Pierre Spaninks 15 februari 2019 7 reacties Print Misschien wil de ACM wel tariefafspraken toestaan, maar dat is dan niet voor ZZP’ersHet FD bericht dat de Autoriteit Consument en Markt ZZP’ers willen gaan helpen om tariefafspraken te maken. Pierre Spaninks ziet nog wel wat nuances in dat verhaal. Er is een groep werkenden in Nederland die in een heel afhankelijke positie zit, doordat het geen echte zelfstandigen zijn en ook geen echte werknemers. Dan hoeft u niet meteen weer aan fietskoeriers en Uber-chauffeurs te denken, het gaat bijvoorbeeld ook over mensen die vanuit huis reclamefolders bezorgen. Deze groep heeft vaak een laag inkomen en weinig sociale zekerheid. Als het echte zelfstandigen waren, zouden ze voor zichzelf kunnen onderhandelen met hun opdrachtgever. Als het echte werknemers waren, zou de vakbond dat voor hen kunnen doen. Maar dat zijn het geen van tweeën. Mededingingsrecht De groep waar het om gaat kunnen we het beste aanduiden als afhankelijke werkenden die geen arbeidsovereenkomst hebben. Die vallen dus tussen de wal en het schip. En het is best een logische gedachte om die groep collectief afspraken te laten maken, al dan niet via de vakbond, al dan niet in een cao. Tot voor kort ging de Autoriteit Consument en Markt er altijd dwars voor liggen als de vakbonden zo iets opperden. De toezichthouder redeneerde: als je geen werknemer bent dan ben je zelfstandige, en zelfstandigen mogen onderling geen afspraken maken over hun prijzen en tarieven. Net zoals grote bedrijven dat ook niet mogen. Op zich was dat begrijpelijk, want het is nu eenmaal de taak van de ACM om het Mededingingsrecht te handhaven. Dat zorgt ervoor dat bedrijven de prijs niet kunnen opdrijven en dat er concurrentie mogelijk blijft. Daar hebben we ook internationale afspraken over, binnen de EU. Schijnzelfstandigen Wat je nu ziet gebeuren, is dat ook de ACM langzamerhand oog voor krijgt voor die groep van noem het voor mijn part ‘schijnzelfstandigen’, en begint in te zien dat die groep toch een beetje bescherming nodig heeft. Op zich blijkt dat ook best te kunnen zonder dat je meteen de hand hoeft te lichten met het Mededingingsrecht. Drie jaar geleden bijvoorbeeld heeft de rechter uitgesproken dat de vakbond cao-afspraken mag maken voor de zogenaamde ‘remplaçanten’, de vaste vervangers waar orkesten mee werken als er een orkestlid ziek wordt. Dat bleek juridisch gewoon te kunnen – omdat het geen zzp’ers waren. De ACM zegt nu: we zouden vaker willen kijken naar specifieke groepen, waar die precies zitten op de lijn tussen echte zelfstandige en echte werknemer, en of er ruimte is om daarvoor toch afspraken toe te staan. Dat is een heel voorzichtige koerscorrectie van de ACM, zonder dat daarbij het wettelijk principe wordt losgelaten. Dat is winst. Niet alleen voor de afhankelijke werkenden die nu nog tussen wal en het schip vallen, maar ook voor de echte zelfstandigen. Want die hoeven dus niet bang te zijn dat de vakbond zich ook met hen gaat bemoeien en gaat bepalen wat zij voor hun werk moeten vragen. Alternatief: de fictieve dienstbetrekking Overigens is het probleem waarvoor nu langs deze weg een oplossing wordt gezocht zo niet door de politiek gecreëerd dan wel ernstig verergerd. Voordat de Wet DBA werd ingevoerd genoot een groot deel van de afhankelijke werkenden zonder arbeidsovereenkomst een zekere mate van sociale bescherming (o.a. wettelijk minimumloon) doordat ze vaak vielen onder de zogenaamde Gelijkgesteldenregeling of de Thuiswerkersregeling. Dan hadden ze wat heet een ‘fictieve dienstbetrekking’ en moest de opdrachtgever loonbelasting en sociale premies voor hen afdragen. Dat hoefde alleen niet als het echte zelfstandigen waren, wat kon worden aangetoond met een VAR-verklaring. Maar door de invoering in 2016 van de Wet DBA kwam die VAR-verklaring te vervallen, en konden opdrachtgevers niet meer snel zien of die Gelijkgesteldenregeling nu wel of niet van toepassing was. Vooral de uitzendbureaus en andere bemiddelaars in zzp’ers maakten zich daar grote zorgen over, omdat hen dat veel geld kon kosten. Om die marktpartijen tegemoet te komen heeft het vorige kabinet, met staatssecretaris Wiebes en minister Asscher, een Algemene Maatregel van Bestuur getroffen die het voor opdrachtgevers en intermediairs mogelijk maakt om in de opdrachtovereenkomst te regelen dat de opdrachtnemer afstand doet van zijn of haar aanspraken op o.a. de Gelijkgesteldenregeling. Dat ging dan via een heel ingewikkelde juridische formulering waar bijna niemand de consequenties van overzag, dus daar hebben op grote schaal mensen (zonder het te beseffen) een stuk sociale bescherming weg getekend waar ze anders bijna automatisch recht op hadden gehad. Als de huidige minister van Sociale Zaken snel het probleem wil oplossen van de afhankelijke werkende die geen werknemer is maar ook geen echte zelfstandige, dan kan hij dus ook gewoon deze ontsnappingsroute weer afsluiten. Dan heeft hij met dat hele Mededingingsrecht en die hele ACM niks te maken. (dit bericht is eerder gepubliceerd op www.pierrespaninks.nl) ACM, mededinging, tarief Print Over de auteur Over Pierre Spaninks Pierre Spaninks is ZZP-expert. Hij onderzoekt de rol van zelfstandige professionals in economie en samenleving. Daar spreekt, schrijft en adviseert hij over. www.pierrespaninks.nl Bekijk alle berichten van Pierre Spaninks
Beste Pierre, Interessant stuk. Wat bedoel je met ‘echte zelfstandige’? Wanneer (onder welke omstandigheden) is daarvan sprake? Vriendelijke groeten, Kees
Dank je, Kees. Over wat precies een ‘echte zelfstandige’ is kunnen we meer dan één boom opzetten, maar in dit verband mag je van mij denken aan wie slaagt voor de Ondernemerscheck van de Belastingdienst en niet valt onder de Thuiswerkersregeling of de Gelijkgesteldenregeling.
Beste Pierre, Dank voor je toelichting. Afgaan op de Ondernemerscheck is wat mij betreft al wat preciezer en duidelijker. ‘Echte zelfstandige’ zegt eigenlijk weinig tot niets. Het is een beetje in de categorie ‘verkeerd/goed populisme’ van Rutte; iedereen mag vervolgens zelf invullen of iets goed of verkeerd populisme is. Ik ken die zelfbenoemde en overtuigd ‘echte zelfstandigen’ uit m’n omgeving en m’n werk. Welbeschouwd zijn het, afgaande op het BW én de Ondernemerscheck, geen ‘echte zelfstandigen’. Door te blijven spreken over ‘echte zelfstandigen’ geeft dat veel mensen het idee dat ze goed zitten (‘ik vind mijzelf een echte zelstandige’). Vind jij het BW ertoe doen in de ZZP-discussie? Of is de Ondernemerscheck een afdoende toets? Vriendelijke groeten, Kees
Beste Pierre, Mocht je eraan toekomen, waardeer ik dat. Zo niet, ook geen probleem uiteraard. Je bent zzp-expert, je kennis heb ik hoog en je ideeën hierover helpen om deze interessante problematiek beter het hoofd te bieden. Het gaat een boel mensen aan, waaronder werkgevers waarvoor ik opkom. Van een discussie is mijns inziens dan ook geen sprake. Slechts ben ik benieuwd naar je ideeën zodat ik die van mijzelf beter of anders kan vormgeven. Vriendelijke groeten, Kees
Vreemde kop boven een verder prima artikel. Immers de ACM wil juist zzp’ers in kwetsbare posities beschermen, dus hoezo ‘niet voor zzp’ers’? Als het idee is dat alleen ‘schijnzelfstandigen’ deze bescherming van de ACM nodig hebben, dan wijs ik bijvoorbeeld op de grote zzp-groep van tolken en vertalers of zzp-fotografen, die worden uitgebuit door enkele grote opdrachtgevers, die monopolistisch gedrag vertonen. Collectieve acties van deze zzp’ers is het enige wat hiertegen kan worden gedaan.
Dank je, Mark. De kop past naar mijn smaak juist prima boven mijn artikel, omdat ik daarin aangeef dat naar mijn mening eventueel gewijzigd beleid van de ACM alleen op schijnzelfstandigen betrekking kan hebben en niet op wat ik voor het gemak maar even aanduid als ‘echte zelfstandigen’. Wie er allemaal extra bescherming nodig hebben, staat los van de vraag wie binnen de grenzen van de Mededingingswet (waar de ACM hoe dan ook aan gehouden blijft) bescherming kan krijgen. Het is allemaal een grote ellende, maar via de ACM gaan we dat niet oplossen.