"Exploring the future of work & the freelance economy"
SLUIT MENU

Het eerste ‘Human Capital in de 21e eeuw’ rapport: elf jaar later

ABN AMRO deed in 2008 voorspellingen over de arbeidsmarkt. Zijn die uitgekomen? Sector Banker Zakelijke Dienstverlening Han Mesters maakt de balans op.

In mei 2008 verscheen ons eerste rapport ‘Human Capital in de 21e eeuw’ met daarin voorspellingen voor de komende vier jaar. Dit maakten we samen met The Bridge, een dochter van Twynstra Gudde, en het rapport kreeg destijds veel media-aandacht. We hebben het rapport als bijlage hieronder toegevoegd. De timing was bijzonder; het verscheen een paar maanden voor het faillissement van Lehman Brothers in september 2008.

Groei van het aantal ZZP’ers

Sommige voorspellingen hadden meer tijd nodig dan de vier jaar die we voor ogen hadden. De groei van het aantal zzp’ers is hiervan een goed voorbeeld.

Laten we eens kijken naar een citaat uit de inleiding van het rapport: ‘(…) De verwachting is dat projectmatig werken steeds meer zal toenemen en dat zzp’ers een steeds belangrijker onderdeel zullen worden van de flexibele schil waarvan bedrijven gebruik maken.’

In een rapport van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) uit 2014 (figuur 1) blijkt dat de crisis van 2008 de groei van het aantal zzp’ers afremde. Zo bezien waren we te vroeg met onze voorspelling.

Figuur 1 Ontwikkeling werkzame beroepsbevolking, werknemers en zelfstandigen (15 tot 65 jaar en werkzaam >= 12 uur per week)

Bron: CBS

Nu, na ruim tien jaar, hebben we het gelijk aan onze kant. Als we 2018 als ijkpunt nemen, kunnen we constateren dat deze voorspelling wel degelijk is uitgekomen. Het aantal zzp’ers groeide van ruim 630 duizend in 2003 naar 1,1 miljoen in 2018 (Volkskrant 14 februari 2019). De groei is pas echt gaan versnellen vanaf 2012.

Als we 2018 als meetlat nemen, kunnen we constateren dat deze voorspelling wel is uitgekomen. Het aantal ZZP’ers groeide van ruim 630 duizend in 2003 naar 1,1 miljoen in 2018 (Volkskrant 14 februari 2019).

Mentaliteit van millennials

Een andere voorspelling betreft de mentaliteitsverandering van generatie Y, de generatie die nu die van de ‘millennials’ wordt genoemd. In 2018 zijn in Nederland 3,2 miljoen mensen die tot de millennials gerekend kunnen worden, de groep tussen 18 en 33 jaar. Op pagina 26 van het rapport uit 2008 stonden we al stil bij hoe jongeren tegen werk aankijken.

‘Kwalitatieve onderzoeken laten zien dat de in gang gezette trend tijdens de vorige hoogconjunctuur niet is verminderd. Medewerkers zijn zelfbewuster geworden. Mensen maken bewustere keuzes, dus ook ten aanzien van hun werk. Salaris is daarbij niet de enige of voornaamste drijfveer. Mensen willen zich kunnen ontwikkelen en vragen van de werkgever om aandacht voor andere levensdomeinen.’

Ook deze ontwikkeling is in kracht toegenomen, zowel in de vier jaar na het verschijnen van ons rapport als in de huidige tijd. Talloze onderzoeken over millennials wereldwijd bevestigen dat deze generatie niet alleen door salaris gemotiveerd wordt. Onderzoek van uitzender Young Capital van eind 2016 laat zien dat zij vooral nieuwe dingen willen leren. (https://www.youngcapital.nl/werkgevers/blog/1420-millennials-zoeken-uitdaging-en-houvast-hoe-ga-je-daar-als-werkgever-mee-om).

Schaarste op de arbeidsmarkt

Een derde voorspelling gaat over de houding van bedrijven richting hun werknemers in een schaarse arbeidsmarkt. Een onderwerp dat iets te vroeg kwam, want in 2012 was absoluut geen sprake van een schaarse arbeidsmarkt. Nu, ruim tien jaar later, vormen tekorten op de arbeidsmarkt een van de hoofdzorgen van ondernemers.

Op pagina 35 van het rapport staan wij stil bij de rol van het kantoor in tijden van schaarste. We noemen dit ‘sociale innovatie’, de ontwikkeling waarbij tevredenheid van kantoorpersoneel voorop staat. Werknemersgeluk staat tegenwoordig volop in de belangstelling en een aantal bedrijven heeft zelfs een ‘Chief Happiness Officer’ benoemd.

Technologie

Waren we te optimistisch over de rol van technologie? Op pagina 30 van het rapport citeren we de toenmalige ceo van Microsoft, Steve Ballmer. Volgens Ballmer staan we aan het begin van een vijfde ‘computing revolutie’, een visie die we in 2008 van harte onderschreven.

Volgens Ballmer duurt elke revolutie ongeveer zeven jaar. De voorgaande vier ‘computing revoluties’ waren volgens hem weliswaar interessant en noodzakelijk, maar hebben niet een revolutie veroorzaakt in productiviteit of in de manier waarop wij werken en leven. Hij stelde destijds: ‘In de vijfde revolutie daarentegen gebeurt dit wel: in deze revolutie staat interactie tussen mens en computer centraal.’

We moeten Ballmer en onszelf helaas teleurstellen. Ook zijn vijfde revolutie leidde niet tot een enorme verandering in de productiviteit. Recent maakte het CBS dit bij de publicatie over de matige productiviteitsgroei over 2018 nog eens duidelijk; ‘In 2016 en 2017 was de toenemende werkgelegenheid ook al de motor van de Nederlandse economie. Sinds 2014 is de groei van de arbeidsproductiviteit gemiddeld lager dan in de periode voor de crisis.’
Heeft economisch historicus Robert Gordon dan toch gelijk? Hij is juist van mening dat toegevoegde waarde van de technologische ontwikkeling vooral in de honderd jaar tot 1970 is behaald. In figuur 2 staat de weergave van zijn boek over dit onderwerp en figuur 3 geeft de essentie van zijn boodschap weer. Gordon maakt gebruik van de economische term Total factor Productivity (TFP). TFP omvat dat deel van de economische groei dat niet verklaard kan worden door de traditionele productiefactoren arbeid en kapitaal.

Figuur 2 Productiviteitsgroei in de V.S.

Figuur 3 Robert Gordon is van mening dat technologie haar werk heeft gedaan tussen 1870 en 1970

Assen van onzekerheid

De belangrijkste vraag is of we de juiste ‘assen van onzekerheid’ hebben toegepast bij onze voorspellingen. In deze assen staan economische groei en de mate van globalisering centraal, waaruit vier scenario’s volgen. Door de sterke terugval in economische groei na de crisis waren twee van de vier scenario’s een hele tijd niet relevant. De crisis zorgde voor een overschot op de arbeidsmarkt en daarom was in 2012 in feite alleen scenario 4 van kracht. Dat scenario gaat over Hollands ondernemerschap; economische recessie en weinig globalisering van de arbeidsmarkt.

Figuur 4 De scenario’s uit het Human Capital in de 21e eeuw rapport

Relevantie voor nu

Laten we eens kijken wat de relevantie is van de scenario’s anno 2019:

  • Wereldbeeld 1. Het individu is aan zet: economische groei en weinig globalisering van de arbeidsmarkt
    Dit scenario is op dit moment deels van toepassing. De hoge groei is een feit, maar de globalisering verschilt per sector. In een aantal sectoren zoals de zorgsector, onderwijs en zakelijke dienstverlening is inderdaad maar in beperkte mate sprake van globalisering van de arbeidsmarkt. In sectoren als de ICT, (tuin)bouw, industrie en transport wordt momenteel door de schaarste aan werknemers wel op grote schaal gebruikgemaakt van buitenlandse arbeidskrachten.
  • Wereldbeeld 2. Global skills village: economische groei en sterke globalisering van de arbeidsmarkt
    Nu de schaarste van werknemers in steeds meer sectoren nijpend wordt, is het de vraag of er een grotere instroom gaat komen van buitenlandse werknemers buiten de sectoren die al langer met schaarste te kampen hebben, zoals de ICT-sector, land- tuinbouw, industrie en transport. Zijn de Nederlandse bouwvakkers en chauffeurs ‘op’ en moeten we structureel buitenlandse werknemers inschakelen?
  • Wereldbeeld 3. De intensieve mensenhouderij: economische recessie en sterke globalisering van de arbeidsmarkt
    Kan er sprake zijn van een economische recessie en tegelijkertijd een tekort aan medewerkers? Kan de demografische trend, namelijk dat er minder mensen beschikbaar komen op de arbeidsmarkt, sterker zijn dan de economische cyclus? Met de huidige economische groei is dit scenario nu niet van toepassing. Maar mogelijk wordt het wel heel relevant voor de nabije toekomst. Dit geldt zeker als een krimp van de economische groei niet leidt tot een vergroting van het beschikbare arbeidspotentieel in ons land, wat gezien de vergrijzing aannemelijk is.
  • Wereldbeeld 4. Hollands ondernemerschap: economische groei en weinig globalisering van de arbeidsmarkt
    Dit is een ‘Japan-achtig’-scenario: economische groei zonder gebruik te willen maken van de internationale arbeidsmarkt. Met als gevolg dat dat we op een andere manier moeten omgaan met de tekort op de arbeidsmarkt, bijvoorbeeld met automatisering. Het scenario is vandaag in potentie sterk aanwezig. Wat we in onze studie uit 2008 niet hebben meegenomen is de sterke groei van het rechtse politieke Europese sentiment in de laatste jaren. Dat heeft tot gevolg dat er toenemende weerstand is tegen werknemers uit het buitenland, al heeft dit tot op heden niet geleid tot het sluiten van de grenzen.

De balans opgemaakt

Is de wereld in elf jaar tijd nu echt zo sterk veranderd? Dat was ons uitgangspunt, mede op basis van de visie van de futuroloog Ray Kurzweil die we in de inleiding van ons rapport uiteenzetten. Hij voorspelde dat de mensheid in het komende decennium vanaf 2008 een ‘ontwikkelingssprong’ zou doormaken die niet eerder was vertoond. De conclusie is wellicht dat de invloed van de economische conjunctuur op werkgelegenheid is afgenomen, dat de productiviteitsgroei matig is en dat we meer dan tien jaar geleden moeten terugvallen op buitenlandse werknemers. Met de kennis van nu kunnen we stellen dat de gekozen assen van onzekerheid in 2008 juist zijn geweest.

Human Capital in de 21e eeuw  rapport uit 2008

Han Mesters is Sector Banker bij ABN AMRO. Hij is binnen de afdeling Sector Advisory van ABN AMRO verantwoordelijk voor de Zakelijke Dienstverlening. Han geeft regelmatig presentaties over trends in zijn sector en is een actieve gebruiker van social media. Hij heeft een aantal rapport geschreven over human capital omdat dat onderwerp het bindende element is in zijn sector. Han is bedrijfskundige en economisch historicus en heeft als specialisatie strategie. Bekijk alle berichten van Han Mesters