ABU 31 juli 2020 4 reacties Print Wie durft malafide uitzenders echt aan te pakken?Zonder handhaving vanuit de overheid faalt elke aanpak van malafide uitzenders betoogt Tugba Karabulut. De ABU presenteerde begin dit jaar een plan voor een kwaliteitsimpuls van de uitzendbranche. Daarbij hebben we hulp van de overheid hard nodig. Lees hier haar column. Bent u malafide uitzendondernemers die hun werknemers uitbuiten en het imago van de gehele uitzendbranche beschadigen ook zo beu? We kennen allemaal de voorbeelden van m.n. misstanden rondom arbeidsmigranten. Soms werden er fouten gemaakt en soms werd willens en wetens door uitzenders en/of opdrachtgevers de wet overtreden om over de rug van werknemers extra geld te verdienen. Met allerlei gezondheidsrisico’s voor personen en onze samenleving van dien. Onacceptabel. Als we het er allemaal over eens zijn dat dit niet mag gebeuren, is de volgende vraag: wat gaan we er samen aan doen? Dan wordt het interessant. Door sommige partijen wordt al snel een vergunningsplicht voor uitzenders als een soort wondermiddel gepresenteerd. Het woord ‘vergunningsplicht’ roept immers een daadkrachtig en effectief beeld bij anderen op, het staat mooi in de kop van een nieuwsbericht en zelfs op Twitter heb je zelden zo weinig woorden nodig om een statement te maken. Het is alleen jammer dat de vergunningsplicht in 1998 onder andere is afgeschaft omdat het geen oplossing bleek te zijn voor malafiditeit. Het beeld komt dus niet overeen met de werkelijkheid. Het is hoog tijd om malafide ondernemers aan te pakken via nieuwe, creatieve en effectieve maatregelen. Niet met halve oplossingen uit het verleden. Daarom heeft de ABU een plan gepresenteerd. Laat er geen twijfel over bestaan: wij staan vooraan als het gaat om het opschonen van de uitzendbranche. Wij nemen onze verantwoordelijkheid om het kwaliteitsniveau te verhogen. Dit kunnen wij echter niet alleen. Om sommige maatregelen te treffen, hebben we wetgeving en dus de hulp van politiek Den Haag nodig. Een deel van onze voorstellen kan daar rekenen op steun. Als het gaat om een cruciaal onderdeel van elke aanpak van malafiditeit blijft het echter opvallend stil; handhaving. Zonder periodieke controles door de overheid van niet-gecertificeerde uitzenders die momenteel vrij spel hebben, faalt elke aanpak. De pakkans moet worden vergroot. Anders blijft iedereen gewoon zijn gang gaan. Logisch, toch? Hiervoor is een uitbreiding van de inspectiecapaciteit en dus extra geld nodig. Dit is een politieke keuze. Ook moet fors worden ingezet op een persoonsgerichte aanpak om beruchte ondernemers voor eens en altijd uit de uitzendbranche te weren. Een bestuursrechtelijk bestuursverbod kan hieraan bijdragen. Met de landelijke verkiezingen op komst is daarom mijn vraag: wie durft malafide ondernemers echt aan te pakken? Schande spreken over misstanden lost niets op. De daad moet nu bij het woord worden gevoegd. Laten we hier samen een eind aan maken. Tugba Karabulut beleidsmedewerker Politiek en Recht – ABU ABU, wetgeving Print Over de auteur Over ABU De ABU is de Algemene Bond Uitzendondernemingen. Op deze plek delen verschillende experts van de ABU hun kennis of mening. Bekijk alle berichten van ABU
Deze discussie over de aanpak van malafide uitzendbureau’s duurt al minstens 20 jaar. Het is een grof schandaal dat er nog niet endgültig tegen opgetreden is en te triest voor woorden dat dit vandaag de dag nog steeds een agendapunt is.
Ik geloof in deze oproep, maar besef tevens dat dit een heel oud en inmiddels nogal grote en complexe uitdaging is. Met heel veel economisch gemotiveerde ‘verhulling’, ‘grijs’ en ‘mist’. Hopelijk komt dit besef en die maatschappelijke schade-aanpak terug in politieke doelstellingen en uiteindelijk een regeerakkoord. Immers, kán dit door anderen dan wetgever, regering en uitvoeringsorganen worden aangepakt? In telegramstijl de historie tot heden. 1) In de jaren 60 van de vorige eeuw is er antimisbruikwetgeving ingevoerd in de sociale verzekeringen: de anti-koppelbazenwetgeving, alleen bedoeld voor de premies werknemersverzekeringen inclusief toen de ziekenfondswetpremie. (artikel 16a coördinatiewet soc. verz.). Sindsdien was uitlenen van arbeidskrachten ook vergunningplichtig. Dat werd in 1998 – om wat moeilijk te begrijpen redenen – afgeschaft. Er waren toen ongeveer 1.400 vergunninghouders. 2) Toen de koppelbazen vaker begonnen te beweren dat het geen uitlenen, doch aangenomen werk was zijn per 1 juli 1982 de ketenaansprakelijkheidsbepalingen ingevoerd voor Loonheffing, werknemersverzekeringen en zfw.. Ook de fraude met de omzetbelasting werd gekoppeld (de verleggingsregeling). De inlenersaansprakelijkheid geldt sindsdien ook voor de wet op de loonbelasting. Ook de geblokkeerde rekening werd ingevoerd. 3) In 1987 is daaraan de bestuurdersaansprakelijkheid – WBA en WBF – toegevoegd. 4) Het juist duiden van een arbeidsverhouding is met alle regeltjes in Nederland een hele kunst. 5) Recentelijk heeft de advocaat generaal van de HR daar een duidelijke beschouwing aan gewijd. Praktisch vertaald: ‘de werkelijkheid gaat voor de schijn’. 6) Al langere tijd beweert men in de uitleenbranche op grotere schaal dat het mogelijk is om ook zzp’ers uit te lenen. Ik acht het niet uitgesloten dat ook ABU-leden beweren dat dat kán & ook doen. Kortom, die massale complexiteit van honderdduizenden arbeidsverhoudingen, waar veel Euro’s in omgaan, leidde vermoedelijk mede tot de var- en dba-problematiek. En de huidige impasse. We zijn nooit te oud om te leren door de vele bomen het bos weer te gaan zien. En dat zorgvuldig te beheren.
Deze column dramt wel heel hard door richting oplossingen. Wat is nu precies het probleem? Welke perspectieven hebben betrokkenen op dat probleem? Hoe vaak komt het probleem voor? En als dat vaker is dan incidenteel, is het wegreguleren van een deel van de uitzenders dan wel een geschikte oplossing? Of zou dat uiteindelijk vooral gunstig zijn voor de jongens en meisjes van de ABU?