Hugo-Jan Ruts 21 december 2017 0 reacties Print Kamer maant Kabinet snel duidelijkheid te geven rond opdrachten met hoog tarief (WetDBA)De Tweede Kamer roept minister Koolmees op om nog in 2018 duidelijkheid te geven over de opt-out mogelijkheden voor interim-professionals met een hoog uurtarief. De Wet DBA moet van tafel, daarover zijn vrijwel alle partijen het eens. En zo staat het ook in het regeerakkoord. Maar een alternatief is ingewikkeld. Dat vraagt zorgvuldigheid en overleg met het werkveld. Nieuwe regels kunnen mede daarom pas op zijn vroegst in 2020 in werking treden. Dat standpunt herhaalde D66-minister Wouter Koolmees van Sociale Zaken nog eens in een debat met de Tweede Kamer. De VVD- en D66-Kamerfracties willen dat de minister, samen met staatssecretaris van Financiën Snel, toch al eerder enig licht in de duisternis schept. Bijvoorbeeld voor interim opdrachten met een hoog tarief, de zogenoemde opt-out optie. Van complex tot complexer Voormalig staatssecretaris Wiebes introduceerde de Wet DBA als een kleine, technische ingreep. Hoe langer dit dossier zich voortsleept, hoe groter het besef in Den Haag dat duidelijkheid geven vooraf aan opdrachtgevers van zelfstandigen een onderwerp is dat een aantal fundamentele principes raakt van (met name) het arbeidsrecht. Wat bepaalt nu eigenlijk een gezagsrelatie? Welke rol moet iemands eigen, bewuste keuze voor het zzp-schap spelen? Hoe om te gaan met het verschil tussen een fiscale en arbeidsrechtelijke beoordeling? De keuze voor het kabinet om eerst het arbeidsrecht te verduidelijken en te verruimen en daarna duidelijk te maken hoe een opdrachtgever een zzp’er kan ‘kwalificeren’ (wel/niet zelfstandig) is niet onlogisch. Maar juist dat gaat wel een paar jaar juridisch gepuzzel en een modderig polderoverleg vergen. “Voor dergelijke grote aanpassingen zijn wijzigingen in de wet en aanpassingen in de uitvoering en handhaving nodig. Het is al een ambitieuze doelstelling om te mikken op 1 januari 2020”, aldus de minister. Geen sneller duidelijkheid voor laag/hoog tarief Rond de lancering van het regeerakkoord werd aangekondigd dat het kabinet een oplossing van het vraagstuk rond de Wet DBA in twee snelheden voorstond. Er zou een versneld traject komen voor zowel de lage tarieven (de facto een minimumtarief, onder tarief van 15/18 euro: geen inhuur zzp) als de hoge tarieven (opt-out voor boven 75 euro per uur; door dat tarief is dan duidelijk dat iemand sowieso zelfstandig is). Daarnaast zou dan een wat langer traject beginnen voor de opdrachten tussen die twee tarieven in, voorafgaande aan die aanpassing van het arbeidsrecht (zie hier voor uitgebreidere uitleg van deze plannen uit regeerakkoord). Van dat idee lijkt ondertussen niet zo heel veel over. Ook de opt-out-optie en het minimumtarief zijn volgens Koolmees namelijk ‘complexe opties’. Hoe bijvoorbeeld om te gaan met ‘stukloon’, iets dat met name aan de onderkant van het tarievengebouw in de zzp-markt veel voorkomt? Koolmees gaf in het debat weinig hoop dat hierover sneller dan voor 2020 duidelijkheid komt. Het idee van het minimumtarief kan overigens op brede steun rekenen. Al verschillen vooral de linkse partijen met het kabinet over de hoogte van dat tarief. “Een vrije keus voor het wel/niet verzekeren voor arbeidsongeschiktheidsverzekering kan een zzp’er alleen doen als het tarief hoog genoeg is”, stelt bijvoorbeeld Zihni Özdil (GroenLinks). Hij heeft duidelijk een ander tarief in zijn hoofd dan de 15 tot 18 euro waar het Kabinet aan denkt. Kom sneller met helderheid voor opdrachten met hoog tarief In een motie roepen Kamerleden Wiersma (VDD) en Van Weyenberg (D66) de minister toch op een een aantal onderdelen van de discussie rond de vervanging van de Wet DBA naar voren te trekken. In de motie – die met algemene stemmen is aangenomen – staat dat de minister voor eind 2018 inzicht moet geven hoe en wat er gemoderniseerd wordt aan de term ‘gezagsverhouding’. En hoe invulling gegeven gaat worden aan het idee dat er een opt-out-regeling komt voor interim opdrachten met een uurtarief van boven de 75 euro per uur. Dat geeft dan op zijn minst voor een deel van de zp-markt sneller duidelijkheid. Dat de minister in zijn beoordeling van alle moties juist dit punt niet van commentaar voorzag, geeft aan hoe lastig hij dit punt waarschijnlijk vindt. Eind januari duidelijkheid over ‘niet-handhaafbeleid’ Wet DBA Een nieuwe wet gaat dus een paar jaar duren. Ondertussen zitten we met een Wet DBA die is mislukt. Lastige vraag is wel: wat dan nu? De Wet DBA is ondertussen namelijk gewoon van kracht. Voormalig staatssecretaris Wiebes kwam met de truc om handhaving van de Wet op te schorten, tenzij het gaat om ‘kwaadwillenden’. Dat handhaafmoratorium geldt tot 1 juli 2018. Duidelijk is dat in juli komend jaar nog niet een begin van een alternatief voor de Wet DBA gereed is. Dat het niet-handhaafbeleid wordt verlengd ligt dan ook in de lijn van verwachting. Ondertussen speelt ook de discussie rond de inzet van zzp’ers als koeriers bij maaltijdbezorger Deliveroo. Het gaat maar om een heel klein deel van de zzp-markt, dat echter wel buitensporig veel aandacht krijgt. Kamerbreed is er onvrede over hoe Deliveroo de zzp-constructie inzet. Zeggen dat de Wet DBA tot 2020 niet gehandhaafd wordt kan een verkeerd signaal zijn aan Deliveroo c.s.. Zeggen dat de Wet DBA wel gehandhaafd wordt, is weinig consequent met de eerdere beoordeling door de Kamer dat de Wet mislukt is. Koolmees wil hierover zorgvuldig communiceren. “Ik wil hier geen nieuwe onrust creëren in de zzp-markt”. Samen met staatssecretaris van Financiën Snel komt hij daarom eind januari met een brief. Daarin zal ongetwijfeld herhaald worden dat de Wet DBA niet breed gehandhaafd wordt, maar zal hij tegelijk duidelijker moeten maken hoe de ‘kwaadwillende opdrachtgevers’ daar niet mee wegkomen. opdrachtgeversverklaring, wet dba, zzp en politiek Print Over de auteur Over Hugo-Jan Ruts Hugo-Jan Ruts is 'editor-in-chief' en uitgever van ZiPconomy. Bekijk alle berichten van Hugo-Jan Ruts