ZiPredactie 7 maart 2022 0 reacties Print De arbeidsmarkt moet vooruit, niet achteruit!“Wat moet de politiek doen om de arbeidsmarkt in beweging te krijgen?” Dat besprak Hugo-Jan Ruts met Stef Witteveen tijdens de webinar week op donderdag 17 februari 2022.Welke aanbevelingen kunnen we aan minister van Gennip meegeven om te komen tot een succesvol arbeidsmarktbeleid? Daarover interviewde Hugo-Jan Ruts Stef Witteveen tijdens de webinar week van Werf& en ZiPconomy. Als algemeen directeur van Uniforce Solutions, actief bij de Werkvereniging en bij de Vereniging van Detacheerders Nederland (VvDN), heeft Witteveen daarover een uitgesproken mening. En niet geheel toevallig voerde Minister van Gennip van SZW precies op diezelfde dag een hoofdlijnendebat over het arbeidsmarktbeleid. Lees ook het verslag over het hoofdlijnendebat: Minister Van Gennip (SZW): ‘Voor de zomer hoofdlijnenbrief arbeidsmarktbeleid. Krapte op de arbeidsmarkt is groeikans Er zijn goede redenen waarom Van Gennip moet doorpakken met de hervorming van de arbeidsmarkt, vindt Witteveen. De eerste haalt de minister zelf al aan: in haar hoofdlijnenbrief noemt Van Gennip de krapte op de arbeidsmarkt al meteen in de eerste paragraaf na de inleiding. “Ze weet dat ze hier als eerste iets mee zal moeten doen: de drempel naar werk moet omlaag.” Die krapte wordt nu vooral gezien als een probleem, maar eigenlijk moeten we dit zien als een gouden kans, vindt Witteveen. “Er is altijd wel een vorm van mismatch op de arbeidsmarkt. Maar nu is er een mismatch die een geweldige kans biedt. Als we nu 10.000 goede IT’ers zouden kunnen toevoegen aan de arbeidsmarkt van Nederland, dan dragen er meteen 10.000 mensen bij aan de productiviteit van Nederland en dus ook aan de economische groei. En alle andere problemen in je land worden kleiner en beter oplosbaar als er een economische groei is.” Daarvoor moet er een verschuiving komen in de aandacht van de regering, vindt Witteveen: “Mijn grootste kritiek op de huidige regering, en ook op minister van Gennip, is dat ze vooral gaat over geld uitgeven en over geld verdelen. Dat vind ik een heel goed idee, maar besteed alsjeblieft ook wat aandacht aan de manier waarop we met elkaar het geld verdienen.” Duidelijkheid over positie op de arbeidsmarkt Duidelijkheid over hun rechtspositie, dat is volgens Witteveen meer bepaald waar niet alleen de detacheerders maar ook alle andere belanghebbenden op de arbeidsmarkt naar snakken. “Wie zijn we? Wat is onze positie? Waar staan we in de markt?” Dat gebrek aan duidelijkheid is ontstaan door de wetgeving die de afgelopen 10 tot 20 jaar op de arbeidsmarkt is geïntroduceerd. Die is niet succesvol geweest; het is niet gelukt daarmee te bereiken wat we wilden bereiken, zegt Witteveen. Het resultaat noemt hij “een juridische lappendeken, zo’n mozaïek van wetgeving: als je niet door de ene wet gepakt wordt, dan door de andere wel. Gefaciliteerd of geholpen word je door bijna geen enkele wet. Het is een mozaïek van tegenwerking.” Integrale aanpak arbeidsmarkt Hoe zou de nieuwe regering het dan wel moeten aanpakken om die duidelijkheid te creëren? De aanpak van de regelgeving op de arbeidsmarkt moet om te beginnen integraal zijn, zegt Witteveen. “Je moet ruimte creëren en de mensen zo gemakkelijk mogelijk aan het werk laten gaan. Ik denk dat je dan niet vooringenomen de arbeidsmarkt moet gaan juridiseren.” Hij is daarom ook geen voorstander van “maar drie rijbanen”, zoals de commissie Borstlap voorstelt: vaste contracten, uitzendcontracten en contracten met zzp’ers. “Er is geen enkele goede reden om niet te gaan naar zes of zeven rijbanen.” Er is geen enkele goede reden om niet te gaan naar zes of zeven rijbanen. De overheid kan volgens hem beter uitgaan van de principes rechtsgelijkheid, solidariteit en economische groei. “Laten we werken aan het gevoel dat we met zijn allen horen bij een solidariteitsstelsel, dat de bestaanszekerheid en de groei verbetert. Die basisbeginselen zijn meer dan genoeg voor een integrale aanpak.” Wetgeving moet vernieuwend zijn Een tweede vereiste is volgens Witteveen dat de wetgeving vernieuwend moet zijn. “We moeten niet kijken door de achteruitkijkspiegel. De arbeidsmarkt is ingrijpend veranderd sinds bijvoorbeeld 1950 Zo is bijvoorbeeld het begrip gezag heel anders geworden, dat is nu veel meer iets wederkerigs. En je moet op de huidige arbeidsmarkt iedere dag weer iets bijleren, dat is een voorwaarde voor je bestaanszekerheid.” Verbeter het wetgevingsproces Van Gennip wil met veel partijen gaan praten, en niet alleen met de Haagse polder. Dat klinkt goed, maar zijn er dan niet teveel verschillende partijen met teveel verschillende belangen, vraagt Hugo-Jan Ruts? Witteveen schat in dat de polder wel degelijk bereid is om deelbelangen op te offeren voor het grotere, algemene belang. Uit het SER MLT-advies blijkt volgens hem al wel dat werkgeversorganisaties en uitzendbureaus dat aangeven. Ze willen bijdragen aan maatschappelijke doelstellingen zoals rechtsgelijkheid en bestaanszekerheid. “Iedereen op de arbeidsmarkt is op zoek naar duidelijkheid en die duidelijkheid krijgen is belangrijker geworden dan 100 procent je zin krijgen.” Om de vaart erin te houden, ontkomt de minister er ook niet aan om het wetgevingsproces te verbeteren, meent Witteveen. “De vorige ministers wachten veel te lang af tot de polder een standpunt had ingenomen. Je laat je adviseren door de polder, maar als minister ben je zelf verantwoordelijk en moet je ook kijken naar de praktijk, naar de uitvoerbaarheid.” Webmodule gemiste kans De kans dat er binnen twee jaar een vervanging voor de Wet DBA ligt, is klein. Een wetgevingstraject kost immers tijd. Bovenal heeft Van Gennip nog niet direct aangegeven welke kant het op zou moeten gaan. Maar dat wil niet zeggen dat er op korte termijn niets zal gebeuren. De Wet DBA is er nog, de handhaving daarvan kan intensiever worden en er ligt nog een webmodule. Die webmodule zou bijvoorbeeld op korte ingevoerd kunnen worden, ook als handhavingsinstrument. Daar is immers geen wet voor nodig, constateert Ruts. Zelfstandigen zullen niet bereid zijn om te veranderen onder druk van de webmodule zoals die er nu ligt. Dat zou een gemiste kans zijn, vindt Witteveen. “Ik noemde drie principes om te komen tot een integrale benadering: rechtsgelijkheid, solidariteit en de weg naar economische groei door de drempel naar de arbeidsmarkt zo laag mogelijk te houden. De webmodule draagt op geen enkele manier bij aan een van die drie principes . Ik denk dat zzp’ers best bereid zijn om mee te denken over hun positie en om te veranderen. Ik denk dat ze het belang van die drie principes wel inzien. Maar ze zullen niet bereid zijn om te veranderen onder druk van de webmodule zoals die er nu ligt.” Sociale zekerheid voor zelfstandigen Er is wel regelgeving nodig voor kwetsbare zelfstandigen, vindt Witteveen. Dat vindt ook de minister van SZW. “Van Gennip deed daarbij de uitspraak: we moeten in kaart brengen wat nou precies de onderkant en de bovenkant van de markt is. Vervolgens zegt ze: we moeten kijken per groep wat er nodig is.” Dat ziet hij als een hoopgevende ontwikkeling. Witteveen ziet echter weinig heil in een verplichte verzekering voor zelfstandigen. “Ik denk dat een verplichte verzekering en een verplicht pensioen tussenoplossingen zijn. Dat gaat het niet worden. We moeten zorgen voor meer rechtsgelijkheid en solidariteit onderling. We moeten toe naar een beetje een Belgisch model, zou ik haast zeggen, waar de zelfstandige gewoon ook participeert in de sociale zekerheid. Het uit elkaar trekken van groepen werkenden zorgt voor veel werk voor juristen, maar ook voor veel onduidelijkheid.” Arbeidsrecht naar Belgisch model “Dat Belgische model, biedt dat perspectieven voor de Nederlandse arbeidsmarkt?”, vraagt Ruts. In België is er een stevige maar best dure sociale zekerheid voor zelfstandigen. Zo’n 20 % van hun inkomen gaat naar de sociale zekerheid, maar daar krijgen ze ook best veel voor terug. Typerend daarnaast is ook de sectorale aanpak voor de aanpak van schijnzelfstandigheid. België kent een vrij liberale benadering van zelfstandigen. Als je aan een aantal criteria voldoet, ben je een zelfstandige. Maar voor sommige sectoren, zoals bouw en vervoer, stelt de overheid extra voorwaarden. Ook in Nederland zou een dergelijk model goed kunnen werken, meent Witteveen. “Als je dat in Nederland gaat invoeren, gaat een aantal zzp’ers zeggen: ‘daar zit ik niet op te wachten en ik kan het risico wel zelf dragen.’ Maar er is een maatschappelijk belang om ervoor te zorgen dat we allemaal in hetzelfde systeem zitten en bijdragen aan een geheel. Dat gaat ten koste van netto-inkomen. Maar het zorgt er ook voor dat het aan de onderkant van de markt minder aantrekkelijk wordt om in dat zelfstandigenstatuut te stappen. Voor sommige werkenden is het nu eenmaal beter om in loondienst te zijn.” Sectorale aanpak arbeidsmarkt Een sectorale aanpak zou ook in Nederland best voordelen kunnen bieden, meent Witteveen. “De CAO’s van bepaalde sectoren als de Zorg en de Bouw zijn kerstbomen, daarin zitten een heleboel dingen waarop werknemers niet zitten te wachten. De werkgevers in die sectoren moeten ook veranderen, beter luisteren naar de behoeften van hun medewerkers. Het gaat lang niet altijd om loon, maar ook bijvoorbeeld om gezien en erkend worden. Ik denk dat je dan als overheid alle redenen hebt om je in te spannen om deze werknemers in een dienstverband te krijgen.” Er ligt een Kamermotie om de webmodule te gaan gebruiken en te gaan testen in het onderwijs en de gezondheidszorg, zegt Ruts. Dat is al een stapje in de richting van een meer sectorale aanpak. Het SER MLT-advies doet daar ook uitspraken over: handhaven van schijnzelfstandigheid, doe dat vooral bij tarieven die onder de 35 euro liggen. We moeten oppassen voor de onuitvoerbaarheid van wetgeving. Dat gaat volgens Witteveen een stap te ver: “Mijn pleidooi zou zijn: ga dat niet doen, want het wordt er niet duidelijker op. Dit lijkt me iets waarvan we later zeggen: de Kamer heeft de uitvoeringsinstanties opgezadeld met onuitvoerbare wetgeving. We moeten oppassen voor die onuitvoerbaarheid, en ik ben blij dat Van Gennip daar iets over zegt in haar hoofdlijnenbrief.” Routekaart wetswijzigingen arbeidsmarkt “Het hoofdlijnendebat van 17 februari gaf al een beetje inzicht in de plannen van minister Van Gennip. Op 12 april komt er een debat met de minister helemaal toegespitst op de arbeidsmarkt. En nog voor de zomer komt ze met een visiebrief met haar ideeën over de arbeidsmarkt. We hopen dat ze dan de wijze lessen van Stef meeneemt”, zo schetst Ruts het politieke traject. Witteveen: “Samengevat is mijn advies: Als Van Gennip 1 januari 2023 met iets nieuws wil komen, dan moet het integraal zijn, openstaan voor vernieuwing en dat haalt ze alleen als ze het wetgevingsproces ingrijpend verandert.” Bekijk het interview van Hugo-Jan Ruts met Stef Witteveen tijdens de Webinar Week: Rutte IV, SZW debat, Uniforce, Van Gennip, webinarweek Print Over de auteur Over ZiPredactie De ZiPredactie plaatst hier interviews en eigen artikelen. Daarnaast persberichten, aankondigingen of (met toestemming) overgenomen artikelen. (contact: info[AT]zipconomy.nl) Bekijk alle berichten van ZiPredactie