"Exploring the future of work & the freelance economy"
SLUIT MENU

TNO: vast moet minder vast worden, maar in de praktijk neemt interne flexibilisering af

Werkgevers zochten flexibilisering tot nu toe vooral ‘buiten de deur’, blijkt uit onderzoek van TNO. Al met al daalt zelfs het percentage organisaties dat zich richt op interne flexibiliteit.

Om te zorgen dat de arbeidsmarkt klaar is voor de toekomst, moeten vaste werknemers meer interne wendbaarheid binnen hun organisatie krijgen, adviseert de commissie Borstlap. Vaste werknemers moeten dus meer vrijheid krijgen op het gebied van werktijden, thuiswerken en roosters. Daarnaast moet het makkelijker worden om binnen de organisatie ander werk te doen.

Lees meer over de voorstellen van de commissie Regulering van werk.

Tot nu toe komt daar in de praktijk juist steeds minder van terecht, blijkt uit onderzoek van TNO. Het onderzoeksinstituut houdt iedere twee jaar een grote enquête om te peilen hoe werkgevers omgaan met hun personeel. Uit de WEA 2019 blijkt dat vorig jaar 45% van de werkgevers een beleid voerde waarbij zij hun personeel breed inzetten. Dat percentage lag een jaar geleden op 48% en vijf jaar eerder zelfs op 51%.

 

Interne flexibilisering en flexibiliteit, 2019 (Bron: WEA 2019)

Wie wel intern flexibiliseert, doet het goed

De bedrijven die hun werknemers in sterke tot zeer sterke mate vrij laten beslissen over hun werk neemt wel toe. Er zijn daarbij flinke verschillen per sector. In de ICT, zakelijke en financiële dienstverlening en de zorg ligt het percentage substantieel hoger dan gemiddeld. In de landbouw, industrie, handel en horeca meer dan 20 procentpunt lager dan gemiddeld.

Interne flexibilisering kan ook door personeel te ‘poolen’ met andere organisaties, schrijven de TNO-onderzoekers. Dat gebeurt nog heel weinig. In 2019 hield slechts 3% van de werkgevers er zo’n arbeidspool op na. Dit percentage is stabiel sinds 2014.

Na de crisis

Al met al daalt dus het percentage organisaties dat zich richt op interne flexibiliteit. Werkgevers zochten flexibilisering tot nu toe vooral ‘buiten de deur’, schrijven de onderzoekers.

Econoom Frans van der Zee van TNO verwacht dat dit na de coronacrisis verandert. Hij ziet dat veel organisaties afscheid nemen van hun uitzendkrachten en zzp’ers. “De noodzaak om interne flexibilisering serieuzer op te pakken is dus groot.”

Scholing van personeel

Training en opleiding zijn belangrijk als je wilt zorgen dat je personeel ook op andere plekken in de organisatie aan de slag kan, benadrukt hij. Hij hoopt dat organisaties meer gaan focussen op scholing.

In 2019 zei slechts 25% van de werkgevers dat driekwart of meer van hun werknemers het afgelopen jaar in werktijd een cursus, training of scholing volgde. Voor bijna 28% van de werkgevers geldt dat minder dan een kwart dit deed. Bij 26% van de werkgevers volgt geen enkele werknemer een opleiding.

3 reacties op dit bericht

  1. Ik pleit ook voor verder verflexen in de zorg; “meer met z’n allen vast voor flex gaan”.

    Intern flexibel-zijn onder vast zorgpersoneel werkt momenteel wel, maar dat is echt alleen dankzij deze coronatijd, merk ik in diverse verpleeg- en verzorgingshuizen waar ik de afgelopen tijd als “externe kracht” ingehuurd word. Nu zijn we met z’n allen (flex-, externe- en vaste krachten) even één hecht “coronateam”. En weet niemand meer waar ‘ie aan toe is, waar welke cliënt ligt en wie er morgen nog leeft… Er is nu geen cruciale meerwaarde meer van de vaste kracht ten opzichte van de externe kracht vanwege de chaos in sommige woon-zorgcentra en verpleeghuizen.

    Maar zodra de rust is weergekeerd…
    Voel en hoor ik op de werkvloer tijdens de overdrachten al van de vaste krachten dat ze hunkeren naar hun oude stekkie; hun bekende cliënten en bijbehorende ziektebeelden en hun vertrouwde afdeling met de ingesleten gewoontes en regels.

    Het zou mooi zijn als al het vaste zorgpersoneel vanaf deze coronatijd standaard 20% van zijn uren per week inlevert en voortaan “voor vast flex wordt ingeroosterd”.
    Dan blijft er nl. waardering bestaan voor de bijzondere kracht van de flexzorgverleners (extern via al dan niet bemiddelde zzp’ers en uitzendkrachten, en intern via de eigen flexpool) die overal en nergens staan en die juist dáárdoor bergen ervaring opdoen, vooral ook in de omgang (én het claim- en hospitaliseringsgedrag) van cliënten die, al dan niet bewust, geneigd zijn misbruik te maken van hun verworven “recht op continuïteit van zorg” in de vorm van vaste gezichten. Én blijft de kracht van vaste teams daarnaast, m.n. de EVV-taken bijv., wat de continuïteit van zorg voor de cliënten/bewoners, ook gewoon bestaan.

    Méér flex in de zorg dus; zowel via de interne flexpool als via de externe inhuur. Volgens mij houdt iedereen het zo veel langer vol, is er meer waardering over en weer op de werkvloer en staat iedereen meer open voor andere (frisse) ideeën en meningen.
    Dan is er geen gezeur meer wat er nu wel of niet precies uitgevoerd is in een nachtdienst, maar overstijgen de ochtendoverdrachten dit. Zie je het nut ervan in en kun je als zorgverlener bijvoorbeeld meerdere verschillende aanpakken bespreken. Ben je veel meer met je vakgebied, en de zorgdoelen van een cliënt bezig, dan met wie nu wel of niet de spoelkeuken op orde heeft, de medicijnkar schoongemaakt heeft of alvast iemand in de nacht voor de ochtendploeg gedoucht heeft….

    “Met z’n allen vast voor flex gaan”, óók na de coronatijd!

  2. “Interne flexibilisering kan ook door personeel te ‘poolen’ met andere organisaties”…dat heb ik ook wel eens geprobeerd tussen rechtspersonen onder dezelfde holding, maar liep direct tegen de regels van het ‘uitzenden van personeel’ aan…volgens mij mag je niet eens personeel tussen 2 rechtspersonen laten wisselen zonder het risico te lopen op allerlei sancties achteraf omdat je geen ‘uitzendvergunning’ hebt…

  3. Er is in Nederland in geen geval sprake van doorgeslagen flex! Integendeel.
    En door flexibiliteit plotseling wendbaarheid te noemen toon je alleen maar aan dat er nog een heel stuk verder geflexibiliseerd zal worden.
    Als je iets wilt doen aan de rechtspositie of inkomenspositie van jongeren of van flexwerkers, doe dat dan! Maar niet door iedereen weer terug te duwen in een vast dienstverband. De WAB maakt flexwerk een stuk duurder zonder dat de flexwerker er ook maar iets mee opschiet. Alleen de belasting en premies nemen toe. Dat is meer dan een denkfout van de overheid. Het is een schande.