Martijn Arets 28 november 2022 0 reacties Print Wat er moet gebeuren om huishoudelijk (platform)werkers te geven wat zij verdienenWie internationaal kijkt naar platformisering van betaald werk in en om het huis, ontdekt kansen om arbeidsomstandigheden van vrouwen wereldwijd te verbeteren. Kleine en middelgrote platform-initiatieven kunnen een verschil maken, maar voor echte verandering is hulp nodig van zowel de consument als overheid. Dat bleek tijdens het webinar ‘Women in Gig Work’, dat expert Martijn Arets-organiseerde vanuit de WageIndicator Foundation.Als onafhankelijk platformexpert werk ik ruim twee jaar in het ‘gig team’ van de Wageindicator Foundation aan vraagstukken over de internationale kluseconomie. Terwijl de meeste internationale discussies zich beperken tot Europa en de Verenigde Staten, kijkt het team van Wageindicator naar alle continenten. Op die manier komen we tot nieuwe inzichten. Dat gebeurde ook tijdens webinar ‘Women in Gig Work’: een internationaal debat over huishoudelijk werk in relatie tot platformen. Acht deskundigen uit zeven landen deelden hun kennis over huishoudelijk werk en de platformeconomie met 140 deelnemers uit maar liefst 39 landen. Waarom huishoudelijk werk? Huishoudelijke hulp is een beroepsgroep waar platformen internationaal sterk in opkomst zijn en die nog steeds voornamelijk bestaat uit vrouwen. Een paar voorbeelden van online platformen waar je in Nederland hulp in en om het huis kunt vinden zijn Care.com, Helpling en Werksters.nl. Dat huishoudelijk werk en platformen goed samengaan is niet zo gek. De Amerikaanse National Domestic Workers Alliance omschrijft huishoudelijk werkers zelfs als de allereerste kluswerkers (‘the original gig workers’). Al voordat er apps bestonden, combineerden deze werkenden meerdere klussen voor verschillende huishoudens. Zij maken schoon, doen klusjes en voeren soms ook zorgtaken uit, bijvoorbeeld voor kinderen of ouderen. Een deel van dit werk wordt nu georganiseerd via platformen die een overzicht en gemak bieden in een dergelijke gefragmenteerde markt, het overgrote merendeel van het werk is nog steeds informeel geregeld. Er is geen ‘planeet platformeconomie’ Technologie kan zowel negatieve als positieve aspecten versterken, benadrukte mijn collega Fiona Dragstra (directeur van de WageIndicator Foundation): “Platformwerk biedt vrouwen kansen om te herintreden op de arbeidsmarkt en financieel onafhankelijk te worden. Tegelijkertijd is het nog steeds moeilijk voor vrouwen wereldwijd om fatsoenlijk werk te vinden in de kluseconomie en de huishoudelijke hulp.” Er bestaat geen ‘planeet platformeconomie’: de kluseconomie is onderdeel is van de arbeidsmarkt als geheel. Tijdens dit webinar werd duidelijk dat wat misgaat op online platformen meestal niet nieuw is, maar voortkomt uit bestaande praktijken. Er bestaat geen ‘planeet platformeconomie’: de kluseconomie is onderdeel is van de arbeidsmarkt als geheel. Door breder te kijken en alle positieve en negatieve kanten te erkennen, krijg je een waardevoller debat. Zo ontdek je ook de kansen die technologie biedt om betere voorwaarden te scheppen en de situatie van werkenden te verbeteren. Toch zullen de echt grotere veranderingen niet technologie gedreven zijn. Huishoudelijk werk wereldwijd slecht beloond. Met en vooral ook zonder platform. Hoe ziet de wereld van huishoudelijk werk eruit, binnen en buiten de platformeconomie? Daarover deelde Claire Hobden haar inzichten. Zij is expert op het gebied van huishoudelijk werk bij de International Labour Organization (ILO). Uit haar cijfers blijkt dat hulp in en om het huishouden er wereldwijd slecht vanaf komt. Vooral vrouwen verdienen een laag loon en hebben nauwelijks recht op sociale zekerheid. Die cijfers gelden voor zowel de traditionele, offline sector als de platformeconomie. Bekijk hier haar hele keynote. Uit internationaal onderzoek blijkt: Er zijn wereldwijd 75,6 miljoen huishoudelijke hulpen (15 jaar of ouder). Zij werken rechtstreeks voor particulieren of via bemiddelaars. 76,2% van de huishoudelijk werkers wereldwijd is vrouw. In Noord-Afrika en de Arabische wereld is dat anders: daar werken juist meer mannen als huishoudelijke hulp. Zo’n 34% van alle hulp in en om het huishouden heeft geen recht op minimumloon. Ook hebben zij vaak geen recht op rusttijden, vakantiedagen of zwangerschapsverlof. Slechts 20% van de huishoudelijk werkers heeft arbeidsvoorwaarden zoals sociale zekerheid. Wereldwijd werkt 81.2% van de huishoudelijke hulpen zwart. Dat is twee keer zoveel als andere werkenden. Huishoudelijk werkers verdienen internationaal slechts de helft (56.4%) van het loon dat andere werkenden krijgen. Vrouwen verdienen het minst. Van al deze werkenden wereldwijd valt slechts 11% onder nationale arbeidsregels. Zo’n 30% valt onder een combinatie van arbeidswetgeving en (sector)specifieke regulering, 36% is volledig uitgesloten van nationale arbeidswetgeving. Internationale arbeidswetgeving verschilt flink. In de Arabische wereld valt bijvoorbeeld de meerderheid van de huishoudelijke hulpen onder nationale arbeidswetgeving. In Azië en Australazië zijn huishoudelijk werkers het slechtst beschermd: voor maar liefst 61% van deze werkenden gelden geen arbeidsregels. In Europa en Centraal-Azië valt 67% van de werkenden in theorie onder arbeidswetgeving. In theorie? Hoe zit dat in Nederland? In Nederland bestaat de Regeling Dienstverlening aan Huis. Dit is een mooi voorbeeld van zo’n arbeidswet ‘in theorie’: in de praktijk heeft hij namelijk weinig impact. Op papier zijn particuliere werkgevers namelijk voor lang niet alle werkgeversverplichtingen gevrijwaard. Zij moeten bijvoorbeeld minimaal het wettelijk minimumloon en 8% vakantiegeld betalen, doorbetalen bij ziekte en zorgen voor een veilige en gezonde werkplek. Het lijkt alsof we het in Nederland goed geregeld hebben voor onze hulp in de huishouding, maar dat is niet zo. Zij vallen in een ‘excuuscategorie’. Hier komt in de praktijk weinig van terecht, omdat deze regeling niet gehandhaafd wordt. Het lijkt dus alsof we het goed geregeld hebben voor onze hulp in de huishouding, maar dat is niet zo. Zij vallen als het ware in een ‘excuuscategorie’. Dat de politiek wel degelijk iets kan doen om de situatie te verbeteren, bewijzen de landen om ons heen: België, Frankrijk, Scandinavië. Daar subsidieert de overheid dit soort werk, in België bijvoorbeeld via de dienstencheques. Ik spreek veel mensen die erkennen dat de huidige Nederlandse regel waardeloos is en we een systeem als in België zouden moeten invoeren. Maar het lukt hen niet het onderwerp op de agenda te krijgen. Regionale verschillen, gedeelde problemen In de volgende paneldiscussie leerden we meer over internationale overeenkomsten en verschillen. Platformen voor huishoudelijke hulp groeien het hardst in de Verenigde Staten, Zuid-Afrika en India. Tijdens de paneldiscussie bespraken wetenschappers Julia Ticona (Verenigde Staten), Fairuz Mullagee (India) en Aayush Rathi (Zuid-Afrika) de omstandigheden in hun regio’s. Platformen voor hulp in en om het huis in de drie werelddelen bleken drie dezelfde uitdagingen te hebben: Betaling: werkenden hebben vaak een te laag uurloon of te weinig klussen om een fatsoenlijk inkomen te verdienen. Sociale zekerheid: werkenden hebben niet of nauwelijks bescherming. Verborgen kosten: De provisie van platformen is vaak hoog en heeft forse impact op de inkomsten van werkenden. Die problemen zijn hardnekkig, deels omdat platformen gericht zijn op het versterken van de positie van de klant. Die machtsdynamiek maakt het haast onmogelijk voor werkenden om eisen te stellen, concludeerden de sprekers. Goed voorbeeld doet volgen Ik geloof dat je verandering in gang kunt zetten door zelf te laten zien dat het beter kan. Gelukkig ben ik niet de enige met die visie: ik modereerde een sessie waarin twee sprekers lieten zien hoe zij werken aan betere arbeidsomstandigheden voor platformwerkers. Bekijk hier de opname. Mijn eerste gast was Dawn Gearhart, directeur van de Gig Economy Organizing at National Domestic Workers Alliance (NDWA), een soort moderne vakbond voor huishoudelijk werkers in de kluseconomie. Zij liet zien dat er meerdere manieren zijn om de rechten van platformwerkers te versterken. Gearhart presenteerde een aantal inspirerende projecten: Alia, het eerste ‘portable benefits platform’ voor domestic workers. Via dit platform kunnen opdrachtgevers eenvoudig bijdragen aan de sociale zekerheden van hun huishoudelijke hulp. Sinds 2021 werkt de NDWA samen met online platform Handy. Dankzij die samenwerking krijgen huishoudelijk werkers in drie staten nu onder andere een minimumloon van 15 dollar per uur, vakantiedagen (betaald door Handy) en een ongevallenverzekering. Zij hopen dit uit te breiden naar meer staten. Verder zette de NDWA voor 32 miljoen dollar het Coronavirus Care Fund op, een steunfonds voor nannies en schoonmakers. Al deze initiatieven versterken elkaar, vertelde Gearhart. De strategie van NDWA: act (relatively) small, think big. Met kleine overwinningen geef je namelijk het goede voorbeeld en schep je uiteindelijk een nieuwe norm. Dat vergt een lange adem, maar ik denk dat het uiteindelijk echte verandering teweegbrengt. ‘Investeren in welzijn is investeren in groei’ De tweede spreker was ceo Juan Sebastian Cadavid van schoonmaakplatform Hogaru. Alle schoonmakers zijn in dienst van dit Colombiaanse platform en hebben sociale zekerheden. Daar profiteren zowel de platformwerkers als het platform van, zei de ceo. Cavadid: “Een investering in het welzijn van werkenden is geen kostenpost, maar een investering in toekomstige groei. Bovendien merk ik dat opdrachtgevers bereid zijn extra te betalen voor betere werkomstandigheden.” Het voorbeeld van Colombia laat zien dat actief overheidsbeleid kan bijdragen aan het versterken van de positie van de werkende. Daarbij benadrukt hij dat goed overheidsbeleid essentieel is om de juiste voorwaarden te scheppen. In Colombia is het sinds een paar jaar verboden om huishoudelijke hulp illegaal in te huren. Deze wet wordt actief gehandhaafd en er staan boetes op tot 20.000 euro. Werkenden kunnen hun werkgevers aanklagen. Ik vind dit een mooi voorbeeld, omdat het laat zien hoe actief overheidsbeleid kan bijdragen aan het versterken van de positie van de werkende. Conclusie Tijdens het webinar werd duidelijk dat problemen zoals gebrek aan wetgeving, zwartwerk en lage lonen zowel in de offline als online wereld spelen. Platformen kunnen bestaande gebreken wel versterken of misbruiken. Dat zie ik internationaal vooral gebeuren bij de grote spelers als Care.com en Uber. Tegelijkertijd zijn er talloze kleinere platformondernemers die het beste voor hebben met werkenden en technologie juist inzetten om de situatie te verbeteren. Maar die worden overschaduwd door de misstanden bij de grote spelers. Die slechte reputatie maakt het extra lastig voor de kleinere ondernemers om het verschil te maken. Verder heb ik geleerd dat consumenten onder de juiste omstandigheden bereid zijn een fatsoenlijke (of in ieder geval een minder onfatsoenlijke) vergoeding te betalen voor huishoudelijke hulp. Met nadruk op ‘onder de juiste omstandigheden’. Echte verandering kan niet afhankelijk zijn van individuele keuzes van consumenten. Daar is gedegen overheidsbeleid voor nodig. De overheid moet erkennen dat hulp in de huishouding kwetsbaar is en extra bescherming verdient. Daar hoort de juiste regelgeving bij, aangevuld met handhaving. Uit het falen van de Regeling Dienstverlening aan Huis in Nederland en het succes van de casus Hogaru blijkt namelijk dat er een stok achter de deur nodig is. Platformen brengen niet alleen vraag en aanbod bij elkaar, ze brengen ook een groep werkenden samen. Op die manier kunnen platformen een rol spelen bij het verbeteren van arbeidsomstandigheden in de sector. Maar zij kunnen het niet alleen. Daarom roep ik alle stakeholders op niet af te wachten, maar zelf verantwoordelijkheid en initiatief te nemen. Daarbij is het belangrijk de context en gebreken van de gehele arbeidsmarkt te erkennen. gig-economy, platform, platformeconomie Print Over de auteur Over Martijn Arets Martijn Arets is internationaal platform expert en verkent sinds 2012 de opkomst van de platformeconomie en de impact op de samenleving. Bekijk alle berichten van Martijn Arets