met ongeveer 3 procentpunt toe, terwijl in de EU deze stijging gemiddeld 1 procentpunt bedroeg. Deze forse groei is mede gedreven door fiscale voordelen voor zzp’ers en de mogelijkheid geen reserves op te bouwen voor pensioen en arbeidsongeschiktheid (IBO, 2015). Door de relatief hoge mate van ontslagbescherming van vaste contracten komt de dynamiek op de Nederlandse arbeidsmarkt vooral voor rekening van de groeiende groep tijdelijke werknemers en zzp’ers. Het verminderen van de institutionele verschillen tussen contracttypen kan de reallocatie en doorstroming op de arbeidsmarkt bevorderen. Dergelijke maatregelen kunnen ook een positief effect hebben op de arbeidsmarktpositie van ouderen. De relatief hoge ontslagbescherming voor vaste contracten kan namelijk met name voor oudere werknemers een rem zijn om een nieuwe baan te accepteren, ook als dit hun arbeidsmarktpositie duurzaam versterkt. Door het bevorderen van de doorstroming op de arbeidsmarkt komen mensen sneller op de plek te zitten waar hun kennis en vaardigheden het beste tot zijn recht komen. Veelbelovende beleidsopties om het aanpassingsvermogen van de arbeidsmarkt te versterken, zijn het verminderen van de juridische en fiscale verstoringen in de beslissing om als zelfstandige of in loondienst te werken en het verkleinen van de verschillen in ontslagbescherming tussen vaste en tijdelijke contracten. Beleid gericht op grotere prikkels om tijdens de loopbaan te investeren in kennis en vaardigheden is hieraan complementair.” Het volledige rapport ““Perspectief op groei. De Nederlandse economie in beweging”is hier te vinden. verkiezingen 2017, zelfstandigenaftrek, zzp-dossier Print Over de auteur Over Hugo-Jan Ruts Hugo-Jan Ruts is 'editor-in-chief' en uitgever van ZiPconomy. Bekijk alle berichten van Hugo-Jan Ruts
Samengevat, de enorme kloof op de arbeidsmarkt tussen vast en flex wordt verkleind door: 1. de ontslagbescherming voor lang-lopende vaste contracten te verminderen. Waarschijnlijk nog wel meer dan de wet WWZ nu al doet. Het moet nog aantrekkelijker worden om mensen in vaste dienst te nemen. 2. Flexwerkende zzp’ers hun fiscaal ondernemerschap te ontnemen. Hiermee worden deze groep zzp’ers in feite gewoon gedetacheerde flexwerkers. Dit doet de wet DBA al. En daarmee wordt flex-werk minder aantrekkelijk. Er staat ons nog wat te wachten als ze hier echt mee aan de slag gaan…
nieuws - CDA wil zelfstandigenaftrek verlagen en zo 100 miljoen extra binnenhalen voor innovatiesubsidie