"Exploring the future of work & the freelance economy"
SLUIT MENU

Drie misverstanden over de NOW & uitzendarbeid

Jeroen Brouwer, strategisch beleidsadviseur arbeidsverhoudingen bij de ABU, ziet dat de tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor behoud van Werkgelegenheid nog de nodige verwarring oplevert. Zeker als het gaat om uitzendarbeid. Hij zet drie misverstanden op een rij.

Het kabinet heeft met de tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor behoud van Werkgelegenheid (“NOW”) een indrukwekkende subsidieregeling in het leven geroepen. Doel ervan is om werkgevers en werknemers door de coronacrisis heen te loodsen.

De NOW moet bedrijven in staat stellen hun werknemers in dienst te houden en door te betalen. De ABU heeft opgeroepen dit ook zoveel mogelijk te doen. We zien tegelijkertijd dat de NOW in de uitzendbranche tot onduidelijkheid leidt bij werkgevers, werknemers en inleners. De drie ‘hardnekkigste’ misverstanden helpen we graag uit de wereld.

Misverstand 1: Alle uitzend- en payrollondernemingen kunnen een beroep doen op de NOW 

De NOW is toegankelijk voor uitzenders en payrollers. Maar de NOW kent een drempel: alleen bij minimaal 20% omzetverlies kan een beroep op de subsidie worden gedaan. Er zijn bedrijven die de 20% (nog) niet halen en daardoor niet voor de NOW in aanmerking komen, terwijl ook zij vaak grote schade oplopen door de coronacrisis.

Misverstand 2: De NOW vergoedt 90% van de totale loonkosten

De loonkosten van werkgevers worden via de NOW niet volledig gecompenseerd. Allereerst omdat het uitgangspunt van de regeling 90% is (en dus niet 100%). Daarnaast is die 90% gekoppeld aan het procentuele omzetverlies. Een werkgever met 100% omzetverlies krijgt zijn loonkosten voor 90% vergoed; een werkgever met bijvoorbeeld 30% omzetverlies krijgt ‘slechts’ een compensatie van 27%. Tevens is van belang dat de NOW een compensatie kent voor het loon plus werkgeverslasten; die werkgeverslasten zijn in de NOW voor alle werkgevers in Nederland vastgesteld op 30%. De werkelijke werkgeverslasten verschillen per sector en per organisatie, maar zijn voor uitzend- en payrollondernemingen in elk geval veel hoger dan 30%. De compensatie uit de NOW is ook daarom niet kostendekkend. Kortom, onder de streep wordt niet 90% van de loonkosten vergoed, maar een aanzienlijk lager percentage.

Misverstand 3: Als een uitzend- of payrollwerkgever een beroep doet op de NOW, moeten inleners/opdrachtgevers een korting op het tarief krijgen

Als uitzenders en payrollers een beroep doen op de NOW, vallen ook hun uitzend- en payrollkrachten onder de subsidie. De subsidie bestaat uit één totaalbedrag ter compensatie van de loonkosten. De NOW-compensatie is dus niet gelabeld per werknemer of per inlener. Het is aan de (uitzend- of payroll)werkgever om de subsidie vervolgens te gebruiken om mensen die geen werk hebben toch in dienst te houden en door te betalen. Dat is immers de bedoeling van de NOW. De besteding moet achteraf ook worden verantwoord. Het overheidsgeld benutten voor kortingen aan inleners voor uitzendkrachten die gewoon productief zijn zal niet zomaar zijn toegestaan en kan zelfs tot terugvordering door UWV van de subsidie leiden. Er zijn zeker situaties denkbaar waarin een beroep op de NOW mag leiden tot aanpassing van het tarief. Maar dat verdient dan wel een deugdelijke onderbouwing, in lijn met de bedoeling van de NOW.

Jeroen is beleidsmedewerker Juridische Zaken bij de ABU (Algemene Bond Uitzendondernemingen) Bekijk alle berichten van Jeroen Brouwer