Edward Belgraver 27 juli 2021 6 reacties Print Inhoudingsplichtigen-verklaring rekent af met intransparante inhuurmarktDe huidige inhuurmarkt is intransparant en faciliteert het werken met lange ketens waarbij marges opgestreken worden door partijen die geen echte toegevoegde waarde leveren. Dat is slecht voor werkgevers en werkenden. Gelukkig is er een eenvoudige manier om aan deze ongewenste situatie een einde te maken: De inhoudingsplichtigenverklaring!Het eerlijk en transparant maken van de arbeidsmarkt zie ik al jaren als een grote uitdaging (lees daarover onder meer dit interview dat ik eerder gaf aan ZiPconomy). Gelukkig is er een groeiende beweging die vragen stelt bij het gebrek aan transparantie, dat bijvoorbeeld wordt veroorzaakt doordat (te) veel partijen onderdeel zijn van de inhuurketen. Voor opdrachtgever en opdrachtnemer is het daardoor vaak onduidelijk wie de afdrachten doet en hoe die afdrachten zijn geregeld. Een voorbeeld: een groot bedrijf heeft 20 ICT’ers nodig en doet een aanbesteding. Een groot uitzendbureau schrijft in en geeft aan die 20 ICT’ers te kunnen leveren. Je zou denken dat dat uitzendbureau, laten we het bureau A noemen, zelf die ICT’ers gaat leveren, maar dat is niet zo. Bureau A heeft ze zelf niet, dus roept Bureau B in. Maar Bureau B heeft ze ook niet, en schakelt Bureau(tje) C in. Bureautje C heeft een deel van de mensen en doet de afdracht of werkt met zzp’ers. Maar Bureautje C doet niet mee aan de aanbesteding, want daarvoor is Bureautje C te klein. Nadelen Dit soort constructies hebben allerlei nadelen: alle bureaus in de keten vragen een stuk marge, ook de bureaus die geen enkele waarde toevoegen. En door een volstrekt gebrek aan transparantie heeft de opdrachtgever geen idee hoeveel marge hij eigenlijk betaalt en – minstens net zo erg – wie de afdrachten doet. En als het even tegenzit, loopt de opdrachtgever het risico dat hij zelf door de Belastingdienst aansprakelijk wordt gesteld voor de afdrachten. Door een volstrekt gebrek aan transparantie heeft de opdrachtgever geen idee hoeveel marge hij eigenlijk betaalt Er is dus een onduidelijk speelveld en de overheid probeert van alles te doen om dat speelveld een beetje te reguleren. Nu weer met de webmodule. Maar wat doet die webmodule? Die zorgt ervoor dat de inspecteur van de Belastingdienst ACHTERAF kan bepalen of er sprake is van een oneigenlijk dienstverband. Ook dat is een ongewenste situatie. Waarom zorgen we – in het belang van werkgever en werkende – niet dat VOORAF vaststaat of iemand wel of niet als zelfstandige kan worden ingehuurd? Resumerend: de huidige inhuurmarkt is intransparant en faciliteert het werken met lange ketens waarbij marges opgestreken worden zonder echte toegevoegde waarde. Dit gaat ten koste van de werkenden en de opdrachtgevers en het stimuleert morbide businessmodellen en toenemende risico’s. Nu het goede nieuws: De manier om aan deze ongewenste situatie een einde te maken is er al! De inhoudingsplichtingenverklaring (IPV). Kijk maar naar de artiestenwereld. Impresariaten, boekingsbureaus en verloningsbureaus hebben een IPV, waarmee de opdrachtgever wordt vrijgesteld van de verplichting om loonheffingen en premies werknemersverzekeringen in te houden. En: bij de factuur staat vermeld wie de inhoudingsplichtige is. Deze verklaring wordt voor vijf jaar afgegeven door de Belastingdienst, die hiermee de opdrachtgever onvoorwaardelijk vrijwaart. Bij de factuur is een IPV verplicht en hierop staat vermeld wie dus verantwoordelijk is voor de afdrachten. Volstrekte helderheid Hoe eenvoudig wil je het hebben: de inhoudingsplichtigenverklaring schept volstrekte helderheid over de vraag wie de afdrachten doet, zorgt dat opdrachtgevers nooit achteraf het risico lopen dat er premies en belastingen worden geëist en voorkomt bovendien dat er intransparante ketens ontstaan waarbij de opdrachtgever in het geval van doorlenen een volgende keer direct met de juiste partij zaken kan doen. Tussenpartijen verliezen hierdoor hun waarde. Je kunt met de inhoudingsplichtigenverklaring ook andere problemen aanpakken, zoals die van schijnzelfstandigheid. Het bureau kan immers geen IPV overleggen wanneer het werkt met zzp’ers. Dit voorkomt dus misbruik. En gaan we een stap verder, dan kun je aan de IPV ook heldere randvoorwaarden stellen, zoals een AOV-verplichting, een minimumeis aan het tarief of een maximale marge. Een ander voordeel is dat je de markt beschermt tegen ‘foute’ partijen. Met de inhoudingsplichtigenverklaring breng je impliciet een vergunningensysteem terug, georganiseerd door de Belastingdienst, en dat maakt controle eenvoudig. Je geeft immers partijen de mogelijkheid om als intermediair inhoudingen te doen en hebt ook de gelegenheid om de vergunning weer in te trekken als ze het spel niet volgens de regels spelen. Om een lang verhaal kort te maken: met zo’n inhoudingsplichtigenverklaring bescherm je op een hele eenvoudige manier de werkende, de opdrachtgever én de Belastingdienst. Met een inhoudingsplichtigenverklaring bescherm je de werkende, de opdrachtgever én de Belastingdienst Als u mij vraagt om een keuze te maken tussen de webmodule (toetsen achteraf, vage en onduidelijke criteria, onnodig ingewikkeld) en de inhoudingsplichtigenverklaring (toetsen vooraf, eenvoudige afspraken, volledige transparantie), dan hoef ik niet lang na te denken: laten we leren van de artiestenwereld en de inhoudingsplichtigenverklaring breed invoeren! Lees ook: “Organiseer werk rond individuen, niet rond werkgevers” inhoudingsplichtigenverklaring, schijnzelfstandigheid, Verloning.nl Print Over de auteur Over Edward Belgraver Edward Belgraver is oprichter en directeur van Verloning.nl Verloning.nl is er voor modern werkenden die zelf de regie nemen over hun inkomsten, maar het zonder gedoe altijd goed geregeld willen hebben voor zichzelf en de organisatie voor wie ze werken. Bekijk alle berichten van Edward Belgraver
Mooi plan en ik ben helemaal voor transparantie. Toch vrees ik dat deze oplossing er niet gaat komen. De belastingdienst wil geen enkel risico lopen en desnoods de opdrachtgever aansprakelijk houden voor afdrachten die door de opdrachtnemer voldaan hadden moeten worden. De wereld op zijn kop lijkt mij. De hele wet ketenaansprakelijkheid is volgens mij het probleem. Er zijn oplossingen genoeg, maar die lijken door onze belastingdienst niet te worden geaccepteerd.
Deze oplossing bestaat al jaren naar volle tevredenheid voor artiesten bureaus. De wereld op z’n kop wanneer we de ketenaansprakelijkheid behouden, om de mark te reguleren omdat deze teveel gebaat is bij een ontransparant inhuur proces. Vertrouwen moet verdient worden en dat begint met verantwoordelijkheid nemen. Laten we de goede belonen met z’n 5 jaars verklaring.
In meer opzichten is de culturele sector voorloper. Bv het percentage zelfstandige professionals schommelt 70%. De verhouding vast/tijdelijk-vrijwillig personeel is in menige culturele organisatie al 20/80 als gevolg vh subsidiebeleid.
Vraagje: werkt de IPV wel of niet met ZZP ers? Je schrijft: Het bureau kan immers geen IPV overleggen wanneer het werkt met zzp’ers Maar in de artiesten sector is dat 70% van de aanbod markt, hoe werkt het dan?
Beste Chris, De IPV zou niet werken voor ZZP-ers met een eenmanszaak. Wanneer je werkt met een eenmanszaak betaal je achteraf via je IB aangifte je inkomstenbelasting en premies. De IPV is gekoppeld aan een loonheffing nummer waar je vierwekelijks of maandelijks vooraf aangifte doet over inkomsten en de belastingen betaald. Met een BV kan dit dus wel, omdat de directeur in dienst is bij zijn BV. In de praktijk De IPV is op dit moment voor artiesten met een bv, boekingsbureaus en verloningsbureaus die uitvoerend artiesten via de voorheffing uitbetalen. De IPV is zoals gezegd gekoppeld aan een loonheffing nummer van een bedrijf dat de artiest administratief ondersteund door hen voor korte duur in dienst heeft. Het bureau stuurt een factuur met IPV naar de opdrachtgever welke daarmee ontheven is van belastingafdrachten en geeft vooraf en gevrijwaard door de Belastingdienst duidelijkheid over wie de afdracht doet. Hopelijk is het zo iets duidelijker. Bedankt voor je reactie.
achtergrond - Bovib scheidt feiten van fictie in paper over handhaving schijnzelfstandigheid voor intermediairs