"Exploring the future of work & the freelance economy"
SLUIT MENU

VNO, Bovib, RIM, VvDN, VZN, PZO (en 1.100 anderen) zien nieuwe zzp-wet niet zitten

Een internetconsultatie over de Wet Verduidelijking Beoordeling Arbeidsrelaties leverde een recordaantal reacties. Naast veel boze zzp’ers blijkt de weerstand onder werkgevers- en zzp-organisaties zo groot en fundamenteel, dat de toekomst van het wetsvoorstel ongewis is. Los daarvan heeft het Adviescollege toetsing regeldruk een negatief advies uitgebracht.

Werkgeversorganisaties VNO-NCW, MKBNederland, AWVN en LTO zien niets in het concept-wetsvoorstel “Verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden.” Dat hebben ze in een reactie aan Minister Van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid laten weten.

Tot afgelopen vrijdag kon er via een internetconsultatie gereageerd worden op het concept-wetsvoorstel. Daarin wil minister Karien Van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de criteria verduidelijken of iemand als zzp’er ingehuurd mag worden. Er moet dan gekeken worden naar de criteria werkinhoudelijke aansturing, inbedding en of er binnen de opdracht voldoende ondernemersrisico wordt gelopen.

Volgens VNO-NCW en de andere  werkgeversorganisaties zal de term ‘inbedding’ zorgen voor grote onzekerheid bij zowel opdrachtgevers als zelfstandigen. “Dit kan niet de bedoeling zijn, want juist aan deze onzekerheid wilden we met elkaar een einde maken” zo schrijven de grootste werkgeversorganisaties.

Het voorstel gaat volgens hen veel verder dan een ‘simpele verduidelijking’. De werkgeversorganisaties vinden het wetsvoorstel ook niet “in lijn met het SER-advies”. Opvallend, want tijdens debatten in de Tweede Kamer in aanloop naar het voorstel deed minister Van Gennip het voorkomen alsof het wetsvoorstel juist is opgesteld met brede steun uit de polder.

Breed kritiek

De werkgeversorganisaties staan niet alleen in hun kritiek op het wetsvoorstel. Tot vrijdag 10 november kon er via een internetconsultatie gereageerd worden op het conceptwetsvoorstel van Van Gennip.

Er is een recordaantal van 1.111  reacties ingediend. Naast iets meer dan duizend reacties van individuele zzp’ers, hebben rond de 100 organisaties gereageerd. Van brancheorganisaties, individuele werkgevers als NPO, Uber tot zzp-belangenbehartigers als VZN, PZO en De Werkvereniging. Verreweg het merendeel heeft (stevige) bezwaren tegen de wet.

Een brede coalitie van Bovib, RIM, VvDN, NBBU samen met zzp-organisaties VZN en PZO, noemt het hanteren van het criterium inbedding een ‘middel dat erger is dan de kwaal’. Ook wijzen ze erop dat het inzetten van zzp-professionals feitelijk onmogelijk wordt gemaakt, terwijl er in veel sectoren wel behoefte is aan flexibiliteit. De organisaties vinden dat er bij de beoordeling van de arbeidsrelatie vooral ook gekeken moet worden naar het ondernemerschap van de persoon zelf. Dat element heeft in het voorstel van Van Gennip slechts een marginale plek. Ook ondernemersorganisatie ONL vindt dat ondernemerscritria ‘bovenaan’ moeten staan.

De RIM doet de suggestie om zelfstandig professionals aan de bovenkant van de markt te verplichten om via een BV te werken. Dat verkleint ook de fiscale verschillen met werknemers. In Duitsland is zo’n verplicht er al voor wie als interim-professionals of zelfstandig consultant werkt.

De Werkvereniging vindt de impact van de wet ‘niet propositioneel’ en wijst erop dat er geen gehoord wordt gegeven aan wat werkenden zelf willen.

Een veelgenoemd punt van kritiek is ook de veronderstelling dat werkenden die niet meer als zzp’er mogen werken, zullen terugkeren naar een arbeidsovereenkomst. Verschillende reacties verwijzen naar onderzoeken die aantonen dat dit slechts in zeer beperkte mate het geval zal zijn. In die zin lost het wetsvoorstel volgens de respondenten niets op, maar verergert het de tekorten op de arbeidsmarkt. Werkgeversorganisaties en individuele werkgevers stellen in hun reacties dat zzp’ers voor hen onmisbaar zijn in tijden van schaarste op de arbeidsmarkt en dat ze nodig zijn voor de benodigde flexibiliteit.

ZZP’ers

De meer dan duizend reacties van individuele zzp’ers hebben een ding gemeen: ze zijn uitgesproken negatief over het wetsvoorstel. Ze vinden het onbegrijpelijk waarom ze niet kunnen doorwerken op een door henzelf gekozen manier (“Mijn behoeften als werkende spelen blijkbaar geen rol”.) Ze missen een onderscheid tussen kwetsbare, gedwongen zzp’ers en zelfredzame zzp’ers. Vooral zzp’ers met een zorgachtergrond waarschuwen ervoor dat ze, wanneer ze niet meer als zzp’er kunnen werken, de sector gaan verlaten.

Een handvol particuliere reacties vindt het wel goed dat er strenge regels komen. “Het is hoog tijd dat deze wet wordt doorgevoerd. Een groot deel van de zzp’ers loopt geen ondernemersrisico, maar betaalt wel minder belastingen.” Een andere reactie benoemt dat het voor zzp’ers in de bouw uit Oost-Europese landen wel erg gemakkelijk is om hier als zzp’ers te werken.

Juridisch-technische bezwaren

Ook de gezamenlijke verenigingen van Arbeidsrechtjuristen (onder de vlag “Labour Law United”) en de Nederlandse Orde van Advocaten hebben hun visie over het voorstel ingediend.  Zoals van deze organisaties verwacht kan worden, gaan die zienswijzen niet in op de politieke keuzes die worden gemaakt.

Het ingrijpen in het arbeidsrecht door het aanpassen van het kernartikel van het arbeidsrecht in het BW, terwijl er minder zware middelen voorhanden zijn om hetzelfde doel te bereiken, wordt “verstrekkend” genoemd. Geadviseerd wordt om eerst minder ingrijpende opties te gebruiken die hetzelfde doel bereiken.

Dat de uitwerking en weging van de verschillende criteria niet in de wet wordt vastgelegd, maar in een AMvB (algemene maatregel van bestuur) vinden de juristen ‘principieel onjuist’. Zo wordt het immers mogelijk om in te grijpen in de relatie tussen de werkende en de werkverschaffer zonder dat daar een – door het parlement getoetste en gewogen – wetswijziging voor nodig is.

Ook merkt men op dat wordt voorgesteld de verschillende wijzigingen met terugwerkende kracht en zonder overgangsrecht in te voeren. Gevreesd wordt dat de vele ongewenste (en mogelijk onbedoelde) gevolgen tot een verlammende vloedgolf van rechtszaken zullen leiden.  

Ook steun

Niet alle reacties zijn negatief. Zo zegt FNV Horecabond ‘voorzichtig positief’ te zijn over de hele wet.

De Kunstenbond en de Creatieve Coalitie staan ook niet negatief tegenover het wetsvoorstel, maar vrezen wel voor de gevolgen voor hun sector, met een hoog percentage zzp’ers. Komen er wel banen terug als de inzet van zzp niet meer kan? Ze pleiten voor een sectorale impacttoets. Een geluid dat wel meer te lezen is in andere reacties, bijvoorbeeld uit de zorgsector.

Brede steun voor rechtsvermoeden laag tarief

Veel breder is de steun voor het onderdeel van de wet dat gaat over het rechtsvermoeden laag tarief. Zzp’ers die werken met een tarief onder de 32,24 kunnen dan eenvoudiger claimen werknemer te zijn.

De ABU maakt wel bezwaar tegen het feit dat er alleen een privaatrechtelijke optie is. Alleen individuen kunnen naar de rechter stappen. Anders dan de minister wil de ABU dat de tariefgrens ook door bijvoorbeeld de Belastingdienst gebruikt kan worden als handhavingsinstrument.

De vakbond voor journalisten is ook blij met het rechtsvermoeden, maar wijst erop dat er in hun sector ook veel gewerkt wordt met stuksprijzen, bijvoorbeeld een tarief per woord of per foto.

Te veel regeldruk

In een apart advies stelt het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) dat het wetsvoorstel niet de gewenste duidelijkheid en eenvoud oplevert voor bedrijven, werkenden en zelfstandigen bij het beoordelen van de arbeidsrelatie. “Het voorstel leidt dan ook tot meer in plaats van minder regeldruk voor burgers en bedrijven”, schrijft het ATR in een advies aan de minister Van Gennip. Het adviescollege vindt ook dat het wetsvoorstel geen bijdrage levert aan het tegengaan van schijnzelfstandigheid.

Vervolg na de verkiezingen

Het ontbreekt de minister dus aan steun voor het wetsvoorstel bij belangenbehartigers. Ook politiek draagvlak ontbreekt. De VVD zal de wet ‘zoals hij er nu ligt, echt niet steunen’, zegt VVD-kamerlid Daan de Kort tegen ZIPconomy. “Onderzoek niet als eerste of een zzp’er werknemer is, maar of hij ondernemer is.”

Kandidaat-kamerlid voor NSC Tjebbe van Oostenbruggen liet eerder weten dat zijn partij de criteria te onduidelijk vindt. NSC ziet meer in een onderscheid op basis van lengte van de opdracht en het aantal uren dat per week gewerkt wordt. Ook GL/PvdA staan een andere aanpak voor dan het voorstel van Van Gennip. Ze willen inzet van zzp uitsluiten als het soortgelijk werk ook gedaan kan worden door werkenden in loondienst.

De drie koplopers in de peilingen voor de verkiezingen van 22 november nemen zo dus afstand van het voorstel van CDA-minister Van Gennip. Alleen haar eigen partij en de ChristenUnie lijken uitgesproken voorstander van haar voorstel. Het argument van CU kamerlid Don Ceder om het wetsvoorstel te steunen was nu juist de brede steun vanuit de polder. Die is nu verdwenen.

Demissionair minister Van Gennip zal, na analyse en beoordeling van alle reacties, na de verkiezingen komen met een inhoudelijk reactie. Een overleg met de (nieuwe) Tweede Kamer over haar zzp-beleid staat gepland op 25 januari 2024. Tenzij er dan al een nieuw kabinet is.

Hugo-Jan Ruts is 'editor-in-chief' en uitgever van ZiPconomy. Bekijk alle berichten van Hugo-Jan Ruts