ZiPredactie 2 september 2019 Eén reactie Print Experts over zp-dienstverleners: verschillende meningen, maar consensus over noodzaak geldstromen beter te volgenHet bericht dat TCP de rekening van honderden zp’ers bij ING niet kan betalen leidde tot een stroom aan reacties in media en politiek. Wat zegt deze affaire over de branche van zp’dienstverleners? Wij vroegen een aantal kenners in en rondom de branche naar hun meningDeelnemers aan het deskundigen-interview naar aanleiding van de onrust rondom TCP zijn: Ron Bosma (zelfstandig consultant, voorheen diverse directiefuncties bij Randstad), Frederieke Schmidt Crans (secretaris Bovib, directeur Het Flexhuis), Gusta Timmermans (eigenaar Recruitment Builders, voorheen Global Head of Talent Acquistion ING), Denis Maessen (tot vorige week voorzitter PZO-ZZP, zelfstandig consultant, lid SER), Rob de Laat (consultant M&A bij IRIS CF, voormalig oprichter-eigenaar Staffing MS), Josien van Breda (voorzitter Platform ZZP-dienstverleners) en Hugo-Jan Ruts (uitgever-hoofdredacteur ZiPconomy). De zp-dienstverlener ligt door de ontwikkelingen momenteel onder een vergrootglas. Het FD spreekt bijvoorbeeld over een razendsnelle wildgroei aan flexmakelaars. Is het begrip ‘razendsnelle wildgroei’ terecht? Ron Bosma: “Ik denk dat het niet iets is van de laatste tijd. Die rol groeit al vier tot vijf jaar en ligt nu onder een vergrootglas. Voor opdrachtgevers is het de afgelopen jaren steeds complexer geworden om de groeiende inhuur van zelfstandigen goed te organiseren en dienstverleners stappen in om die opdrachtgever te ondersteunen. Aan de ene kant gaat het om de grote dienstverleners als Randstad en Manpower met MSP-concepten en aan de andere kant breiden traditionele brokers die al decennia lang actief zijn hun dienstenpakket uit. Die markten groeien gestaag naar elkaar toe. De negatieve berichtgeving nu wordt meer veroorzaakt door incidenten dan door een wildgroei aan dienstverleners.” Frederieke Schmidt Crans Frederieke Schmidt Crans: “Er is wel groei. Dat komt vooral door de groeiende behoefte aan ondersteuning bij de organisatie van inhuur. Je ziet ook dat de volumes omhoog gaan en dat er consolidaties zijn die leiden tot groei van de partijen zelf, maar je kunt niet spreken van een wildgroei aan partijen, daarvoor is de materie te complex. Het is geen activiteit die je vandaag bedenkt en morgen gaat doen. Het is echt een vak en het is onze verplichting dat vak goed en betrouwbaar uit te voeren.” Negatieve berichtgeving wordt meer veroorzaakt door incidenten dan door een wildgroei Gusta Timmermans: “Nee, dat begrip herken ik niet. Ik heb zeker niet het idee dat er ineens veel bedrijven bij gekomen zijn. Je kunt ook niet spreken van wildgroei. Het is echt een vak. Je hebt natuurlijk veel verschillende vormen van dienstverlening, maar dat werkte voor mij als opdrachtgever juist goed. Het is voor opdrachtgevers ideaal dat ze één rekening krijgen en dat daarachter alles wordt verdeeld.” Denis Maessen Denis Maessen: “Deze dienstverlening is gegroeid en heeft ruimte gekregen bij afwezigheid van duidelijkheid in wet- en regelgeving. De ruimte die is gegund aan partijen om alle ondersteunende processen te outsourcen en liefst de risico’s ook te outsourcen, heeft geleid tot de situatie waar we nu staan. Organisatiekundig is het vrij simpel: Concerns sturen op hun core business en alles wat niet core is gaat naar buiten, inclusief de risico’s. Dat biedt kansen voor allerlei partijen.” Rob de Laat: “Nee, het idee alsof opeens allerlei partijen ergens inspringen klopt niet. Ik denk dat de markt juist de afgelopen jaren steeds meer geprofessionaliseerd is. De suggestie dat het een grote cowboybende is waar iedereen aan de slag kan gaan wil ik verwerpen. Er worden nu heel makkelijk zwarte pieten uitgedeeld naar serieuze bedrijven. En je merkt dat er veel geroepen wordt over dingen waar men onvoldoende verstand van heeft, zowel vanuit de journalistiek als de politiek. Ik vind het kenmerkend dat zelfs een gerenommeerde krant als het FD onvoldoende analyse doet van wat het probleem echt is.” Josien van Breda: “De forse groei van het aantal zp’ers heeft ook geleid tot meer behoefte aan bemiddeling, risico- en contractmanagement en het tijdig betalen van zp’ers. Daar bieden zzp-dienstverleners toegevoegde waarde door zp’ers en opdrachtgevers te ontzorgen. Dat gaat echter zeker niet altijd goed, bijvoorbeeld als een flexmakelaar financieel zijn zaak niet op orde heeft of alle risico’s op de zp’ers afwentelt. Wildgroei of niet, niemand zit te wachten op de groei van dit soort flexmakelaars.” Hugo-Jan Ruts Hugo-Jan Ruts: “Ik zou ook niet spreken van razendsnelle wildgroei. De ontwikkeling van deze branche is ook niet puur te linken aan het afdekken van de compliance-risico’s als gevolg van de huidige wet- en regelgeving. ING ging al 12 jaar geleden aan de slag met het outsourcen van onderdelen van het inhuurproces. Aanleiding was vooral de toename in het aantal zp’ers waarmee de bank ging samenwerken en de behoefte om grip te hebben op die inhuur. De groei van het aantal zp-dienstverleners is ook een direct gevolg van de toenemende behoefte aan het inzetten van tijdelijke specialisten, een groeiend aantal zzp’ers en schaarste aan talent.” Hoe beoordeelt u het functioneren cq. de rol van de branche van intermediaire dienstverleners (MSP’s, brokers) in het totale speelveld opdrachtgever – leverancier – opdrachtnemer? Ron Bosma: “De intermediair heeft in veel situaties toegevoegde waarde. Grote multinationals krijgen het zelf niet voor elkaar om hun inhuur goed te organiseren. Zowel nationaal maar zeker ook internationaal zie je dat de groei van dergelijke dienstverlening aan opdrachtgeverskant gigantisch is. Er is wel een verschuiving gaande. Na 2010 kwamen we net uit de crisis en ging het heel erg om beheersing, compliance en kostenbesparing. Drie jaar geleden zag je het omslagpunt. We kwamen in een situatie van grotere schaarste op de arbeidsmarkt en bedrijven gingen zich meer richten op de vraag waar ze het juiste talent vandaan halen. Vanuit de behoefte uit de markt zie je allerlei nieuwe diensten ontstaan als freelance management tooling en marktplaatsen. Doordat de markt aan die behoeftenkant groeit en traditionele brokers ook werving en selectie gaan doen groeien de diensten naar elkaar toe. Waar voorheen iedere partij een specifieke dienst aanbood binnen het geheel gaan we nu meer de kant uit van een stapeling van diensten en totaalpakketten en een denken vanuit integraal tijdelijk talent management.” Frederieke Schmidt Crans: “In relatief korte tijd zijn er grote stappen gemaakt in positionering en professionalisering. Zoals in veel branches zie je een veranderende markt en een uitbreiding van de dienstverlening. Doordat er nog wel eens diffuse definities worden gebruikt is de positionering soms lastig, maar zeker niet onvolwassen. Vanuit de partijen zelf is vier jaar geleden de behoefte ontstaan om een keurmerk te ontwikkelen zodat er ook een norm voor de intermediaire rol ontstaat. Ook met een keurmerk ondervang je niet ieder incident. We kunnen er mogelijk wel van leren. Het blijft een branche in ontwikkeling, met name door wet- en regelgeving en een veranderende arbeidsmarkt. Maar ook door de behoefte vanuit de opdrachtgever om processen efficiënter in te richten en focus te houden op business en kosten. Dat is niet een eenmalige oefening, maar een nieuwe manier van werken en organiseren. En dat moet zo professioneel mogelijk.” We kunnen de markt echt nog wel wat slimmer maken Gusta Timmermans Gusta Timmermans: “Vanuit werkgeversperspectief zie ik vooral efficiency en gemak. Als organisatie ben je op zoek naar een bepaalde capaciteit. Van daaruit ga je als bedrijf kijken wie je nodig hebt en hoe je de processen zo goed mogelijk kunt organiseren. Sommige bedrijven kiezen ervoor om zelf te werven en de administratie onder te brengen bij een broker, andere organisaties besteden ook de werving uit. Het is van alles wat; toen ik aan opdrachtgeverszijde werkte was het ook van alles wat, dat maakt de processen efficiënter. Als het gaat om de mate van volwassenheid van de branche, vind ik het nogal versnipperd op dit moment. Aan de ene kant heb je bedrijven als Randstad en Brainnet; dat zijn gewoon goed georganiseerde bedrijven die commercieel zijn en goed meedenken met de klant, maar aan de andere kant heb je eenpitters die je een RPO verkopen; soms zijn dat gewoon individuele recruiters met tien mensen in hun bestand. In het algemeen komen bedrijven nog te vaak met gefragmenteerde vragen en niet met een structurele aanpak. We kunnen de markt echt nog wel wat slimmer maken.” Denis Maessen: “Ik vind deze branche wankel. Het is gelegenheidsbusiness, het is geen steady business. Het is niet bouwen aan iets wat fundamenteel gaat bijdragen aan de infrastructuur van het maatschappelijk verkeer van organiseren van arbeid. Degene die zegt dat dit een fundamentele verbetering van de waardeketen is, is het echt kwijt. Ben ik tegen het intermediair in het algemeen? Nee hoor, ik zie heus wel meerwaarde voor de intermediaire rol, maar niet in versnipperde partijen die op deelaspecten zitten. Als je het hele brede spectrum van HR overziet, dan is een broker die met hele kleine marges een opzichzelfstaande business gaat draaien wankel en kwetsbaar.” Rob de Laat Rob de Laat: “De branche is best volwassen. Je ziet brancheorganisaties ontstaan die gericht zijn op die intermediaire rol. De branche is misschien wel volwassener dan de wet- en regelgeving. Zo’n Wet Arbeidsmarkt in Balans sluit onvoldoende aan bij de behoefte van opdrachtgevers en bij hoe de arbeidsmarkt zich ontwikkelt. Opdrachtgevers vragen vervolgens aan de intermediairs ‘Organiseer het voor mij’. Het wordt dan uitgelegd als afschuiven, maar het zijn juist deze partijen die weten hoe je met de wet- en regelgeving moet omgaan.” Hugo-Jan Ruts: “Ik vind het te kort door de bocht om de hele branche als opportunistisch weg te zetten. Als je kijkt naar de cyclus van volwassenwording van het inhuurbeleid van bedrijven dan begint het bij chaos en eindigt het bij een vorm van total talent management. Een goede contractbeheerder die gespecialiseerd is in de administratie rond inhuur stelt organisaties juist in staat om dat proces te doorlopen zodat ze ook stapsgewijs weer meer rechtstreeks zaken kunnen gaan doen met zelfstandigen. Natuurlijk leveren niet alle dienstverleners de kwaliteit die je als opdrachtgevers en als zelfstandige mag verwachten. Prijsdruk zal daar een rol in spelen. Het besef dat goed opdrachtgeverschap past bij verantwoord ondernemen en besturen moet hoger op de agenda komen. Inclusief wat dat betekent voor de keuze van leveranciers.” Wat moeten en kunnen de betrokkenen – leverancier en opdrachtgever – doen om incidenten a la TCP te voorkomen? Wat kunnen we er collectief van leren? Ron Bosma Ron Bosma: “Ik vind dat er nog te weinig assessment is. Contracten worden vaak voor een periode tussen de drie en vijf jaar afgesloten. Ik vind dat de inlener er uiteindelijk verantwoordelijk voor is om de juiste partner te kiezen en om regelmatig te monitoren of de gekozen partner nog steeds de juiste is. Ik zou als opdrachtgever veel meer verantwoordelijkheid nemen en regelmatig assessments doen: Doe ik nog zaken met de juiste partij? Is de solvabiliteit voldoende? Het is verder natuurlijk risicovol dat dienstverleners businessmodellen mixen. In dit geval is het ING die de dupe is van het feit dat TCP een probleem heeft met De Graaf. Je zult als leverancier moeten zorgen dat je individuele klantbelangen beter geborgd zijn. Een mogelijkheid is bijvoorbeeld om te borgen dat financiële stromen binnen een kanaal blijven en niet daar buiten terecht komen. Oormerk het geld maar: Dat wat via ING binnenkomt is ook uitsluitend bestemd voor de dienstverlening en zp’ers van ING. Als opdrachtgever zou ik dat ook vragen: Hoe borgen jullie dat het geld dat bestemd is voor de ingehuurde zp’ers ook gegarandeerd bij die zp’ers terechtkomt?” Frederieke Schmidt Crans: “Ik denk dat je met een keurmerk en uitbreiding van de financiële paragraaf meer controle kunt hebben over de financiële stromen van partijen. Het hanteren van normen en controle zijn essentieel voor deze branche. Tegelijkertijd: TCP heeft het keurmerk gehaald en het is de vraag of we dit hadden kunnen ondervangen. Het is rondom deze zaak nog lastig om conclusies te trekken, daarvoor is er nog te weinig bekend over ieders rol. Voor de opdrachtgever is het belangrijk dat hij zicht heeft op de betaalstromen. Ik kan me voorstellen dat een opdrachtgever daar grip op wil hebben: Wat gebeurt er met mijn geld op het moment dat ik betaal, blijft dit binnen hetzelfde kanaal en is dit geborgd. Minstens zo belangrijk, wat doe je bij een niet of te laat betalende opdrachtgever” Gusta Timmermans: “Tegen de opdrachtgever zou ik zeggen: Zorg dat je minimaal drie partijen hebt en ga vragen naar hun verdienmodel en hoe ze het geregeld hebben als er minder cashflow is. Stel die vragen voordat je iets inkoopt. De prijzen zijn ook een issue. Soms zijn de marges zo laag dat je je af kunt vragen wat de business case is. Door de Wet DBA wordt een hoger serviceniveau van de broker verwacht, maar wat kan hij bieden als de prijs niet is aangepast? Ik snap dat veel bedrijven zo laag mogelijk willen inkopen, maar de vraag is wel of je de ingehuurde zp’er daarmee een dienst bewijst. We moeten het met elkaar doen. Ik kan als opdrachtgever niet zonder mijn brokers en ik kan niet zonder mijn zp’ers. Dat betekent dat we ook goed met elkaar de dialoog moeten aangaan. Ik zou de brokers aanraden om goed met de opdrachtgever te kijken naar de relatie tussen de prijzen en de service die ze kunnen bieden en dat ook te monitoren. Ga met de opdrachtgever in gesprek en vraag op tijd meer als dat nodig is om kostendekkend te opereren. Hier ligt ook een rol voor de Bovib. Zeg vanuit de Bovib ‘Het moet echt anders’ en kom met richtlijnen die de leverancier helpen als hij met de opdrachtgever aan tafel zit.” Contractmanagement moet losgetrokken worden van voorfinancieren. Denis Maessen: “Wat mij enorm verbaast is dat ik niemand hoor over bestuurlijke verantwoordelijkheid en de rol van toezichthouders. Dat is echt key. De toezichthouder van ING stuurt alleen op financial performance. De manier waarop die dienstverlening in mootjes is gehakt klopt toch niet? Het is toch voorspelbaar dat er dingen fout gaan als je partijen laat meedoen die zulke kleine marges maken? Er wordt volgens mij overigens aan twee kanten geld verdiend. Als je er bij de bank 10.000 mensen uitgooit om te downscalen volgens target en daarna er 3.000 weer als zelfstandige inhuurt ben je jezelf en de toezichthouder toch aan het foppen? Ik snap overigens wel dat die bestuurder zo zijn targets haalt voor zijn bonus. Toezichthouders zouden daar veel harder in moeten zijn. Ook de accountant van TCP en de bestuurders van TCP moeten zich achter de oren krabben. Voor mij zou dat de belangrijkste les moeten zijn: Toezichthouders op partijen waar grote financiële belangen draaien moeten ook de verantwoordelijkheid nemen voor de maatschappelijke impact.” Rob de Laat: “Wat er bij ING en TCP is gebeurd laat zien dat de intermediair die in de geldstroom gaat zitten en daarin gaat voorfinancieren kwetsbaar is, gezien de grote bedragen waarover het gaat. Contractmanagement moet losgetrokken worden van voorfinancieren. De waarde moet meer zitten in de beheer- of regierol dan in het opvangen van het gat tussen het betaalgedrag van de opdrachtgever en het zorgen dat de zp’er op tijd betaald wordt.” Josien van Breda Josien van Breda: “De branche is in ontwikkeling en heeft behoefte aan een waarborg. Dat bieden wij als Platform voor zp’ers, opdrachtgevers en ZZP-dienstverleners. Zo hebben wij als Platform ZZP dienstverleners samen met PZO het initiatief genomen tot de Code Goed Opdrachtgeverschap en doen wij voorstellen om de NEN te versterken op het punt van de betalingsverplichtingen en financiële zekerheid. Op dit moment is het vooral belangrijk dat je gezond kritisch moet zijn met wie je in zee gaat. Een organisatie met volledige NEN-certificering voor zzp-dienstverlening, die óók de Code van Goed Opdrachtgeverschap gebruikt, biedt meer (financiële) zekerheid dan welk branchekeurmerk dan ook.” Hugo-Jan Ruts: “Organisaties moeten partijen waarmee ze samenwerken meer als partner zien. Als ze denken dat dat niet lukt moeten ze afscheid nemen van die samenwerkingspartner. Feit is dat het probleem bij ING en TCP nu juist niet hier lag. Ik denk wel dat het belangrijk is om veel beter te onderzoeken hoe het geld geoormerkt kan worden. Afspraken die ervoor zorgen dat het geld dat een leverancier ontvangt van een opdrachtgever alleen voor zelfstandigen van die opdrachtgever kan worden bestemd zouden een belangrijke positieve stap zijn. Het zou goed zijn als de brancheverenigingen hier het voortouw nemen. Als ze zelf niet aan de slag gaan komt er een moment dat de politiek het oppakt.” compliancy, goed opdrachtgeverschap, zp-dienstverleners Print Over de auteur Over ZiPredactie De ZiPredactie plaatst hier interviews en eigen artikelen. Daarnaast persberichten, aankondigingen of (met toestemming) overgenomen artikelen. (contact: info[AT]zipconomy.nl) Bekijk alle berichten van ZiPredactie
Zoals enkele sprekers al (indirect) aangeven; wat zou er mis zijn met bijvoorbeeld het verplicht stellen van het gebruik van een G-rekening door payrollers/brokers? (Een g-rekening staat voor een geblokkeerde rekening. Dat betekent dat je niet, net zoals bij een rekening courant, de rekening voor elke willekeurige betaling kunt gebruiken. Je kunt hem namelijk alleen gebruiken om betalingen te doen aan de belastingdienst of aan een onderaannemer. > ic. de ZZP’er)
achtergrond - Waterzuiveringsbedrijf Aquafin implementeert innovatief project voor verbindende samenwerking met pa...