Mark van Assema 12 juli 2017 Eén reactie Print Internet is niet het antwoord (en dus ook niet voor freelancers)Internet beloofde de wereld vrijheid en democratie, maar speelde in feite grote ondernemingen in de kaart, en maakte het voor freelancers juist moeilijker om nog brood te verdienen, ziet Mark van Assema. Hoe is daar nog uit te komen?In het boek Internet is not the answer gaat Andrew Keen terug naar de redenen van het ontstaan van het internet, nu zo’n 25 jaar geleden. Wat een plaats had moeten zijn vol democratie en vrijheid is volgens hem verworden tot een geldmachine voor de happy few, “de 1%-economie”. Is in dit boek ook de verklaring te vinden van wat de meeste freelancers al weten? Namelijk: dat je een opdracht liever vindt via je netwerk dan via een internetsite of app… Behoorlijke zwartkijker Keen wordt vaak gezien als een behoorlijke zwartkijker. Door zijn ongezouten mening treedt hij ook vaak op als tegenspreker van alle helden die het internet lijkt voort te brengen. Het woord ‘internet’ in de titel van zijn boek is wel enigszins misleidend, want het gaat eigenlijk alleen over sociale netwerken, deelplatforms, Google en Amazon. Er zijn ook andere internettoepassingen waarvan de oprichters niet rijk worden. Maar dat niet alles in het boek uit 2015 overdreven is, blijkt wel als Keen het internet en de industrie erachter een plaats noemt waar blanke, mannelijke ontwikkelaars en start-up-oprichters het niet zo nauw nemen met de waardigheid van vrouwen. Om de waarde van die voorspelling te zien, hoef je alleen maar naar de recente gebeurtenissen bij Uber te kijken. Daar zijn 20 managers – inclusief de CEO – ontslagen of op non-actief gezet wegens vermeende seksuele intimidatie. Gratis werken doen we allemaal! Het boek van Keen gaat ook over gratis arbeid. Het betoog dat hij daar houdt is wel van een andere orde dan de #tegendebakker-beweging, maar raakt er tegelijkertijd wel aan. Keen stelt namelijk dat we in feite allemaal, een paar minuten tot soms uren per dag, gratis werk leveren aan de sociale netwerken. Hoe dan? Neem de fotografiesector. Keen gaat naar het stadje Rochester waar vroeger Kodak gehuisvest was. De wijk met straatnamen als Innovation Way en Creative Drive, waar ooit 47.000 mensen betaald werk verrichtten, is nu uitgestorven. Toch worden er nu meer foto’s gemaakt dan ooit tevoren. Alleen waren er slechts 13 softwareontwikkelaars bij Instagram nodig om te bereiken dat het bedrijf in 2012 voor 1 miljard dollar door Facebook werd gekocht. Ondertussen hebben ze wel 700 miljoen (april 2017) onbetaalde fotografen ‘in dienst’. Hoewel niemand zich ‘in dienst’ zal voelen bij de sociale netwerken die je gebruikt, ben je dat in zekere mate wel. De content die jij op zo’n platform plaatst wordt vaak eigendom van dat platform, lees de kleine lettertjes maar eens. Door content te plaatsen wordt jouw profiel steeds preciezer te benaderen voor adverteerders. Die (verwachte) reclame-inkomsten zijn de oorzaak van de waardestijging van deze ondernemingen. Leidende maatstaf daarin is het aantal actieve gebruikers – jij en ik dus. Online tarieven tonen werkt niet voor flexwerkers Wat is dan de link tussen gratis werken voor de sociale netwerken en betaalde opdrachten voor freelancers? Op freelanceplatformen in Amerika, zoals Upwork en Fiverr, zie je nu al duidelijk een race naar de laagste tarieven zichtbaar worden. Je kunt bij die laatste site bijvoorbeeld al bij meer dan 12.000 schrijvers een artikel bestellen van 400 tot 600 woorden. En dat voor maar 4,38 euro. Door de ultieme transparantie op dit soort platformen móét je wel met je tarief naar beneden om nog maar een béétje kans te maken op een leuke klus. Ondertussen trekken die platformen toch veel freelancers aan en wordt hun marktwaarde hiermee steeds groter. De conclusie kan zijn dat transparantie op internet alleen werkt voor grote partijen. Zodra mensen prijzen zien, gaan ze op zoek naar de goedkoopste. Menig offline detailhandel sector verliest de strijd van de online winkels, omdat de detailhandel niet kan leven bij de lage marges van die grote partijen. Freelancers kunnen de strijd tegen dit soort platformen op eigen houtje dus ook nooit winnen. Specialiseren is beter Op websites waar freelancers worden ‘verkocht’ op een manier zoals dat ook gaat met boodschappen, boeken of kleding, draait het businessmodel om het vergelijken van standaardproducten. Dan kan er altijd wel iemand goedkoper leveren, bijna tot de kostprijs aan toe. Maar freelancers zijn geen standaardproducten. Zakelijk succesvolle freelancers weten dat specialiseren het sleutelwoord is. Een tekstschrijver die net zo makkelijk iets schrijft voor een hondentrimsalon als voor een softwareleverancier levert oppervlakkige artikelen. En kan dus nooit een goed tarief vragen. Websites of apps waar je kunt zoeken op specialismen kunnen wél werken voor freelancers. Prijs is op zo’n platform hooguit een ‘indicatie’. Van zulke platforms zijn helaas echter nog niet veel goede voorbeelden. Daarom kunnen de meeste freelancers op dit moment nog steeds het best hun toevlucht zoeken in waar ze gelukkig altijd al goed in waren: netwerken. arbeidsmarkt, freelancers Print Over de auteur Over Mark van Assema Mark is HR projectleider en adviseur voor het groeien naar Total Talent Management of Integraal Talent Beheer. Hij staat daarin voor een gelijke behandeling van alle werkenden, door HR en de rest van de organisatie, los van hun contractvorm. Hierover schreef hij samen met Marleen Deleu het boek Mis geen Talent. Mark heeft een sterke IT achtergrond en kan hiermee een HR organisatie goed helpen om de vertaling te maken van wensen naar techniek. Hij zet graag innovatieve HR technologie in zodat alle werkenden zich kunnen ontwikkelen naar een volgende stap. In 2017 heeft hij HRTechReview.nl opgericht om objectief inzicht te geven in de HR Tech markt in Nederland. Bekijk alle berichten van Mark van Assema
Interessant artikel en zeker deels waar. Echter heeft internet natuurlijk ook 1000-den, misschien wel miljoenen freelancers juist wel vooruit geholpen. Transparantie leidt nu eenmaal tot prijsverlaging, ook voor individuele freelancers. Maar daar waar je je onderscheidt kun je ook weer een beter tarief vragen. Blijkbaar zijn er veel te veel tekstschrijvers, of te weinig die zich kunnen onderscheiden. Internet maakt sommigen lui, terwijl je juist nog competitiever moet zijn. Wanneer je de meute volgt en je slaafs inschrijft op een platform bereik je niets.
nieuws - 4e ArbeidsmarktPoort over mismatch onderwijs en arbeidsmarkt: “Hoe dichten we de kloof bij tekortb...