Hugo-Jan Ruts 7 februari 2017 2 reacties Print WRR: hervorm zzp-bestel. Maar hoe om te gaan met de pluriforme groep zzp?De WRR komt in een lijvig rapport tot de aanbeveling om het zzp-stelstel te hervormen. In het rapport aandacht voor de grote pluriformiteit binnen die zzp-groep, maar geen oplossing hoe daar mee om te gaan. In hun rapport Voor de zekerheid pleit de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) voor een herontwerp van een aantal belangrijke pijlers onder het zzp-bestel. Een regeling voor arbeidsongeschiktheid, opbouw van pensioen en de fiscale voordelen voor zzp’ers: ze zouden allemaal – met zorg – bekeken moeten worden. Het grote dilemma: hoe om te gaan met de pluriformiteit van de zzp’ers “Hoe kun je in de nieuwe economie met nieuwe contractvormen bescherming blijven bieden aan mensen? Hoe institutionaliseer je dat opnieuw? Dat vind ik echt een vraag van deze tijd.” Diep in het WRR rapport Voor de zekerheid, dat vanavond gepresenteerd wordt, vat Prof Ton Wilthagen de urgentie van dit onderwerp scherp samen. Maar ook zijn vraagtekens zijn veelbetekenend. Waar te beginnen in een ingewikkeld stelsel, zonder dat je het kind met het badwater weggooit. “Over aan aantal belangrijke reparaties lijkt zich inmiddels een vrij brede consensus af te tekenen”, zo stelt de WRR. Over aan welke knoppen qua zzp-stelsel te draaien valt, daar is inderdaad wel consensus over (zelfstandigenaftrek, AOV, pensioen, eventueel minimumtarief). Dat daar aan gedraaid moet worden, ook daar lijkt – als je de verkiezingsprogramma’s op een rij zet – bij veel partijen wel overeenstemming over. Maar hoe om te gaan met het grootste dilemma – de pluriformiteit binnen de groep zzp’ers – daar heeft men in Den Haag nog niet het begin van een idee. Laat staan overeenstemming. Een maatregel die voor een de ene groep hard nodig lijkt, raakt direct – vaak onbedoeld – ook grote groepen andere zzp’ers. Als iets de Wet DBA debacle duidelijk heeft gemaakt, dan is het wel hoe lastig het is om generieke zzp-maatregelen te nemen. Ook het WRR rapport geeft geen antwoord op het dilemma van die pluriformiteit. Maar het rapport laat op verschillende momenten wel goed de verschillen tussen zzp’ers zien. Zo zijn zzp’ers flink over vertegenwoordigd in de (zeer) lage inkomensgroepen. Dus kwetsbaar. Tegelijkertijd zijn ze ook flink over vertegenwoordigd in de hoge inkomensgroepen. Als je het hebt over ‘huishoudvermogens’, belangrijk om de financiële draagkracht te beoordelen in het kader van bijvoorbeeld pensioen, dan zijn die verschillen nog groter. Inkomensverschillen – Bron. WRR Daarbij lijken beleidsmakers zich in de regel veel grotere zorgen te maken dan de zzp’ers zelf. Het gros is tevreden met de huidige situatie, zo constateert ook dit rapport. Verkenning Het rapport maakt onderdeel uit het project ‘Toekomst van werk’ van de WRR. Daarin wil de WRR cruciale arbeidsmarktontwikkelingen op het terrein van de digitale revolutie en flexibilisering van de arbeidsrelaties in kaart brengen, onderzoekt ze de sociale en economische betekenis daarvan, en draagt ideeën aan voor beleid. In dit deel heeft de WRR zich gericht op de toenemende flexibilisering van de arbeidsmarkt en op de gevolgen die deze ontwikkeling kan hebben voor economie en samenleving. Zowel de flexibele arbeidsmarkt (van uitzendkrachten, oproep- tot tijdelijks arbeidscontracten) als de zzp-markt komt uitgebreid aan bod. In een lijvig rapport, dat overigens bestaat uit een algemene analyse plus veel losse en vaak goed leesbare hoofdstukken over tal van thema’s. Flex is een blijvertje De flexibele arbeidsmarkt kent zijn nadelen. Met name het verlies aan zekerheid baart de WRR zorgen. Waarbij de WRR terecht constateert dat het met name de mensen met flexibele arbeidscontracten zijn die die nadelen zo ervaren. Zzp’ers zijn veel meer tevreden over hun situatie. Repareren van een aantal nadelen is volgens de WRR nodig. Op de arbeidsmarkt van de toekomst zal “een zekere flexibiliteit hoe dan ook aan de orde blijven. Lossere arbeidsrelaties kunnen soms bijdragen aan innovatie, aan groei van de werkgelegenheid, en aan het aantrekkelijker maken van werk. Bovendien kan een lossere arbeidsrelatie passen bij wat mensen zelf willen en bij hun levensloop. Maar bij flexibiliteit hoort ook (sociale) zekerheid. Voor het organiseren van die zekerheid bestaan geen magic bullits, al is op basis van onze analyse duidelijk dat het socialezekerheidsstelsel aanpassing vereist. “ Verschillen flex werk. Bron WRR Pleidooi hervorming zzp-stelsel “Voor zzp’ers zou een regeling ontworpen moeten worden in het geval van arbeidsongeschiktheid en verdient het sparen voor de opbouw van pensioen bijzondere aandacht. Daarbij is het nodig nog eens goed te kijken naar de fiscale voordelen voor zzp’ers, zeker omdat die vaak voor een ander doel worden ingezet dan waarvoor ze bedoeld zijn, namelijk voor het verzekeren tegen onzekerheid.” Zo stellen de opstellers van het rapport. Een punt dat in verschillende verkiezingsprogramma’s terug komt. De WRR maakt zich ook met name zorgen over het achterblijven van scholing van zowel flexkrachten als zzp’ers en de gevolgen die dat heeft voor hun employability. “Indien we het stelsel fundamenteler aan zouden willen passen, lijkt het verstandig daar meer tijd voor te nemen, om een breed scala aan belangen, discussies, invalshoeken, afwegingen en onderdelen van de sociale zekerheid mee te kunnen nemen. (…) “Het gaat er om de flexibele arbeidsmarkt zo te organiseren dat die past bij de economie en samenleving die we wensen, én tegelijkertijd flexibel werkenden meer zekerheden te bieden.” Verouderd arbeidsrecht Na de algemene analyse staan in het rapport een aantal losse bijdragen van wetenschappers die aparte aspecten van de zzp-markt belichten. Zo stelt Saskia Klosse in haar bijdrage “Flexibele arbeid, gebalanceerde bescherming” maar weer eens vast “hoe het recht worstelt met de zzp-problematiek”. Die worsteling hangt volgens Klosse “nauw samen met de juridische spelregels. Die zijn te strak. Daardoor komen sommige zzp’ers in het werknemersregime terecht terwijl ze dat helemaal niet willen; andere zzp’ers vallen buiten de beschermingsboot terwijl ze wel bescherming nodig hebben. Of dit systeem toekomstbestendig is valt te betwijfelen. Daarom wordt gepleit voor een meer gedifferentieerde benadering, waarbij de geboden bescherming wordt afgestemd op de beschermingsbehoeften van de werkenden en wordt losgekoppeld van het type arbeidscontract. De uiteindelijke invulling hiervan is een politieke beslissing. De kunst is daarbij een goede balans te vinden tussen arbeidsflexibiliteit, keuzevrijheid en bescherming. Dat is een belangrijke opdracht voor de toekomst.” Ook dit is een stevig en complex dossier voor de formateurs. Een ambtelijke commissie is door Asscher en Wiebes alvast op pad gestuurd om nieuwe criteria te bedenken om de Wet DBA weer vlot te trekken. Pensioenen “De verschillen in pensioen tussen werknemers en zelfstandigen, en in het bijzonder de snel groeiende groep zzp’ers, trekken sterk de aandacht in het maatschappelijk debat”, zo schrijven Kees Goudswaard en Koen Caminada in een doorwrochte bijdrage over pensioenen voor zelfstandigen. Ook hier is zichtbaar dat een simpele conclusie dat zzp’ers geen pensioen opbouwen, een iets te eenvoudige conclusies is. Goudswaard en Caminada constateren dat zelfstandigen inderdaad minder pensioen opbouwen dan werknemers in de eerste en tweede pijler, maar ook “dat de verschillen kleiner worden wanneer rekening wordt gehouden met diverse vermogenscomponenten die ook kunnen bijdragen aan de financiële positie tijdens pensionering. Het gaat dan om private pensioenverzekeringen, ondernemingsvermogen, privébesparingen en -beleggingen en de eigen woning. Deze overige vermogenscomponenten zijn vooral belangrijk voor zelfstandigen. Overigens nemen de verschillen tussen werknemers en zelfstandigen weer toe als we kijken naar de netto pensioenen (na belastingafdracht).” Wanneer alle inkomens- en vermogensbestanddelen worden meegerekend dan blijkt dat “38 procent van de zelfstandigen geen pensioeninkomen van 70 procent van het huidige bruto inkomen zal realiseren. Bij werknemers geldt dat voor slechts 30 procent van de populatie.” Zie hier voor het volledige rapport: https://www.wrr.nl/actueel/nieuws/2017/02/07/voor-de-zekerheid-gepresenteerd verkiezingen 2017, zzp-beleid, zzp-dossier Print Over de auteur Over Hugo-Jan Ruts Hugo-Jan Ruts is 'editor-in-chief' en uitgever van ZiPconomy. Bekijk alle berichten van Hugo-Jan Ruts
Eindelijk een stuk waarin staat dat je pensioen niet perse in een pensioenfonds hoeft op te bouwen (liever niet zelfs!) Er zijn idd diverse vermogens bestanddelen die voor je pensioen kunnen zorgen als zzper, zoals ze ook genoemd worden: Eigen woning, lijfrente, spaargeld, andere vermogen, etc. Dat het pensioeninkomen van zzpers geen 70% van het laatstverdiende brutoloon is, is geen verrassing. Het brutoloon is vaak ook hoger dan een werknemer, maar dat betekend niet automatisch dat het nodig is om je pensioen ook daaraan te relateren, net als een AOV bijvoorbeeld, dat hoeft toch ook geen 70% van je bruto inkomen te zijn. Als het maar genoeg is…. Ja, verzekeraars zullen je adviseren dat wel te doen, dat snap ik wel …
Winst daar mag je 14 % mkb voordeel over aftrekken. Dat is dus 14 % minder voordeel op AOV en pensioen. Dan heb je nog oudedags reserve 12% over de winst maar dat moet aan kapitaal er zijn. Als zefstandigen is het boven de 125000 financeel intressant een B.V. te hebben. Nou mogelijkheden zat dacht ik zo en ze mogen er een paar jaar over doen zeg 7 jaar dan kan het in de uurtarief mee genomen worden en houden we netto nog het zelfde over. Lijkt mij dat de opdrachtgever een beetje mee betaalt en de zzp er winst anders gaat bekijken.