Arthur Lubbers 15 maart 2022 0 reacties Print Marge flexleverancier als gunningscriterium bij aanbestedingen – dat mag niet meerEen aanbestedende dienst mag niet meer de marge van de leverancier als gunningscriterium bij bemiddeling van extern personeel hanteren. Dat zegt de Commissie van Aanbestedingsexperts (CvAE). Een uitspraak met grote gevolgen.Als de Provincie Noord-Holland afgelopen najaar een aanbesteding doet voor een raamovereenkomst voor het leveren van interim ICT-professionals en de bijbehorende contractadministratie, schrijft Harvey Nash na meerdere vragenrondes niet in op de aanbesteding. Volgens de intermediair is de gehanteerde methodiek in de aanbesteding namelijk niet juist. Uiteindelijk besluit Harvey Nash zelfs een klacht in te dienen bij de Commissie van Aanbestedingsexperts (CvAE). De klacht luidt: Provincie Noord-Holland hanteert de marge van de intermediair (searching en contracting fee) als gunningscriterium. En daarmee gaat de provincie volgens Harvey Nash niet voor de beste prijs/kwaliteit-verhouding en voldoet zij dus niet aan de eis van Economisch Meest Voordelige Inschrijving (EMVI). Bezwaren Harvey Nash Bij een korte rondvraag bij intermediairs die regelmatig meedingen naar aanbestedingen, blijkt dat marge als gunningscriterium in grofweg de helft van de aanbestedingen wordt toegepast. Dat is dan ook de voornaamste reden geweest om de klacht in te dienen, stelt Thijs Maters, Sales Director bij Harvey Nash: “We hebben nu geageerd tegen deze aanbesteding van de Provincie Noord-Holland, maar het had net zo goed een andere aanbesteding kunnen zijn waarin de marge van de leverancier als gunningscriterium wordt gehanteerd. Dit gebeurt namelijk heel vaak. Het geeft ons een gevoel van onrechtvaardigheid. Wij vonden het nu tijd om dit eens door een objectieve instantie als de CvAE te laten toetsen.” Bezwaren tegen marge als gunningscriterium Harvey Nash heeft twee bezwaren tegen het hanteren van marge van de leverancier als gunningscriterium: Door niet naar de prijs (eindtarief ingehuurde professional) te kijken, maar uitsluitend naar de marge (van de leverancier), leidt deze manier van aanbesteden niet tot de Economisch Meest Voordelige Inschrijving (EMVI); want wat als de intermediair met een hogere marge uiteindelijk kandidaten tegen een lager tarief zou kunnen inzetten? Dan is de inlenende organisatie goedkoper uit. Doordat de intermediair meer investeert in recruitment en meer tijd steekt in sourcing is zijn marge (searching fee) wellicht relatief hoog, maar kan de prijs uiteindelijk lager zijn. En het gaat toch om de beste prijs/kwaliteitverhouding? Een leverancier uitsluitend op zijn marge beoordelen, is dus niet in het belang van de aanbestedende dienst zelf. Daar komt bij dat het hanteren van marge van de preferred supplier als gunningscriterium geen eerlijk beeld geeft van de markt; de ene intermediair zoekt zeer proactief zelf kandidaten (en vraagt daarvoor een hogere marge) en een andere partij besteedt die sourcing uit aan kleinere bureaus in de keten of is passief en plaatst een aanvraag alleen op een portal. Er zijn in de praktijk grote verschillen in de manier van sourcing. Dat het tegenwoordig gebruikelijk is dat de aanbestedende dienst marge van de leverancier als gunningscriterium hanteert, is een verkeerd uitgangspunt; de aanbestedende dienst gaat op de stoel van de leverancier zitten en bepalen wat de juiste marge is in de markt, bepalen wat de dienstverlening van intermediairs waard is. Maar de kennis en expertise zit toch vooral bij de leveranciers zelf die in de markt actief zijn? Thijs Maters vat het krachtig samen: “Als je een aannemer inhuurt voor een verbouwing van je huis vraag je naar de prijs, toch niet naar zijn marge? Je wilt weten wat je uiteindelijk moet betalen. Daar gaat het om.” Klacht gegrond verklaard De Commissie van Aanbestedingsexperts (CvAE) deed half februari jl. uitspraak: “de aanbesteder hanteert een beoordelingssystematiek die het risico in zich draagt dat de opdracht niet word gegund aan de inschrijver met de economisch meest voordelige inschrijving (beste prijs/kwaliteit-verhouding).” De klacht van Harvey Nash wordt dus gegrond verklaard. De motivatie: omdat de aanbestedende dienst (Provincie Noord-Holland) als gunningscriterium alleen de fee van de intermediair en niet het tarief van de ingehuurde professionals hanteert, voldoet de aanbesteding niet aan de eis van Economisch Meest Voordelige Inschrijving (EMVI). Deze redenering sluit aan bij de Aanbestedingswet, waarin staat dat aanbestedende diensten als gunningscriterium dienen uit te gaan van de Economisch Meest Voordelige Inschrijving (EMVI), ook wel de beste prijs/kwaliteit-verhouding (BPKV). De aanbesteder heeft de verplichting zorg te dragen voor het leveren van zo veel mogelijk maatschappelijke waarde voor de publieke middelen. Oftewel, onze belastingcenten moeten zo goed mogelijk worden besteed. De uitspraak van de Commissie van Aanbestedingsexperts houdt dus in dat een aanbestedende dienst niet meer de marge van de leverancier als (enige) gunningscriterium bij bemiddeling (vinden en selecteren van kandidaten) mag hanteren. Gevolgen Provincie Noord-Holland? De eerste vraag is dan wat het gevolg is voor de lopende aanbesteding voor brokersdienstverlening voor ICT-functies van Provincie Noord-Holland? De aanbesteding was al voorlopig gegund. Wordt deze definitief gegund? Of ingetrokken? Dat is nog onbekend. De Provincie Noord-Holland heeft ZiPconomy laten weten geen reactie te kunnen geven, omdat zij op dit moment ‘het vervolg van het traject nog aan het verkennen zijn’. De uitspraak van de CvAE is overigens een advies en niet bindend, maar het is hoogst ongebruikelijk dat een aanbestedende dienst dit advies naast zich neerlegt. Toekomstige aanbestedingen eerlijker Nog veel belangrijker voor de markt van inhuur van extern personeel is dat de uitspraak van de Commissie van Aanbestedingsexperts grote impact heeft voor toekomstige aanbestedingen. De Bovib volgt de uitspraak en verdere ontwikkeling natuurlijk met interesse. Voor de brancheorganisatie voor intermediairs en brokers is uitspraak van de CvAE aanleiding om met alle betrokken partijen om tafel te gaan zitten om tot betere alternatieven dan marge als gunningscriterium te komen. Door zelf het initiatief te nemen wil de Bovib bijdragen aan het verbeteren van de kwaliteit van aanbestedingen voor de inhuur van personeel. De Bovib roept leden, andere inschrijvende partijen, opdrachtgevers, inkooporganisaties en adviesbureaus op om hierover mee te praten tijdens een van de rondetafelgesprekken die de Bovib organiseert.* In de hoop dat er consensus ontstaat in de markt over een eerlijkere beoordelingsmethode bij toekomstige aanbestedingen. Binnenkort op ZiPconomy volgt een artikel waarin verschillende marktpartijen hun visie geven op de uitspraak van de CvAE, de impact die het zal hebben op toekomstige aanbestedingen en mogelijke alternatieven om de kwaliteit van aanbestedingen te verbeteren. Lees ook: Marge flexleverancier bepalend bij aanbesteding – terecht of niet? *Rondetafelgesprekken Bovib De Ronde Tafels van de Bovib vinden plaats in het Dynahouse Nieuwegein op 12 en 19 mei en 2 juni 2022. Geïnteresseerden kunnen zich aanmelden door een mail te sturen naar evenementen@bovib.nl. aanbestedingen, aanbestedingswet, bemiddelingsbureau, bovib, harvey nash Print Over de auteur Over Arthur Lubbers Arthur Lubbers is redacteur bij ZiPconomy Bekijk alle berichten van Arthur Lubbers
achtergrond - Bovib scheidt feiten van fictie in paper over handhaving schijnzelfstandigheid voor intermediairs