"Exploring the future of work & the freelance economy"
SLUIT MENU

‘Als Temper geen uitzendbureau is, welk risico loopt de inlener?’

Temper is geen uitzendbureau, luidde het vonnis van de rechtbank Amsterdam. Maar welk risico loopt het bedrijf dat de werker inhuurt? ‘Dat is de grote vraag die boven de markt blijft hangen.’

De rechtbank Amsterdam kwam gisteren tot de conclusie dat tussen platform Temper en de werkers geen sprake is van een uitzendovereenkomst. Temper is sinds 2020 verwikkeld in een rechtszaak aangespannen door vakbonden CNV en FNV. De rechter vond dat geen sprake is van formeel werkgeversgezag van Temper. Daarbij speelt een rol dat Temper geen loon betaalt aan de werkers (dat doen de opdrachtgevers) en er is nauwelijks sprake van een verplichting voor de werkers om de werkzaamheden persoonlijk te verrichten. Over de secundaire eis van de bonden dat werkers in dienst zijn van de opdrachtgever kon de rechter geen uitspraak doen, omdat de groep van opdrachtgevers te uiteenlopend is en bovendien niet in de rechtszaak betrokken was.

Onverwachts

Onverwachts noemt Jasper van der Voet, arbeidsrechtadvocaat bij Pellicaan Advocaten de uitspraak. ‘Het is om te beginnen goed nieuws voor Temper. Wat de rechtbank feitelijk zegt is dat je Temper moet zien als een platform, dat partijen bij elkaar brengt, zonder zich te bemoeien met de arbeidsovereenkomst. Hoe meer je faciliteert als marktplaats, hoe meer je als werkgever wordt gezien. Hier viel de balans uit in het voordeel van Temper, die zich niet dusdanig met het werk bemoeit om als werkgever of uitzendbureau te kwalificeren. Temper valt daarmee buiten de fiscale keten en daarmee de ketenaansprakelijkheid.’ Ofwel: geen fiscaal risico voor Temper dus.

Maar deze uitspraak zegt niets over de relatie tussen de opdrachtgever en de werkers, benadrukt Van der Voet. ‘Welk risico loopt de inlener? Dat is de grote vraag die met deze uitspraak niet is beantwoord en boven de markt blijft hangen. De opdrachtgever van de werker kan nog steeds worden aangesproken voor niet-betaalde loonheffingen als de Belastingdienst van oordeel is dat de arbeidsverhouding kwalificeert als een dienstbetrekking.’

Recente rechterlijke uitspraken laten volgens de advocaat zien dat het kwartje ook de andere kant kan opvallen. Zo vond de advocaat-generaal van de Hoge Raad dat de werkers van schoonmaakplatform Helpling in dienst zijn van het platform, terwijl het Gerechtshof bepaalde dat de werkers van Helpling uitzendkrachten zijn. ‘Ik ben benieuwd naar het hoger beroep’, zegt Van der Voet. ‘Het kan zomaar zijn dat het Gerechtshof Temper wél ziet als uitzendbureau.’

Het blijft vaag

Pavle Beslic, ceo van werkplatform Staffyou, vindt net als Van der Voet dat de uitspraak maar gaat over een klein stukje van een groter probleem. ‘Er komt bijvoorbeeld geen antwoord op de vraag: mag je met een uurtarief van 14 euro werken als zzp’er? En wie is de werkgever als Temper dat niet is? Is dat de opdrachtgever? Daar lijkt het wel op. Het risico wordt verlegd naar de eindopdrachtgever. Wij merken in de praktijk nu al dat opdrachtgevers van deze constructie af willen, omdat ze bang zijn als werkgever te worden gezien. Over de relatie tussen de opdrachtgevers en de werkers wordt er niets gezegd. Dat kan in deze zaak ook niet. Elke klus is anders, elke opdrachtgever is anders. Waar wij vooral naar uitkijken, is duidelijkheid. Het is nu gewoon allemaal vaag.’

Haaks op andere platformzaken

‘Het is een onbegrijpelijke uitspraak’, schrijven FNV en CNV op hun website. Volgens FNV-woordvoerder Zakaria Boufangacha staat het oordeel van de rechter haaks op alle jurisprudentie van de afgelopen jaren in alle andere platformzaken. ‘Ook is het in strijd met het oordeel van de Arbeidsinspectie in 2021. En met het advies vorige week van de advocaat-generaal aan de Hoge Raad in de zaak Helpling. Het is zelfs in strijd met de aanstaande wetgeving.’

Boufangacha: ‘Onlangs oordeelde de arbeidsinspectie in haar rapport over YoungOnes dat dit bedrijf een uitzendbureau is. En dit bedrijf hanteert exact dezelfde werkwijze als Temper. Het is onbegrijpelijk dat de rechter anders oordeelt dan de Arbeidsinspectie. Daarom gaan we in hoger beroep.’

Lees ook: Volgens de Arbeidsinspectie wijst alles op platform YoungOnes in de richting van een arbeidsovereenkomst

YoungOnes was wél uitzendbureau

Kan een winkelmedewerker freelancer zijn? Dat onderzocht de Arbeidsinspectie bij YoungOnes-werkers die bij H&M aan het werk waren. De Arbeidsinspectie keek daarbij, anders dan de rechter, wel naar de relatie tussen opdrachtgever en werker en kwam tot de conclusie van niet. Alle omstandigheden wezen volgens de Arbeidsinspectie in de richting van een arbeidsovereenkomst. Zo verricht de werker arbeid onder leiding en toezicht van H&M. Die geeft aan wat de werkzaamheden zijn en controleert deze. De inspectie oordeelde vervolgens dat YoungOnes een uitzendbureau is.

Een belangrijke afweging in het rapport was ook bij YoungOnes de bemoeienis van het platform. Die gaat verder dan service bieden, schreef de Arbeidsinspectie. ‘Het ondernemerschap stelt niet veel meer voor dan het zetten van een paar vinkjes. De werker staat onder gezag van YoungOnes.’

Verkeerde aannames

Voor Pim Graafmans, ceo van YoungOnes, is de Temper-uitspraak een steuntje in de rug voor hun platform; ondanks dat Temper en YoungOnes niet helemaal hetzelfde opereren. ‘Het vonnis is in lijn met de wensen van de ruim 100 duizend student-freelancers die via ons platform werk vinden. Jongeren kiezen heel bewust voor deze vorm van flexibiliteit om werk en studie makkelijk te kunnen combineren.’

Wat betreft het onderzoek van de Arbeidsinspectie betreurt YoungOnes nog steeds dat de Arbeidsinspectie handhaaft op onjuiste en incorrecte aannames. ‘We kunnen ons nog steeds niet vinden in hun bevindingen’, zegt Graafmans. YoungOnes voerde meerdere gesprekken over deze kwestie met zowel het ministerie van SZW, de Arbeidsinspectie als FNV. ‘We zetten deze graag op een constructieve manier voort met alle betrokken partijen om tot duidelijke wetgeving en beleid te komen, die toekomstbestendig is en past bij de arbeidswensen van de doelgroep.’

Lees ook: Rechtbank: Temper is geen uitzendbureau

De ZiPredactie plaatst hier interviews en eigen artikelen. Daarnaast persberichten, aankondigingen of (met toestemming) overgenomen artikelen. (contact: info[AT]zipconomy.nl) Bekijk alle berichten van ZiPredactie

Eén reactie op dit bericht

  1. Deze uitspraak lijkt verwarring op te leveren. Wat nu?

    In de jaren zestig is er al anti-misbruikwetgeving ontstaan voor de mist&schade die ontstond door het gedrag van koppelbazen. Aanvankelijk alleen voor de verplichte werknemersverzekeringen. Vanaf 1982 overgenomen door de wetgever voor loon- en omzetbelastingsrisico’s. En de aansprakelijkheid van de bestuurders/verantwoordelijken voor eventuele schade kwam ook in beeld.

    Deze huidige gang van zaken heeft diverse oorzaken. Twee van de belangrijkste zijn n.m.m.
    1e De groei van ‘t gebruik van de VAR-verklaringen tot mei 2016.
    2e Het sindsdien niet handhaven van de DBA-wetgeving – waardoor de VAR-werking kwam te vervallen – behoudens een enkele uitzondering.

    De vakbonden hebben deze onduidelijkheid bij Temper – conform hun rol – benaderd vanuit arbeidsrecht. Ben benieuwd hoe UWV & de Belastingdienst – die vanaf 2025 weer gaat handhaven – en wetgever hierop gaan reageren. Als ze dat al doen.
    De internetconsultatie voor de opvolger van de DBA loopt. Dus belanghebbenden: ……. grijp je kansen!

    Maatschappelijk uitdagingen lijkt mij te zijn:
    1 Duidelijke(r) wetgeving en maatschappelijk gedragen grenzen daarin,
    2 Die door voldoende betrokkenen begrepen kan worden en
    3 Regeldrukvermindering/Administratieve-lasten-verlichting waardoor de afgesproken regels ook concreet & duidelijk
    a) uit te voeren en
    b) te handhaven zijn.