Anne Meint Bouma 17 juni 2020 6 reacties Print De webmodule ontrafeldMinister Koolmees wil dat opdrachtgevers met een webmodule zelf kunnen beoordelen of je een zzp’er kan inhuren. Maar de vraag is of er na de webmodule nog wel zzp’ers bestaan, zo vraagt Anne Meint Bouma van Brainnet zich af. In al het dagelijks nieuws rondom het coronavirus, het ‘gevecht’ om de Hema en wereldwijde demonstraties, publiceerde minister Wouter Koolmees van Sociale Zaken afgelopen maandag de Voortgangsbrief ‘werken als zelfstandige’. Landelijke media en journaals berichtten allemaal over één van de onderdelen van deze brief, namelijk dat er geen minimumtarief komt voor zzp’ers evenals dat er geen zelfstandigenverklaring komt voor opdrachten boven de € 75. Conclusie: ‘te veel administratieve lasten om effectief te zijn’. Een minstens zo belangrijk onderdeel in de brief van Koolmees kreeg een stuk minder aandacht (wel op ZiPconomy) en dat is het voorstel van een pilot van de webmodule. De webmodule is een digitaal formulier dat opdrachtgevers duidelijkheid moet geven of zij voor opdrachten met een tarief tussen 16 en 75 euro per uur zzp’ers kunnen inhuren. De opdrachtgever beantwoordt zo’n twintig tot dertig vragen over de arbeidsverhouding en krijgt via het digitale systeem een advies: de opdracht kan wel of niet ingevuld worden door een zelfstandige. Als het mag, dan krijgt de opdrachtgever een ‘opdrachtgeversverklaring’. Wat blijkt? Op basis van 84 casussen kreeg 75% de status ‘indicatie dienstbetrekking’ en ‘geen oordeel mogelijk’. En dat heeft grote gevolgen voor de toekomst van zzp’ers. De zzp’er bestaat niet (meer) In 2015 was misschien wel de voornaamste conclusie van het Interdepartementaal Beleidsonderzoek ZZP [link] dat ‘de zzp’er’ niet bestaat en dat er sprake is van een grote diversiteit. In de vierde voortgangsbrief van november 2019 schreef minister Koolmees nog een keer dat de zzp’er niet bestaat. Nu, ruim een half jaar later, blijkt uit de vijfde voortgangsbrief dat met de komst van de webmodule de kans bestaat dat de zzp’er straks inderdaad niet meer bestaat. Letterlijk. Probleem opgelost? De wet DBA bracht onduidelijkheid, onder meer over de duur van de opdracht. Als zzp’ers langer voor een opdrachtgever werken dan gebruikelijk in de branche, zou dat een indicatie zijn voor een dienstbetrekking. De grote vraag is: wat is gebruikelijk in de branche? Wat is te lang? Twee jaar of vijf jaar? Stel een zzp’er gaat aan de slag als projectdirecteur voor een bouwonderneming om een brug te bouwen. De projectdirecteur is verantwoordelijk voor het ontwerp, de bouw, de plaatsing en de opening van de brug. Je zou kunnen zeggen dat het een project is met een duidelijke kop en staart. Het begintraject tot en met de opening neemt vijf jaar in beslag. Is dat te lang? Punten in de webmodule Met de webmodule lijkt dit probleem opgelost. Een zzp’er die straks met een IT-opdracht bij een ministerie of een bank werkzaam is, krijgt in de webmodule meer punten als hij akkoord (moet) gaan met de gedragscode (hygiëne, veiligheid, integriteit, social responsibility), en de Arvodi voorwaarden van de overheid, dan dat hij langer dan 32 uur per week en 2 jaar werkzaam is. Hoe meer punten, hoe meer een opdracht wijst op een dienstbetrekking. Ook geeft de webmodule punten als de IT-specialist zich op uurbasis laat betalen en als hij ingehuurd wordt om een piekbelasting te vangen. Heeft hij een e-mailadres van de opdrachtgever, dan kent de webmodule extra punten toe omdat de zzp’er ‘herkenbaar is als werknemer’. Er wordt geen rekening mee gehouden dat je met ditzelfde e-mailadres überhaupt niet in interne systemen geregistreerd kan worden voor bijvoorbeeld iets simpels als een toegangspas. Ook mag de kennis van de zzp’er niet aanwezig zijn bij anderen in de organisatie, dit levert maximaal 10 punten op. De webmodule lijkt, in tegenstelling tot het minimumtarief en de zelfstandigenverklaring, weinig administratieve lasten (maximaal 38 vragen) met zich mee te brengen en een hoge mate van effectiviteit. De veelheid van vragen en het gemak waarmee punten worden toegekend aan ook ogenschijnlijke details, maakt wel dat er gauw veel punten worden toegekend en dus sprake is van een indicatie van dienstbetrekking. One-size-fits-all voor pizzakoeriers, taxichauffeurs, interim managers en IT consultants. In Nederland zijn circa 1,3 miljoen zelfstandigen. Een grote groep zzp’ers is actief in contactberoepen zoals kappers, schoonheidsspecialisten, fysiotherapeuten en nagelstylisten. Maar we kennen ook een grote groep zzp’ers die bijvoorbeeld werkzaam zijn als winkelier, muzikant, thuishulp, (pizza)koerier, taxichauffeur, boer, kok, dominee, tuinman, journalist of geluidstechnicus. In bijvoorbeeld de bouw, de financiële dienstverlening, zakelijke dienstverlening, het onderwijs en bij overheidsinstellingen is er een groep zzp’ers die zichzelf verkoopt als flexarbeider. Door de coronacrisis kwam een grote groep zzp’ers direct in de problemen door het wegvallen van werk. Zij beroepen zich op de steunmaatregelen vanuit de overheid. Aan de andere kant is er de zelfstandig projectmanager met een tarief van 70 euro, die een buffer heeft opgebouwd en een periode zonder opdrachten en inkomsten kan overbruggen. Dit beeld laat vooral zien dat als er gesproken wordt over zzp’ers, dit een zeer heterogene groep is en er geen one-size-fits all oplossingen bestaan. Dat wordt met deze crisis duidelijker. Maar het puntensysteem van de webmodule gaat wel uit van een ‘one-size-fits-all’. Door die benadering komt je al heel snel uit op de antwoorden: geen oordeel mogelijk of: indicatie dienstbetrekking. Ook voor weerbare groepen werkenden. Welk probleem moet hier eigenlijk worden opgelost? Aanhoudende onduidelijkheid blijft Opdrachtgevers, zzp’ers en intermediairs pleitten de afgelopen jaren voortdurend voor duidelijkheid. Het is nog maar zeer de vraag of de webmodule die duidelijkheid gaat geven. Komend najaar begint een pilot. De uitkomsten van de vragenlijst hebben dan nog geen juridische status. Brainnet heeft de webmodule in een eerste analyse geduid in een notitie ‘voortgang nieuwe zzp wetgeving en uitwerking pilot webmodule’. Deze notitie kan hier opgevraagd worden door opdrachtgevers die extern personeel inhuren. Webmodule Print Over de auteur Over Anne Meint Bouma Anne Meint Bouma is directeur van Managed Service Provider Brainnet. Brainnet is marktleider in Nederland waar het gaat om het efficiënt inrichten van inhuurprocessen en het beheren van flexibele schillen. Haar klanten bestaan uit banken, verzekeraars, energiebedrijven, Netbeheerders, bouwbedrijven, zakelijke dienstverleners, ingenieursbureaus en onderwijsinstellingen. Voor deze klantengroep introduceert Brainnet maatwerkoplossingen die haar tot de specialist op inhuurprocessen in Nederland maakt. Bekijk alle berichten van Anne Meint Bouma
Duidelijkheid is hiermee wel degelijk gekomen. Of de Opdrachtgever en ZZP-ers hier blij mee moeten zijn is een tweede vraag, want er blijven geen ZZP-ers meer over…
Uit het hart gegrepen! Welk probleem word er nu opgelost? Dat van kwaadwillende opdrachtgevers die mensen uitbuiten door ze in schijnzelfstandigheid te duwen of dat van het bestaan van zelfstandig ondernemers die graag voor eigen rekening en risico willen werken? Want al zou de webmodule bedoeld zijn om dat eerste probleem op te lossen, wat het nu vooral lijkt te gaan doen is hardwerkende zelfstandigen in schijnwerknemerschap dwingen.
Inderdaad, dit lijkt op de invoering van de WetDBA vier jaar geleden. Toen hadden maar liefst 99-duizend zzp’ers directe schade. Dit keer gaat het misschien wel om nog veel meer slachtoffers. En waarom? Die 4% schijnzelfstandigheid? En Deliveroo fietst zo tussen de mazen van de webmodule door. Wat een farce.
Het beeld van Don Quichote doemt op. De overheid probeert onmogelijke dingen in regels te vangen. Laat iemand die wil ondernemen toch lekker ondernemen. Dat moet niet afhankelijk worden gemaakt van hoe veel werk daarmee gemoeid is, de duur, de prijs, of of er misschien anderen hetzelfde zouden kunnen doen. Allemaal onzin. Laat ons met rust, we doppen onze eigen boontjes wel. En qua bescherming van de onderkant: pak de bedrijven aan die en masse mensen ontslaan en via de achterdeur tegen woekerprijzen weer inhuren, in plaats van een dealtje sluiten met die bedrijven. Zoiets heet ‘meten met twee maten’. Een (hoog) minimumtarief stellen zou dit in één klap oplossen, maar dat willen die bedrijven natuurlijk niet. Dus ziet de overheid er maar weer van af? Om weer jaren door te ploeteren om met een nog onmogelijker voorstel te komen?
De hele focus ligt verkeerd, en daardoor leveren de wetsvoorstellen ook geen van allen op wat men misschien had gehoopt. DBA, webmodule, en alles uit die koker. In plaats van op arbeidsrelatie en bijbehorende mate van (schijn)zelfstandigheid te richten, zou de aandacht moeten gaan naar uitbuiting. Maatschappeljjk is er geen enkel probleem met goedbetaalde zelfstandigen. Het maatschappelijke probleem is met onderbetaling en uitbuiting via uitzend- en zzp-constructies aan de onderkant van de markt. Om dat probleem aan te pakken hoef je slechts één wetsaanpassing te doen. Je moet in de ketenwetgeving verplichten dat inleners een dossier bijhouden waarmee ze aannemelijk maken dat zij geen schuld hebben aan uitbuiting. Huur je een jurist in a 175 euro per uur? Dan is de inkoopfactuur voldoende om aannemelijk te maken dat jij niemand uitbuit. Het dossier is reeds compleet en je handen zijn schoon gewassen. Huur je een maaltijdbezorger in voor 3 euro per rit? Veel succes om aan te tonen dat deze beloning boven minimum en/of CAO loon ligt.
Beste Freek, Minister Koolmees gaf eerder deze week aan dat marktpartijen niet met oplossingen aankomen. Jij schetst een interessante gedachtegang over het bijhouden van een dossier. In 2019 hebben we hier al eens een voorzet voor gegeven: https://www.zipconomy.nl/2019/11/gelijk-werk-gelijk-loon-ook-voor-zelfstandigen/