Steven Dhondt 10 januari 2017 5 reacties Print Meer België of beheersing flexibilisering. Wat te doen met het CPB-advies over de Nederlandse arbeidsmarkt?Prof Steven Dhondt (TNO en KU Leuven) reageert op het CPB rapport over de flexibilisering van de arbeidsmarkt in Nederland. Moeten Belgie achterna? Vorige week schreven we in dit artikel over de ‘policy brief’ van het Centraal Planbureau over de hoge mate van flexibiliteit van de Nederlandse arbeidsmarkt. Prof Steven Dhondt (TNO en KU Leuven) reageert op die brief van het CPB. “Moeten België achterna?” Mijn schoonzus in België werd vorige week na 15 jaar hard werken als vaste medewerker ontslagen. Haar werkgever kwam naar haar werkplek en ga haar een brief hand: ze kreeg nog zes maanden om haar ontslagtermijn uit te zitten, te blijven werken en tegelijk tijd te besteden aan vinden van nieuw werk. Een collega hoogleraar in Vlaanderen mocht vorig jaar langs komen bij de Raad van bestuur van zijn instelling: “Mijn hooggeleerde collega, u bent ontslagen”, was wat hij te horen kreeg. Hij kreeg geen reden opgegeven waarom hij werd ontslagen. Ook hij kreeg enkele maanden de tijd om te zoeken naar een nieuwe baan. In België wordt niet moeilijk gedaan over ontslag. Of aanwerving. Zijn de Belgen niet alleen beter in voetbal dan de Nederlanders! Ik denk dat vele Nederlandse werkgevers wensen dat Nederland de Belgische arbeidswetgeving overneemt. Dan zou ik wel aangeven dat dat alleen kan als ook 80% van de werkenden lid zijn van de vakbond. Ik weet niet of ze die consequentie ook willen. Mijn beeld is wel dat de trage afbraak van de regels in de Nederlandse arbeidswetgeving, Nederland wel in de richting van België doet opschuiven. Zijn de Belgen niet alleen beter in voetbal dan de Nederlanders! Vorige maand bracht het Centraal Planbureau (CPB) een policy brief uit over flexibilisering (CPB policy brief). De conclusie is dat Nederland een uitzondering is in vergelijking met de ons omringende landen. Het percentage mensen met een flexibel contract is ongehoord hoog doorgeschoten. Eigenlijk is het voor het eerst dat we een negatief geluid van het CPB horen over de flexibele arbeidsmarkt. Het CPB laat zien dat de flextrend met groei in tijdelijke en zzp-contracten doorgaat. Ondernemersrisico’s worden afgeschoven op de werkende. In de afgelopen jaren, zeker toen Coen Teulings de scepter zwaaide bij het CPB, moesten de starre regels van het vast contract het vooral ontgelden. In artikels schreef Teulings dat de werknemers (en de vakbonden) op een onterechte manier het ‘consumentensurplus’ in bedrijven naar zich zouden toetrekken. De werkgevers waren slachtoffer van een hold-up. Het afschaffen van de ontslagvergoeding leek hem daarom ook een logische beleidskeuze om de macht van de werkenden in te perken. We zijn nu een tijdje verder en het wordt niet beter voor de werkende. Het CPB laat zien dat de flextrend met groei in tijdelijke en zzp-contracten doorgaat. Ondernemersrisico’s worden afgeschoven op de werkende. Nederland gaat wat dat betreft steeds meer op Spanje lijken. Misschien worden we daardoor goedkoper, maar innovatiever zullen we zeker niet worden. Of iemand moet mij uitleggen dat 1 miljoen 1-persoonsbedrijven meer innovatie kunnen opleveren dan duizend bedrijven met duizend personen. Maar goed. In Den Haag hebben ze begrepen dat de flextrend wellicht niet goed is voor het land. Wat zijn dan de beleidsopties om daar wat aan te doen? D66 was er enkele maanden al snel bij met de oplossing dat het vast contract nog meer moest worden uitgekleed. Je kunt natuurlijk de huidige medewerkers met een vast contract al hun rechten afnemen, dat gaat natuurlijk er alleen maar toe leiden dat we niet 1 miljoen tijdelijken en zzp’ers hebben, maar juist 8 miljoen tijdelijke werknemers en zzp. De nadelen van flexibilisering worden niet opgelost met een dergelijke insteek. Het CPB heeft nu een bredere afweging gemaakt van die na- en voordelen. En komt nu ook met mogelijke paden waarop we met de trend zouden moeten omgaan. CPB: strengere regels, meer bescherming Een eerste beleidsrichting is meer strengere regels voor flexibele arbeid. Het CPB denkt dat een dergelijk beleid alleen kan indien er meer zal worden gehandhaafd en gemonitord. Je hoort dat een dergelijke strategie wellicht vooral door een toekomstig links kabinet zal worden opgepakt. Het CPB zou het CPB niet zijn als ze niet zou blijven hameren op de kosten en risico’s voor werkgevers die samenhangen met een vast contract. Die zouden moeten worden verminderd. Lagere kosten voor het vast contract zou het vast contract interessanter maken voor werkgevers. Het CPB adviseert bij deze tweede richting om voor de meest kwetsbare groepen dan extra bescherming te regelen. Deze insteek ligt meer in lijn met de verlangens van een rechts kabinet, al is het de vraag of die iets aan de bescherming van de onderkant zullen gaan doen. De derde richting is uniformering: met fiscale regelingen zorgen dat flex en vast weinig van elkaar verschillen. De zzp’ers zullen geen hoera roepen bij deze keuze. Vreemd dat het CPB hier mee komt omdat ze recent in een eerdere policy brief heeft uitgezocht dat de beperkte sociale bescherming die zzp’ers nu voor zichzelf regelen, een bewuste en slimme keuze is. Het is me niet duidelijk welke politieke constellatie voor deze optie zal willen gaan. Zzp’ers zullen er in ieder geval niet voor kiezen. Werkenden met een vast contract kunnen er mogelijk brood in zien. Flexibilisering is een noodzakelijk kwaad. Bedrijven moeten natuurlijk flexibel kunnen reageren op hun omgeving. Maar flexibilisering mag niet tot ongewenste onzekerheid bij werkenden leiden. Dan schuiven werkgevers hun ondernemingsrisico af op medewerkers die zich daar onvoldoende tegen kunnen wapenen. Het consumentensurplus hebben ze namelijk ook al niet meer op hun bankrekening staan. Wat zou dan wel een optie kunnen zijn? De kosten van flexibilisering in alle vormen moet omhoog Ik denk dat we goed moeten kijken naar hoe bedrijven met flexcontracten omgaan. In de dagelijkse praktijk kun je het gewoon zien: de prijs om iemand een vast contract te geven is veel hoger dan om iemand een flexcontract te geven. De beslissing om in te huren verschuift ook steeds meer van HR-afdelingen naar de afdeling Inkoop. Alles wordt ingezet op goedkoop, en er onbedoelde gevolgen van flexibilisering mee gepaard gaan (bv. minder innovatie), dat wordt vergeten. Het aangaan van flexverbindingen is te eenvoudig. Mijn pleidooi is daarom om de kosten van flexibilisering in alle vormen te verhogen. Dat kunnen we door alle vormen van flexibilisering vergunningsplichtig te maken. Geen vergunning, dan heeft een werkende gewoon een vast contract. Absurde gedachte? Feitelijk hebben we deze situatie reeds in het uitzendwezen: hier moet een werkgever ‘meer doen’ en dat leidt ertoe dat het aantal uitzendcontracten nooit zo’n grote vlucht heeft genomen. Ondanks alle vraag naar ‘meer flexibilisering’. Vergunningen kunnen ook prima door de markt worden geregeld. Dat toont de bloeiende uitzendbranche aan. Met een vergunningstelsel draaien we de boel om: een werkgever moet echt nadenken of hij of zij een flexcontract wil hebben. Dat kost dan moeite, maar is dan ook een bewuste keuze. Met de flexmedewerker moet dan ook een gesprek worden gevoerd. Mijn beeld is dat flexibele contracten dan worden gebruikt waarvoor ze zijn bedoeld. Kunnen tijdelijke en zzp-contracten gewoon blijven bestaan. En dan moeten we niet verder kijken naar Belgische oplossingen! verkiezingen 2017 Print Over de auteur Over Steven Dhondt Prof. Dr. Steven Dhondt is senior researcher bij TNO (sociale innovatie; kwaliteit van de arbeid; teams; arbeidsproductiviteit; innovatiemanagement) en visiting Professor aan de K.U. Leuven. Bekijk alle berichten van Steven Dhondt
Ik begrijp best de discussie dat we niet moeten doorschieten met flexibilisering. Maar de kreet: “flexibilisering is een noodzakelijk kwaad” lijkt me geen goede benadering. Meebewegen, aanpassen, veranderen, is juist ook heel inspirerend. Het houdt je actief, in beweging. Zowel als organisatie, als werknemer, als zelfstandige.
Helemaal mee eens! Het verbaast me dat er in dit artikel zo eenzijdig wordt gekeken op basis van waarden die allang niet meer geldig zijn. Flexibilisering, ondernemerschap geeft de (ex-)werknemer ruimte om de situatie naar zijn hand te zetten. Door afscheid te nemen van een onwillende, slecht betalende of niet matchende opdrachtgever bijv. en daardoor snelle schakeling als er een ideale opdrachtgever/werkgever langs komt. Dat niet alle werknemers daar zin in hebben of geoutilleerd voor zijn (ondernemend genoeg zijn) betekent niet dat we maar moeten vast blijven houden aan een verouderd systeem. Dan moet de de werknemer/zzp-er ondernemender worden, risico’s durven nemen. Zekerheden bestaan er sowieso niet in het leven.
Dank voor de bijdrage. Er zitten zeker interessante punten in. Door de mededeling “Flexibilisering is een noodzakelijk kwaad” neem ik het betoog echter minder serieus. Het “pleidooi om de kosten van flexibilisering in alle vormen te verhogen” maakt het betoog helemaal van de realiteit losgeslagen. Ik zal niet weer over de “ZZPE” beginnen… (lijkt ook op een soort vergunning of VAR maar dan geregeld via een juridische ZZP-entiteit, echter zonder kostenverhoging)
Hoezo “risico durven nemen?”. Heb jij wel eens risico genomen en alles op het spelbord gezet? Geen baan, geen geld, dus alles wat je in de jaren daarvoor hebt opgebouwd, zoals je spaargeld aanspreken en je huis verkopen en zo? Wel eens nietsontziende deurwaarders aan de deur gehad, zijn dat de nieuwe kampbeulen? Excuses, ze doen ook maar hun werk… Werknemers van +45 hebben al een probleem op de arbeidsmarkt. Oorzaak: te weinig scholing en te hoge kosten. Jonge mensen krijgen het miniumumloon of nog erger (=beter voor de werkgever) een nul-urencontract, waarmee het risico van ziekte niet meer bij de werkgever ligt. Zij kunnen niets opbouwen. In opleiding wordt niet geinvesteerd. Het gaat werkgevers alleen maar om zo laag mogelijke kosten en vermijden van risico’s, want zij zijn anders ook de klos als het fout gaat. De risico’s van vast personeel in dienst hebben, worden onterecht bij de werkgever gelegd. Voor grote ondernemingen, zoals banken, verzekeraars, overheid is dat geen probleem: geld zat. Oh ja, hebben de banken en haar medewerkers de consequenties gedragen van hun falen? Daar werken toch de beste mensen met de hoogste salarissen en bonussen? Veel kleinere ondernemingen, MKB kunnen / willen de risico’s niet dragen. Alles verzekereren is kostbaar, naast alle administratieve aspecten die de aandacht van de ondernemer opeist. Het MKB zorgt voor nieuw werk, de grote bedrijven dumpen alleen maar personeel. Veel ZZP-ers zijn schijnondernemers. Voor een uurtarief (soms ook veel te hoog i.r.t. het vaste personeel) lopen ze jaren bij 1 opdrachtgever rond. Ze doen niets aan “verkoop of marketing”, ze hebben maar 1 product en dat is hun eigen lijf. De papieren tijgers, VAR enz-verklaringen, met erom heen geconstrueerde tussenbedrijven, veranderen daar niets aan. Een paar oplossingsrichtingen om over na te denken, om mensen meer toekomst te bieden, flexibiliteit te creeren, administratieve druk bij werkgevers weg te halen en de risico’s van ziekte enz te spreiden. – verlagen van de werkgeverslasten tot nul euro tot een salaris van …x modaal. Betaal dat met BTW-verhoging op luxe goederen en vennootschapsbelasting. BTW op eten, drinken, nutsvoorzieningen -> nul. Weg met het Energieakkoord, want dat is een vorm van verkapte belasting. – wegnemen risico, ziekte, arbeidsongeschiktheid van het personeel (ook de directeuren) bij bedrijven met omzet van bijv. < 20 miljoen – werknemers maken allemaal een loopbaanplan, verplicht, met wat ze kunnen en zich in willen specialiseren, incl. opleiding of zelfstudie en krijgen daar een budget voor. Mooie job voor UWV. – er is een universeel arbeidscontract. Regel dat werkgevers makkelijk bij elkaar personeel kunnen uitwisselen en werknemers makkelijk kunnen switchen, met behoud van zekerheid. – een ZZP-er is het zelfde als een werknemer Dan durven mensen en ondernemers wel meer "risico" te nemen, zodat de consequenties dragelijk zijn als het toch fout gaat. mvg van een kleine ondernemer
Ondertussen weten we dat de ingezette flexibilisering een logisch proces is. Het dient een doel voor zowel werkgevers als professionals. Het loondienstverband voldoet simpelweg in veel gevallen niet aan de wens van vraag en aanbod. Flex-vraag en flex-aanbod moeten makkelijk met elkaar in zee kunnen gaan waarbij op een faire manier sociale premies en belasting wordt betaald. In plaats van te denken in bestaande kaders, kunnen we beter naar iets nieuws. Voer de ‘ZZPE’ in. Daar kunnen opdrachtgevers dan zonder risico zaken mee doen. ik verwijs er toch maar naar: http://www.zipconomy.nl/2016/11/de-zzpe-zzp-entiteit-als-oplossing-voor-het-wet-dba-debacle/