"Exploring the future of work & the freelance economy"
SLUIT MENU

Praktijkorganisaties doen voorstel voor orde op de arbeidsmarkt: uurtarief geeft doorslag bij twijfel of iemand als zzp’er mag werken

Werken via een bemiddelaar? Dan moet je tenminste hetzelfde verdienen als een werknemer. En de echte zzp’er heeft altijd een hoger uurloon dan de gemiddelde medewerker. Dat zijn een paar concrete aanbevelingen van het Platform Toekomst van de Arbeid.

Het Platform Toekomst van Arbeid (PTA) overhandigde dinsdag een rapport vol aanbevelingen aan minister Wouter Koolmees (Sociale Zaken) om de arbeidsmarkt in balans te krijgen. De initiatiefnemers noemen het een vervolg op het eindrapport van de commissie Regulering van Werk onder leiding van Hans Borstlap.

‘Breder dan Borstlap’

Sieto de Leeuw (ABU) en Anne Megens (AWVN) overhandigen rapport aan minister Koolmees

Borstlap en zijn commissieleden presenteerden in januari het rapport In wat voor land willen we werken. De voorstellen van de commissie zouden een zeer forse impact hebben op werkgevers, werknemers en zelfstandigen, dus de commissie wil graag dat zij meedenken voordat het kabinet ermee aan de slag gaat. Borstlap riep allerlei belanghebbende partijen op over zijn eindrapport in gesprek te gaan en eventueel met betere suggesties komen. 

Dat is precies wat PTA doet. Dit verbond van tientallen organisaties – van werkgevers en verzekeraars tot onderwijs- en uitzendpartijen – presenteert een rapport met concrete, doorgerekende voorstellen die in totaal 140.000 extra fulltime banen en meer arbeidsproductiviteit moeten opleveren. Anne Megens van werkgeversvereniging AWVN is één van de betrokken partijen: “Dit is een voorstel vanuit de praktijk.”


Wat is het Platform Toekomst van Arbeid?

Het Platform de Toekomst van Arbeid noemt zichzelf een ‘maatschappelijke alliantie’, een coalitie van publieke en private partijen. Initiatiefnemers zijn Aart van der Gaag, Hans Kamps, Fred van Haasteren en vertegenwoordigers van ABU, Cedris, Goldschmeding Foundation, MBO Raad, NRTO, AWVN, Verbond van Verzekeraars en Kindcentra 2020.


De commissie wil nieuwe regels en wetten die zorgen dat alle werkenden recht hebben op scholing en verzekerd zijn tegen arbeidsongeschiktheid. “Ons voorstel is breder dan dat van Borstlap”, vertelt Megens. “In het rapport staan ook voorstellen die te maken hebben met kinderopvang en de combinatie arbeid en zorg. Denk bijvoorbeeld aan 5 maanden ouderschapsverlof voor alle werkenden, ook zzp’ers.”

Drie gelijkwaardige contractvormen

Daarnaast pleiten de coalitieleden voor een ‘orderlijke arbeidsmarkt’ met drie contractvormen:

  • Arbeidsovereenkomsten voor bepaalde of onbepaalde tijd voor werknemers
  • Uitzendcontracten en andere (nieuwe) contractvormen via derden, zoals payroll en werken via online platformen. Uitgangspunt is dat deze (nieuwe) vormen zoveel als mogelijk gelijk aan uitzendwerk gereguleerd moeten worden en voldoen aan dezelfde principes, zodat hier een gelijk speelveld zal ontstaan.
  • Opdrachtovereenkomsten. Dat zijn contracten voor zelfstandig ondernemers die hun eigen arbeid aanbieden als dienst of product.

De ene contractvorm is niet beter dan de ander, schrijft de PTA. In een interview met ZiPconomy zei mede-initiatiefnemer en directeur van de Algemene Bond Uitzendondernemingen (ABU) Jurriën Koops: “Ons voorstel is geïnspireerd op dat van de commissie Borstlap die drie rijbanen voorstelt: loondienst, uitzend en ondernemen. Wij zien die uitzend-baan als een brede, volwaardige rijweg met meerdere vormen van driehoeksrelaties. Bijvoorbeeld ook arbeidsbemiddeling via platformen.”

Niet werknemer tenzij, maar werknemer als

De commissie Borstlap stelt een ‘werknemer, tenzij’-principe voor. Dat houdt namelijk in dat als iemand eigen arbeid verricht tegen een beloning, hij werknemer is. Tenzij hij kan aantonen dat hij zelfstandige of uitzendkracht is.

“Wij pleiten voor ‘werknemer, als’, ‘zelfstandige, als’ en ‘uitzend, als’,” zegt Koops. “Het principe ‘werknemer’, tenzij’ houdt namelijk ook in dat je moderne arbeidsvormen niet erkent. Dat is onverstandig, want dan kun je ze ook niet reguleren.”

Criteria voor ondernemerschap

De PTA wil heldere definities van de ondernemer, de werknemer en de uitzendwerknemer. Bij zelfstandig ondernemers die hun eigen arbeid verkopen is dat lastig, weten ze. Daarom hebben ze in plaats van een definitie drie criteria verzonnen. Als je aan minstens één van de drie voldoet, ben je ondernemer:

  1. Je doet betekenisvolle investeringen in kapitaalgoederen
  2. Je hebt mensen in dienst
  3. Je verdient meer per uur dan vergelijkbare werknemers.

Werknemer of zzp’er? Uurloon geeft de doorslag

Megens: “Wat ons betreft is de beloning de belangrijkste indicatie voor zzp-schap. Want zzp’ers moeten zelf reserveren voor hun oude dag, vakantie en momenten wanneer ze minder opdrachten hebben. Hun tarief moet dus altijd hoger liggen dan dat van een werknemer.”

De beloning is vooral belangrijk als het gaat om zzp’ers die hun eigen arbeid verkopen. Het platform vindt dat de uurbeloning zwaar moet wegen als het erop aankomt een ‘ondernemer van eigen arbeid’ juridisch te onderscheiden van een ‘werknemer’.

Hoe zit dat als een zzp’er geen uurtarief heeft, maar bijvoorbeeld een prijs rekent per opgeleverde video of geschreven artikel? En wat als de ondernemer verder niemand in loondienst heeft? Dat weet het platform ook nog niet.

“We moeten hier nog wel verder over discussiëren, want in de praktijk zal het lang niet altijd makkelijk zijn om vast te stellen dat een zzp’er meer verdient”, zegt Megens.

Het platform stelt voor dat de overheid jaarlijks een loonkostenoverzicht publiceert, mede op basis van cao’s. Werkgevers die ondernemers een tarief betalen dat hoger is dan de hierin gepubliceerde arbeidskosten, zijn er zeker van een overeenkomst van opdracht te hebben afgesloten. Als dat niet zo is bestaat het vermoeden van schijnzelfstandigheid. Dan moeten de partijen op een andere manier bewijzen dat de opdrachtnemer als zzp’er gewerkt heeft.

Eén werkendenkorting

Het draait er allemaal om dat werkenden en werkgevers kiezen voor een flexibel contract vanwege de aard van het werk of de vrijwillige keuze om als ondernemer te werken. Niet omdat het goedkoper is of om arbeidsvoorwaarden te ontwijken, vertelt Megens.

“We willen oneigenlijke prikkels uit het systeem halen”, zegt ze. “Daarom moet er één werkendenkorting komen, in plaats van de zelfstandigen -en mkbaftrek. Dat zorgt voor een gelijk speelveld tussen werknemers en zelfstandigen. Met een werkendenkorting verlaag je de drempel naar de arbeidsmarkt, zonder een bepaalde groep te bevooroordelen.”

Meer flexibiliteit van vaste medewerkers

Het platform pleit ervoor dat organisaties niet alleen externe flexwerkers inhuren om in te spelen op drukke en rustige periodes, maar ook intern flexibeler worden. 

Werknemers met een vaste arbeidsovereenkomst moeten bijvoorbeeld meer bijscholen om zo (flexibel) inzetbaar te blijven, binnen én buiten de eigen organisatie. Dat zou de werkgever moeten verplichten en daar ook voor moeten betalen.

Flexibele contracten en roosters

En het moet makkelijker worden om het rooster en de werktijden van werknemers aan te passen. Bijvoorbeeld met een ‘jaarurencontract’, waarin per jaar het aantal te werken uren vastligt, net als de beloning, maar de inzet van deze uren flexibel is. Verder kan de werkgever de arbeidsovereenkomst eenzijdig wijzigen onder ‘uitzonderlijke omstandigheden’.

Het concrete plan: de werkgever mag de arbeidsomvang met maximaal 20 procent inkorten. Bij wijze van compensatie betaalt de werkgever de werknemer dan gedurende de eerste drie maanden 90 procent van het salaris door en gedurende de tweede 3 maanden 85 procent. Megens: “Als een organisatie zich gedwongen voelt het personeelsbestand in te krimpen, ontstaat zo de mogelijkheid om vijf mensen 20 procent minder te laten werken, in plaats van één collega te ontslaan.”

Piek, ziek en uniek

Daarbij willen ze externe flex verder reguleren door een langere opzegtermijn voor werkgevers en een verbod op nulurencontracten. Met externe flex bedoelen zij ook driehoeksrelaties, zoals werken via een bemiddelaar of online platform.

“Externe flex moet ingezet worden zoals het bedoeld is: bij piek, ziek en uniek”, zegt ze. “En dat betekent dus dat de rafelranden van flex af moeten, waaronder dus afschaffing van het nulurencontract.”

Met het rapport spreekt de PTA vooral het volgend kabinet aan, omdat er veel wetswijzigingen nodig zijn. En daar heeft dit kabinet geen tijd meer voor. “Toch is het verstandig om nu al aan de slag te gaan, daarom hebben we het rapport ook aangeboden aan minister Koolmees”, zegt Megens. “Denk bijvoorbeeld aan een ontwikkelbudget en focus op levenslang ontwikkelen. In de coronacrisis stelt het kabinet geld beschikbaar voor ontwikkeladvies, om- en bijscholing voor zzp’ers en werknemers. Het zou een gemiste kans zijn om hier niet op door te pakken.”

4 reacties op dit bericht

    • Ik moest er zelfs gewoon om lachen. Met dit soort adviezen van adviesgroepen (lees belangenbehartigers) gaan we niks verder komen.

      Aan de andere kant irriteert dit me ook en zit er nu serieus aan te denken om ook maar eens een advies (in grote lijnen overeenkomend met commissie Boot, 2017) te gaan opstellen en dit te gaan opsturen naar o.a. politieke partijen. Want vanuit de belangenbehartigers verwacht ik niks realistisch meer.

  1. Veel werk is niet uren gebaseerd. Denk aan no cure no pay opdrachten, of het het met licenties aan een opdrachtgever beschikbaar stellen van zelf gemaakte software e.d.

  2. Ik zou wel wat meer creativiteit willen zien in de voorstellen. Ik ben het eens met de commissie Borstlap . Daarin werd al gesteld het verschil tussen vast en flex kleiner moest worden. Inmiddels wordt die toenemende druk op flexwerkers zelfs omschreven als een nieuwe ‘sociale kwestie’. Die creativiteit kan komen van dat beetje LSD bijvoorbeeld https://www.zipconomy.nl/2019/08/microdosering-met-zn-allen-aan-de-lsd-op-de-werkvloer/. Wellicht dat dat helpt inplaats van ouwe wijn in nieuwe zakken politiek. En doekjes (borstlapjes) voor het bloeden?

    Ook ben ik net zo kritisch als de commissie op de afgelopen kabinetten. Zij hebben toegestaan dat de arbeidsmarkt een markt werd waarin de ‘zwakste schouders in feite de zwaarste lasten’ dragen. Zorg er nu eens voor dat organisaties gestimuleerd worden om mensen langer in dienst te houden.

    Dat kun je bijvoorbeeld doen door enorme stimulaties te geven aan werkgevers die studies bevorderen van hun werknemers < onder de 30 jaar. Daardoor is het interessant om mensen in vaste dienst te houden. Zo kunnen jongeren weer eens een beetje financiële beslissingen voor de lange termijn gaan nemen. Kinderen bijvoorbeeld, want die worden er ook veel te weinig geboren.