"Exploring the future of work & the freelance economy"
SLUIT MENU

Hoe FNV/CNV actie tegen Temper laat zien dat de hervorming van de arbeidsmarkt nog ver weg is.

De discussie over platformen wordt gedomineerd door vrijblijvende proefballonnetjes en korte termijn denken. Het echte debat over de arbeidsmarkt blijft – ook na Borstlap – uit, zo stelt Martijn Arets vast.

Vorige week stonden FNV en CNV gebroederlijk bij freelanceplatform Temper op de stoep om het bedrijf een witboek en een sommatie aan te bieden waarin de bonden Temper sommeerden de aanbieders op het platform als werknemer in dienst te nemen. Doet Temper dit niet, dan stappen beide bonden gezamenlijk naar de rechter. Interessant detail: in de sommatie is ook terug te lezen dat de bonden een vergoeding van 100.000 euro elk van Temper eisen, aangezien het platform de CAO’s van de bonden schendt en zij hierdoor ‘schade leiden door verlies van prestige en werfkracht’.

Naast de sommatie presenteerden de bonden een ‘witboek’ met een eigen onderzoek waarin de bonden claimen dat de maatschappij 18 miljoen euro misloopt door Temper. Temper heeft 2 weken om met de bonden om tafel te gaan.

Vakbondsacties tegen platformen

Het is niet de eerste keer dat FNV een platform aanklaagt: zo klaagde de bond eerder Deliveroo en Helpling aan. Bij Deliveroo waren de uitspraken wisselend, maar het beoogde resultaat van de bond werd niet behaald: de maaltijdkoeriers zijn nog niet in dienst bij het platform. Bij Helpling eenzelfde scenario, al kwam er (naar mijn mening) wel een heel interessante uitkomst uit deze zaak. De rechter besloot dat Helping geen werkgever is, maar wel een bemiddelaar.

Toevallig kwam vorige week Koolmees met een zelfde voorstel voor platformwerkers. Door zzp-bemiddeling (let op: dus geen thuisschoonmaak wat de rechter in de Helpling zaak heeft besloten, wat natuurlijk opmerkelijk is) onder de Waadi (Wet Allocatie Arbeidskrachten Door Intermediairs) onder te brengen krijgen platformen meer verantwoordelijkheden, zonder dat er iets over de status van de aanbieder hoeft te worden gezegd. Een op het eerste gezicht slimme snelle zet: een stap vooruit zonder iets te hoeven zeggen of vinden over de arbeidsrelatie. Maar ook een zet met wat praktische haken en ogen. Je leest er hier meer over. Maar het idee dat een platform als een bemiddelaar wordt aangemerkt is volgens mij meer dan redelijk. CNV heeft zich tot nu toe niet uitgesproken over platformwerk, behalve een artikel in De Telegraaf een jaar geleden waar ik deze reactie op schreef.

Nu terug naar FNV en CNV. Ik heb het rapport gescand en de cijfers zijn duidelijk. Al ben ik natuurlijk ook erg benieuwd naar de reactie vanuit Temper op deze cijfers. Het scrapen van cijfers van websites geeft altijd een beperkt beeld (zie ook de Airbnb discussie), waardoor er altijd aannames (lees: keuzes die door de intentie van de afzender kunnen worden beïnvloed) moeten worden gemaakt. Het zou mooi zijn om de bronbestanden van FNV/CNV en Temper eens naast elkaar te leggen, ik ben erg benieuwd wat daar uitkomt. Dat een Temper freelancer voor de klant in veel gevallen goedkoper is dan via een uitzendbureau heb ik regelmatig teruggekregen van de uitzendbureaus, maar zeker ook aan de kant van de werkende ben ik benieuwd naar meer cijfers in detail. Op zich ben ik niet tegen rechtszaken: als dat de manier is om duidelijkheid te krijgen dan is dat een optie. Al is het natuurlijk voor degenen waar de zaak over gaat altijd vervelend om als proefkonijn te dienen en te moeten betalen voor het duidelijk maken van onduidelijk beleid.

Waarom nu?

Het is niet vreemd dat de twee bonden samenwerken in deze casus: het is voor beide bonden een redelijk ‘veilige’ case en daarom prima om samen te werken. Daarnaast is dit voor CNV de eerste keer dat het iets met platformwerk doet en dan is de eis van in dienst nemen, een bekende in vakbondsland, eentje waar intern weinig gedoe over kan ontstaan. De timing voor Temper is natuurlijk op zijn zachtst gezegd beroerd: de sommatie komt op een moment dat zowel het bedrijf als de sector waarin het opereert aan het infuus ligt. Dan heb je waarschijnlijk weinig zin in een delegatie vanuit de vakbonden met een spandoek en een confettikanon.

Voor de bonden is de timing prima: met de vakantie voor de deur hebben de bonden een bommetje gegooid waar ze na de vakantie weer mee verder kunnen. Aan de andere kant is de timing ook opmerkelijk: beide bonden zitten bij de SER in de commissie over ‘platformeconomie en werk‘ dat binnenkort met een rapport komt. Je zou zeggen dat het handig zou zijn om hier even op te wachten om de zaak beter te kunnen onderbouwen.

Een verklaring voor het ‘waarom nu’ kan natuurlijk zijn dat de bonden vinden dat juist in een crisis als deze de kwetsbaarheid van de ZZP aanbieder op het platform extra zichtbaar en daardoor relevant is. Er zullen genoeg freelancers zijn die niet kunnen terugvallen op de regelingen vanuit de overheid. Als zij in dienst waren geweest via een uitzendconstructie was dit mogelijk een ander verhaal geweest. Ik zeg bewust ‘mogelijk’, omdat ook hier het nodige om te doen is. Hier en hier lees je er meer over. Daarnaast ben ik benieuwd hoe het is geregeld voor de uitzendkrachten die via Mice en Place werkten. Dit iconische uitzendbureau voor horecapersoneel ging in de eerste maand van de crisis failliet.

Daarnaast was het natuurlijk wachten totdat er (mogelijk) weer een rechtszaak zou beginnen. Het rapport van FNV is grondig en er zit maanden werk in. Dit is dus niet iets van ‘over één nacht ijs’.

Wat nu?

Dan de wat nu? Wat mij opviel na het persbericht over de sommatie is dat het stil bleef. Heel erg stil. Naast een stuk in de Volkskrant, dat een uur na het live gaan van het bericht op de FNV website werd gepubliceerd, en een stuk in het FD waren het op Twitter vooral vakbondsmensen die iets over de sommatie deelden. Op zich ook niet zo heel erg vreemd: een sommatie an sich is niet zo spannend en een vakbond die iets tegen freelancers of platformen heeft is ook geen nieuws. Ik had meer commotie verwacht rondom het rapport van de 18 miljoen, maar blijkbaar maakte dit geen indruk op journalisten.

Hoewel ik niet weet hoe dit verder af zal lopen, verwacht ik dat Temper ontspannen zal reageren. Het platform is al sinds de start van het bedrijf in gesprek met FNV Horeca en werkt daar ook mee samen, dus ik verwacht dat dat gesprek er wel komt. Temper en de bonden weten elkaar immers al lang te vinden, daar was een sommatie niet voor nodig: een telefoontje was voldoende geweest. Wat ik niet verwacht is dat Temper zich zal transformeren naar een uitzendbureau. Daar durf ik wel een goede weddenschap op af te sluiten. Dat gaat niet gebeuren. En dat weten de bonden ook.

Dus dan ook de vraag: waarom deze sommatie? De bonden weten dat Temper niet op de sommatie in zal gaan en dat de enige manier voor duidelijkheid de gang naar de rechter is. Deze stap hadden ze dus ook over kunnen slaan, hoewel een intern feestje natuurlijk altijd goed is voor het moraal.

Op de vraag ‘wat nu’, kort samengevat: aan tafel, misschien een rechtszaak, heel misschien duidelijkheid, maar het blijft toch een beetje symptoombestrijding en het negeren van de vragen en verantwoordelijkheden die aan de basis liggen.

Conclusie

Zoals eerder gemeld ben ik niet voor of tegen een rechtszaak. Als dat duidelijkheid biedt: prima. Waar ik wel tegen ben dat is dat er nog steeds grote rondjes rondom essentiële arbeidsmarktvraagstukken worden gelopen en iedereen nog steeds erg vanuit de eigen vertical opereert. De bonden, maar ook Koolmees, gooien voor de zomer een balletje op, wetend dat er na de zomer nog een aantal flinke vraagstukken op de agenda staan. Je kunt dit slim noemen. Of gewoon makkelijk.

Het Borstlap rapport meldde de ambitie om flex minder flex te maken en vast minder vast. De strijd om flex minder flex te maken gaat door, maar wat met vast minder vast? Daarnaast gaat het debat nog steeds puur over de vorm van het contract in plaats van de onderliggende waarden. Dat geeft wat mij betreft aan dat iedereen nog steeds naar de (extreem) korte termijn en naar het eigenbelang kijkt en niet (of in ieder geval onvoldoende) naar de lange termijn en het bredere belang. Op zich ook niet heel verrassend: de lange termijn vraagt een systeemverandering en dat is spannend en risicovol. Maar misschien had ik er gewoon te veel van verwacht. Net als dat ik, misschien achteraf gedacht wat naïef, hoopte dat de crisis een systeemverandering zou versnellen, terwijl ik nu zie dat de crisis vooral bestaande ongelijkheid en weeffouten versterkt.

Mijn conclusie kan dan niets anders zijn dat het debat over de arbeidsmarkt nog op hetzelfde niveau zit als voor Borstlap en ik zie dan ook weinig tekenen dat dit snel zal veranderen. Niet iets om trots op – of tevreden over – te zijn.

Martijn Arets is internationaal platform expert en verkent sinds 2012 de opkomst van de platformeconomie en de impact op de samenleving. Bekijk alle berichten van Martijn Arets

4 reacties op dit bericht

  1. Van de FNV hoef je geen systeemverandering te verwachten. Dit omdat de FNV nog steeds met de gigantische interne machtsstrijd tussen de SP/PVV, PVDA en overigen bezig is. Laat de FNV eerst maar eens kleur bekennen bij welke politieke bondgenoot de FNV zich thuisvoelt. Aan de hand daarvan kan iedereen zijn conclusies trekken.

    • @Alex

      Ben geen lid van de FNV, maar begrijp uw reactie nog niet.

      1 Waarom is een politieke kleur bekennen belangrijk? Wat voegt dat toe?
      2 Vooralsnog begrijp ik de keuze van CNV en FNV. De FNV behartigt de belangen van ongeveer 1 mln. leden. Geen enkele politieke partij evenaart dat aantal mensen. Gelet op die achterban mogen zij toch hun belangen behartigen?
      2.1 Hun argumenten zijn zorgvuldig verzameld – ‘FNV is grondig en er zit maanden werk in. Dit is dus niet iets van ‘over één nacht ijs’ – en lijken valide
      2.2 Hun schade – € 18 mln. – is flink.
      2.3 . De samenwerking met CNV – vakbond nr 2 in omvang lijkt ook logisch.
      2.4 Onder de paraplu van de FNV schuilt ook tenminste één belangenbehartiger van zzp’er: fnvzelfstandigen. Dus eenkennig lijken ze me niet.

      3 Oplossing
      Is het niet vooral de taak van een wetgever om in en voor een gemeenschap /samen-leving verstandige keuzes te maken? En eindelijk eens knopen door te hakken? Gelet op de vele verstreken jaren heeft iedereen van zich kunnen laten horen.
      (Nog) Niet kiezen – en wachten op verkiezingen – is ook een keuze.

  2. Vakbonden bewijzen opnieuw dat zij feitelijk onnodige obstakels vormen in het nieuwe arbeidsmarkttijdperk….
    Het communistische denken….: Zij bepalen hoe en waar iemand werkt ligt zo ver achter ons….krampachtig vasthouden aan oud denken en werken maakt alleen maar dat de arbeidsmarkt nog verder in de problemen komt….helaas……

  3. Wat voor markt is de arbeidsmarkt ?
    In de Limburger van 7 april j.l. staat een artikel met de titel: ’markt flexwerkers hervormen’. De journalist laat FNV bestuurder Hans Wijers aan het woord die een klaagzang houdt over de zgn. flexwerkers. De bedrijven c.q. de ‘werkgevers’ krijgen ervan langs omdat zij, door hun “gejaag op winst” profiteren van de flexwerkers en nu de coronacrisis zich aandient hun massaal bedankt en ze naar het arbeidsbureau terugverwijst. Herbezinning is op zijn plaats en “we” moeten nadenken hoe we de arbeidsmarkt op betere manier kunnen vormgeven, aldus Wijers. Ook FNV voorzitter Busker is niet te spreken over het gemak waarmee flexwerkers worden geloosd.
    Een grote klaagzang aldus. Maar wat is er aan de hand. Duidelijk is dat flexibele (arbeids)contracten gewild zijn. In Nederland, maar ook in de rest van Europa neemt dat soort verbintenissen al jaren toe. Dat laatste is een weerspiegeling van de behoefte aan flexibiliteit, de maatschappelijke ontwikkeling is steeds sneller en beweeglijker en daar horen tijdelijke en flexibele verbintenissen bij.
    Aan de andere kant is de arbeidsmarkt helemaal geen serieuze markt. Op een markt moet je kunnen bieden en laten, kopen of niet kopen. Dat kan helemaal niet op de arbeidsmarkt. Als je het positief wil zien dan houdt de samenleving de arbeider aan het handje, bedingt voor hem de best haalbare voorwaarden en beschermt hem tegen zijn baas, de vakbond speelt daarbij een hoofdrol. Maar met een markt waar vrager en aanbieder als ‘volwassen’ partijen met elkaar dealen, heeft de wijze waarop arbeidscontracten in het algemeen tot stand komen niet zoveel te maken. De arbeider op de arbeidsmarkt is bovendien veelal niet in staat om “nee” te verkopen, op straffe van werkeloosheid, zonder recht op uitkering. Goed beschouwd is de arbeider op de arbeidsmarkt maar een onthand en zielig figuur, dus alles behalve een (gelijke) marktpartij. Dat is heel anders bij de zzp-er, daar is gelijkheid en gelijkwaardigheid van een andere orde. De zzp-er is (voor het oog) een gelijkwaardige partij en veelal ook voor zijn eigen gevoel. Toch is hij in feite veel zwakker veel afhankelijker dan de werkgever. Van de zzp-er wordt dus niet alleen maar geprofiteerd, hij is ook trots op zijn zelfstandigheid. Hij hoort veel meer bij een volwassen samenleving dan de “loonslaaf”, hoe zeer die laatste ook nog als norm wordt gezien en neergezet.
    Bij een volwassen samenleving hoort een zelfstandige en onafhankelijke werknemer, die zijn werk al dan niet doet tegen betaling, maar het ook om hem moverende redenen kan weigeren. Zo’n werknemer, moet dan wel in staat zijn om zijn eigen broek op te houden. De huidige samenleving heeft zoveel kapitaal en infrastructuur opgebouwd, dat zij in staat is om ieder lid van die samenleving die onafhankelijkheid te garanderen en ervoor te zorgen, dat iedereen verzekerd kan zijn van zijn bestaan. Invoering van een onvoorwaardelijk basisinkomen, dat het bestaan garandeert is daartoe het middel. Dat zal de arbeidsmarkt wel tot een echte markt maken. De werknemer kan immers bij “nee verkopen” terugvallen op zijn basisinkomen, dat wel krap voldoende moet zijn voor het bestaan. Bij de loononderhandelingen staat de werknemer dan veel sterker en kan denken aan alternatieven, het brengt hem in een onafhankelijke positie en legt feitelijk het initiatief bij ieder persoonlijk. Een dergelijke verhouding is veel meer in overeenstemming met een wereld van gelijkheid en volwaardigheid van ieder individu.
    In een dergelijke samenleving waarin ieder zijn eigen broek moet ophouden en waar het initiatief bij ieder persoonlijk ligt, blijft uiteraard solidariteit en het beginsel dat de sterkste schouders de zwaarste lasten moeten dragen het cement van de samenleving. In zo’n samenleving van werkelijk vrije mensen zal de verhouding en de dynamiek van een andere orde (kunnen) worden, de machtsverhoudingen zullen in ieder geval wezenlijk verschuiven.
    De coronacrisis geeft een mogelijke opening naar een dergelijke samenleving, waarin het feitelijk niet gaat om het behoud van werk(gelegenheid) maar veel meer om het behoud van inkomen, een basisinkomen is daarvoor het fundament ….wat er ook gebeurt. In plaats van loonkostensubsidie via de werkgevers legt een onvoorwaardelijk basisinkomen het initiatief bij ieder persoonlijk.