Claartje Vogel 4 november 2020 2 reacties Print Verkiezingswinst in VS voor Lyft en Uber: platformbedrijven hoeven geen freelancers in dienst te nemenEen meerderheid van de kiezers in de Amerikaanse staat Californië stemt in met Proposition 22, een uitzonderingswet voor bedrijven in de platformeconomie. Dat betekent dat techbedrijven als Uber en Lyft freelancers niet in dienst hoeven nemen.In Californië zijn er al duidelijke winnaars van de Amerikaanse verkiezingen: techbedrijven Uber, Lyft en DoorDash. Zo’n 58% van de kiezers steunt hun voorstel voor een uitzondering op de werkgeverswet. De drie platformbedrijven kwamen met Proposition 22, een voorstel om techbedrijven uit te zonderen van de omstreden AB5-wet (zie hier voor het volledige voorstel). Deze werkgeverswet geldt sinds 1 januari 2020 en maakt het een stuk lastiger om te werken met zelfstandigen. Freelancers moeten in Californië aan drie voorwaarden (A, B, C) voldoen voordat ze een opdracht als zelfstandige mogen uitvoeren: ze bepalen zelf hoe en wanneer ze werken, ze doen niet hetzelfde werk dat werknemers in loondienst verrichten bij hetzelfde bedrijf en ze werken ook voor andere opdrachtgevers. Zij moeten aan alle drie de voorwaarden voldoen. Zo niet, dan is er sprake van schijnzelfstandigheid (Lees meer overAB5 wet). Voor bijvoorbeeld de freelance-taxichauffeurs die rijden via apps als Uber en Lyft is dat vrijwel onmogelijk. Die bedrijven zouden de chauffeurs dus in dienst moeten nemen en werkgeverskosten moeten betalen. Proposition 22: een tussencategorie voor platform-freelancers Daar waren Uber, Lyft en maaltijdbezorgapp DoorDash het niet mee eens. Daarom kwamen ze met een voorstel voor een uitzondering op de wet voor digitale platformen, Proposition 22. In dit voorstel staat dat digitale platformen freelancers niet in dienst hoeven te nemen, maar ze wel minimumtarieven en een toelage voor ziektekosten moeten betalen. Platform-zzp’ers krijgen dus minder bescherming dan werknemers, maar meer dan andere zelfstandigen. Hiermee ontstaat er een soort tussencategorie. En daarmee besparen alleen Uber en Lyft al zo’n 100 miljoen dollar per jaar aan werkgeverskosten. Recordbedrag aan lobby De techbedrijven hadden dus flink wat te winnen met dit wetsvoorstel. Zij staken dan ook een recordbedrag in de lobby. Maaltijdapps DoorDash en PostMates, boodschappenbezorger InstaCart en taxi-apps Uber en Lyft gaven samen 200 miljoen dollar uit aan de campagne. De tegenstanders waren voornamelijk vakbonden en die hadden flink minder te besteden, ongeveer een tiende van dat bedrag. Onder platformwerkers zelf zijn zowel pro- als anti-actiegroepen te vinden. Presidentskandidaat Joe Biden is uitgesproken tegenstander van ‘Prop22’. Hij noemde het voorstel ‘onacceptabel‘. Tegelijkertijd met de Amerikaanse presidentsverkiezingen mochten inwoners van Californië stemmen over het voorstel van de platformeconomie. Bijna 58 procent steunt het voorstel en het is daarmee aangenomen. Dara Khosrowshahi, ceo van Uber, schrijft aan de chauffeurs dat zij hun minimumtarief en toelage voor ziektekosten ‘zo snel mogelijk’ ontvangen. Lees ook: Californië stemt vandaag ook over de toekomst van de gig-economy AB5, Proposition 22, Verenigde Staten Print Over de auteur Over Claartje Vogel Claartje Vogel is redacteur bij ZiPconomy Bekijk alle berichten van Claartje Vogel
Taalfout: HUN freelancers….zoals je kunt lezen….het zijn freelancers …en….die zijn van niemand….dat zijn vrije ondernemers…….!!!!!
@Arie Met u eens, slavernij is verboden, dus iedereen hoort vrij te kunnen leven en werken. Maar een nuancering wil ik graag delen. In overzichtelijke stappen. Omdat er door de ontwikkeling van de Nederlandse arbeidsmarkt en 15 jaar VAR-gebruik iets ontstaan is, waar nu bijvoorbeeld wat emotie en onduidelijkheid over bestaan. 1) De benaming, het label, de sticker, de kwalificatie die aan een onderwerp wordt gegeven, is nooit perfect. En soms niet (geheel) juist. 1a) Een zekere @realDonaldTrump in de USA deelt daar via twitterberichten en andere communicatie talloze zeer leerzame voorbeelden over met ons. 2) Het zal u voorts niet ontgaan zijn dat de Hoge Raad in Nederland vorige week een interessante uitspraak gedaan heeft, over het oordelen of er wel of niet sprake is van ondernemerschap. Mijn kernachtige samenvatting daarvan: ‘De werkelijkheid gaat vóór de schijn’. 3) En omdat de realiteit vaak subjectief wordt beleefd, zijn er weer rechters om recht te kunnen spreken. ‘Geef mij de feiten, dan geef ik u het recht’ zei ooit eens een rechter.