Peter Boerman 11 juni 2018 0 reacties Print Paul de Beer: ‘Niet optimistisch over toekomst poldermodel’Ondanks het uitgelekte pensioenakkoord ziet hoogleraar arbeidsverhoudingen de toekomst van het Nederlandse overlegmodel somber in.Er mag dan een pensioenakkoord gesloten lijken te zijn, waarin werkgevers en werknemers op een belangrijk thema nader tot elkaar zijn gekomen, dat wil nog niet zeggen dat daarmee de ‘polder’ gered is. ‘Ik zie het eerder als laatste stuiptrekking dan als teken van kracht’, zei de Amsterdamse hoogleraar arbeidsverhoudingen Paul de Beer recent op een mini-symposium in Rotterdam over ‘De Nieuwe Economie’. Dat de werkgevers- en werknemersorganisaties er bovendien ook niet uitkomen hoe om te gaan met de flexibele arbeidsmarkt noemde hij daar nog een voorbeeld van. ‘Het feit dat de sociale partners er de afgelopen 15 jaar niet in zijn geslaagd om daar grip op te krijgen, past in het beeld dat de instituties uitgeput raken.’ Akkoord van Wassenaar Het ‘poldermodel’, waarin sociale partners samen met de overheid overleggen over het economische beleid, wordt vaak aangehaald als belangrijke grondslag van Nederlands economische succes. In 1982 werd het beroemde ‘Akkoord van Wassenaar’ gesloten, wat wel gezien wordt als het beginpunt van wat later ‘The Dutch Miracle’ ging heten. Maar die succesformule heeft zijn glans behoorlijk verloren, constateert De Beer. ‘De instituties zijn sinds 1982 nauwelijks fundamenteel gewijzigd’, zegt hij. ‘Zo is ons stelsel nog vooral gebaseerd op wetten van minstens 65 jaar oud: de wet op de CAO, de algemeen verbindend verklaring, de Stichting van de Arbeid, de SER, de Wet op de Ondernemingsraden. In essentie zijn dit nog steeds de kerninstituties. En ook de sociale partners hebben nog een belangrijke rol. Eigenlijk passeert er geen wet de Kamer zonder dat zij het ermee eens zijn en durft geen kabinet het echt aan de sociale partners tegen te spreken. In het huidige regeerakkoord wordt bijvoorbeeld 12 keer naar de sociale partners gewezen.’ De wereld verandert Niets aan de hand dus? Nou, ondertussen verandert de wereld wel, aldus De Beer. ‘Onder de oppervlakte zijn geleidelijk grote veranderingen te bespeuren.’ De toenemende macht van werkgevers ten opzichte van werknemers is daar een belangrijk voorbeeld van, stelt de hoogleraar. En dat heeft er volgens hem weer mee te maken dat de arbeidsproductiviteit (veel) harder stijgt dan de lonen in Nederland. ‘De reële lonen zijn nu lager dan in 1979.’ Een tweede reden, aldus De Beer: de opmars van de flexkracht. ‘De afspraken in cao’s hebben betrekking op het standaardcontract van de voltijds werkende vaste medewerker.’ Maar zo zit de wereld niet meer in elkaar. En deeltijdwerk mag dan nog wel in de cao’s terecht gekomen zijn, dat geldt minder voor andere afwijkingen van de standaard, van payroller tot zzp’er. De ‘postfordistische’ arbeidsmarkt De Beer heeft het wat dat betreft over de ‘postfordistische’ arbeidsmarkt. ‘De standaardbaan van de standaardwerknemer in de standaardorganisatie bestaat niet meer. De mannelijke kostwinner van vroeger zie je bijna niet meer, net zo min als de grote fabriek of het grote kantoor van vroeger. Daardoor is het bijvoorbeeld voor vakbonden ook moeilijker geworden om belangen bij elkaar te brengen. En door bijvoorbeeld outsourcing valt tegenwoordig ook lang niet meer iedereen in één bedrijfsgebouw onder dezelfde werkgever.’ Zet daar ‘het bekende rijtje’ bij van technologie, migratie, vergrijzing, individualisering en globalisering, dan is de conclusie volgens De Beer helder: daar heeft de ‘oude wereld’ van het polderoverleg het moeilijk mee. En daar komen dan ook nog eens ‘interne’ factoren bovenop: de afnemende representativiteit en organisatiegraad van de vakbonden, de interne spanningen binnen de vakbeweging, de groeiende heterogeniteit tussen bedrijven, en sowieso het afnemend gezag van centrale organisaties. ‘Ja, het poldermodel is aan erosie onderhevig’, concludeert hij dan ook, ten overvloede. Het hele model ten onder Maar de hamvraag is natuurlijk: hoe erg is dat? En valt er nog iets aan te doen? De Beer is er in elk geval somber over. ‘De welvaartsgroei staat de afgelopen 15 jaar behoorlijk stil. En ik denk niet dat dat onvermijdelijk was. Het had ook anders kunnen lopen.’ Maar ja, als de sociale partners geen cao’s meer kunnen afsluiten, dan vervalt de basis onder het model. ‘En dan kan het hele poldermodel ten onder gaan. Bij een niet meer functionerend poldermodel hebben volgens mij noch werkgevers, noch vakbonden belang. Maar ik constateer tegelijkertijd weinig bereidheid bij de partijen om het eigen deelbelang ondergeschikt te maken aan het algemeen belang.’ economisch beleid, flexibele arbeidsmarkt, pensioenakkoord, poldermodel Print Over de auteur Over Peter Boerman Peter Boerman was tussen 2016-2018 (eind)redacteur bij ZiPconomy. Hij is hoofdredacteur van Werf& ; over arbeidsmarktcommunicatie en recruitment. Hij is gefascineerd door de vraag hoe menselijk talent en organisaties bij elkaar worden gebracht, en wil met zijn verhalen bijdragen aan een wereld waarin mensen zoveel mogelijk van hun potentie kunnen verwezenlijken. Bekijk alle berichten van Peter Boerman