Han Mesters 16 april 2021 0 reacties Print Thuiswerken lijkt dalende arbeidsproductiviteit te kerenDe coronacrisis heeft het onderwerp productiviteit weer volop in de belangstelling gezet. Uit recent onderzoek van de TU Delft en TU Eindhoven onder ruim 40.000 kantoorwerkers blijkt dat een meerderheid van de thuiswerkers zichzelf thuis productiever vindt dan op kantoor, schrijven Han Mesters en Ingrid Laane (ABNAMRO) Door het gedwongen thuiswerken valt een groot deel van de ‘stroperigheid’ van het werk weg. Reistijd, lange vergaderingen, gesprekken bij de koffieautomaat en lange lunches, het zijn allemaal voorbeelden van niet-productieve bezigheden. Niet alleen bij kantoorbanen kan het werken op afstand de productiviteit verhogen, zo laat een voorbeeld van chipmachinefabrikant ASML zien. Tot voor kort reisden onderhoudsmedewerkers zelf naar klanten in Azië en de Verenigde Staten. Het afgelopen jaar was dit niet mogelijk en werden instructies aan lokale medewerkers op afstand gegeven, via internet en met behulp van camerabeelden. Dergelijke instructiesessies duren gemiddeld vier tot acht uur, waar het voorheen alleen al 36 uur koste om in Zuid-Korea te komen, zo schreef dagblad Trouw onlangs. De arbeidsproductiviteit neemt hierdoor op het eerste gezicht toe. Toenemende productiviteit, maar niet in Nederland De vraag is nu in hoeverre de perceptie van de 40.000 onderzochte kantoormedewerkers juist is en betekent dat de arbeidsproductiviteit sinds het uitbreken van de pandemie daadwerkelijk in zijn geheel is toegenomen. Daarvoor kunnen we kijken naar de bruto toegevoegde waarde per gewerkt uur: een gangbare definitie voor het meten van arbeidsproductiviteit. Wat opvalt is dat sinds de uitbraak van de coronacrisis de productiviteit in een aantal landen om ons heen is toegenomen, zoals blijkt uit een analyse van Henrique Schneider, hoofdeconoom van de Zwitserse federatie van midden- en kleinbedrijf. Tussen het vierde kwartaal van 2019 en het tweede kwartaal van 2020 nam in Zwitserland het bruto binnenlands product (bbp) per gewerkt uur toe met meer dan 25 procent. In Oostenrijk was de toename zelfs 28 procent en in Duitsland, Frankrijk en de Verenigde Staten was sprake van een productiviteitsgroei van respectievelijk 12, 11 en 10 procent. Volgens Schneider zijn bedrijfsprocessen door toedoen van de coronacrisis geoptimaliseerd, en is daarmee de productiviteit toegenomen. Is in deze landen sprake van een trendbreuk? Het beeld van een zwakkere productiviteitsgroei zagen we immers de afgelopen decennia in de gehele westerse wereld. Opmerkelijk is dat Nederland zich aan de recente omslag lijkt te onttrekken en er daarom vooralsnog geen sprake is van een trendbreuk. Recente cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) laten zien dat de arbeidsproductiviteit ook in 2020 licht is afgenomen. Een trend die al sinds 2017 gaande is. Hiërarchische cultuur, maar niet in Nederland Een mogelijke verklaring voor het verschil tussen Nederland en bijvoorbeeld Zwitserland, Oostenrijk en Frankrijk is dat de bedrijfscultuur in dergelijke landen hiërarchischer is. Het is denkbaar dat door het thuiswerken de hiërarchie voor een deel wegvalt en er daardoor efficiënter gewerkt wordt. Voor Nederland, dat veel minder hiërarchisch is, is het lastiger om een grote efficiencysprong te maken. Nederland heeft die slag immers al lang geleden gemaakt en scoort bovengemiddeld goed, zoals blijkt uit een eerdere publicatie van ABN AMRO. Bovendien is het denkbaar dat de toename van de arbeidsproductiviteit in de ons omringende landen samenhangt met het relatief hoge aantal ontslagen in vergelijking met Nederland. Daarnaast hebben landen verschillende coronabeperkende maatregelen ingezet die per sector uiteenlopende gevolgen hebben gehad voor omzet en investeringen Mogelijk zijn in Nederland de productiviteitsvoordelen van thuiswerken pas later te zien; het grootste experiment over werk dat ooit heeft plaatsgevonden is immers nog in volle gang. Sowieso geldt dat 2020 een lastig jaar is om de productiviteitsontwikkeling te kunnen duiden. Op vele vlakken hebben zich vorig jaar namelijk veranderingen voorgedaan waarvan de structurele gevolgen op de arbeidsproductiviteit pas op termijn blijken. Of het thuiswerken en andersoortige institutionele vernieuwingen op termijn voor een hogere arbeidsproductiviteit gaat zorgen, is dus nog ongewis. Alles wijst er nu op dat werken op afstand tot meer efficiëntie leidt, maar mogelijk blijkt dat fysiek contact toch doorslaggevend is voor het hebben van een gezonde en productieve werkomgeving. Nu het herstel van de economie is ingezet, kunnen bedrijven volop de lessen over thuiswerken analyseren. ABN AMRO, covid-19, onderzoek Print Over de auteur Over Han Mesters Han Mesters is Sector Banker bij ABN AMRO. Hij is binnen de afdeling Sector Advisory van ABN AMRO verantwoordelijk voor de Zakelijke Dienstverlening. Han geeft regelmatig presentaties over trends in zijn sector en is een actieve gebruiker van social media. Hij heeft een aantal rapport geschreven over human capital omdat dat onderwerp het bindende element is in zijn sector. Han is bedrijfskundige en economisch historicus en heeft als specialisatie strategie. Bekijk alle berichten van Han Mesters