"Exploring the future of work & the freelance economy"
SLUIT MENU

Regeerakkoord en de plannen voor arbeidsmarkt en zzp

Het regeerakkoord ademt, wat betreft het onderwerp arbeidsmarkt, vooral de intentie uit om het beleid van het vorige kabinet voort te zetten. De Tweede Kamer heeft echter nog enkele wensen die het nieuwe kabinet moeilijk kan negeren.

“We willen dat meer mensen een vaste baan krijgen en komen met een wetsvoorstel voor meer werkzekerheid voor flexwerkers. De krapte op de arbeidsmarkt is voor dit kabinet geen gegeven en verdient een actieve aanpak, deels door innovatie en deels door gerichte arbeidsmigratie.” Dat staat te lezen in het regeerakkoord van kabinet-Schoof, zoals dat op vrijdag 13 september is gepresenteerd.

Het akkoord bevat voor wat betreft het thema arbeidsmarkt en zzp-beleid geen verrassingen. Rond het hervormingspakket, ingezet door voormalig minister Van Gennip en een uitwerking van onder meer de adviezen van de Commissie Borstlap, herhaalt kabinet-Schoof dat dit pakket wordt doorgezet. Ook wat betreft het beleid rond arbeidsmarktmigratie is het regeerakkoord een herhaling van wat er al in het hoofdlijnenakkoord staat. Nieuw zijn de ideeën rond de aanpak van de schaarste op de arbeidsmarkt.

Wetgevingspakket hervorming arbeidsmarkt

Zoals al in het hoofdlijnenakkoord van voor de zomer duidelijk werd, zet minister Van Hijum van Sociale Zaken en Werkgelegenheid het hervormingspakket voor de arbeidsmarkt van zijn voorganger Van Gennip integraal door. Hierbij zullen op — niet onbelangrijke — details ongetwijfeld nog aanpassingen nodig zijn om dit pakket door de Tweede en Eerste Kamer te krijgen.

De letterlijke tekst uit het akkoord (met cursieve redactionele toevoegingen):

  1. Bestaanszekerheid en koopkracht op flexibele contractvormen terugdringen. We komen met een wetsvoorstel voor meer werkzekerheid voor flexwerkers met maatregelen om uitzendkrachten, oproepkrachten en tijdelijke werknemers beter te beschermen (dit is de Wet meer zekerheid flexwerkers, die momenteel bij de Raad van State ligt voor advies).
  2. En met een wetsvoorstel dat duidelijker maakt wanneer je werkt als werknemer of als zelfstandige. Zo weten zelfstandigen waar ze aan toe zijn (dit is de Wet VBAR, die ook al bij de Raad van State ligt. Dat voorstel stuit op stevige weerstand. Zie hieronder.)
  3. Om zelfstandigen beter te beschermen tegen verlies van inkomen in geval van langdurige arbeidsongeschiktheid en een gelijker speelveld tussen werkenden te bevorderen, komt er een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen (dit is de wet Basisverzekering Arbeidsongeschiktheid Zelfstandigen, de BAZ. Een concept daarvan is in internetconsultatie geweest, het kabinet kan er nu mee verder. Zie hieronder)
  4. Ook gaat de Belastingdienst weer handhaven op de kwalificatie van de arbeidsrelatie voor de loonheffingen om schijnzelfstandigheid te bestrijden (de hervatting handhaving arbeidsrelatie, vanaf 1 januari 2025)
  5. Daarom maken wij het mogelijk dat kleine en middelgrote werkgevers onder voorwaarden straks na één jaar ziekte van de werknemer de re-integratie volledig kunnen richten op het vinden van een werkplek bij een andere werkgever (komt ook uit plannen kabinet Rutte IV)
  6. Daarnaast werken we aan een regeling waarmee werkgevers hun werknemers kunnen behouden tijdens een crisis buiten het reguliere ondernemersrisico. Ze kunnen werknemers tijdelijk herplaatsen of minder laten werken en bij dat laatste een loonsubsidie aanvragen (wetsvoorstel personeelsbehoud bij crisis, is ook al door de fase van internetconsultatie) 
  7. Ook wil het kabinet de dienstverlening over werk en scholing in een arbeidsmarktregio in één loket samenbrengen: het Werkcentrum. (ook reeds aangekondigd voor Van Gennip)
  8. Het kabinet heeft de ambitie om deze kabinetsperiode wetgeving voor te bereiden voor een hervorming van het toeslagen- en belastingstelsel en op diverse onderdelen van de sociale zekerheid.

Wensen uit de Kamer

Tijdens het commissiedebat tussen de Kamer en minister Van Hijum, daags voor het uitbrengen van het regeerakkoord, werd duidelijk dat de Kamer, en dan met name de regeringspartijen, nog wel een paar stevige wensen hebben over onderdelen van dit pakket:

1.Handhaving

In dat commissiedebat toonden vooral de regeringspartijen zich kritisch over de manier waarop het kabinet de handhaving van schijnzelfstandigheid wil aanpakken. Het opheffen van het handhavingsmoratorium staat niet ter discussie, maar er is wel discussie over hoe te zorgen voor een ‘zachte landing’. Zo wil onder meer de VVD dat de handhaving vooral gericht wordt op kwetsbare sectoren met lage tarieven. NSC vindt het voornemen om geen nieuwe modelovereenkomst te behandelen een ‘heel slecht idee’.

Omdat het kabinet in dat debat weinig openstond voor wensen uit de Kamer, komt er over een paar weken een vervolg op dit debat. De VVD en NSC hebben al aangekondigd moties in te dienen om het kabinet op andere gedachten te brengen.

2. VBAR

Deze nieuwe ‘zzp-wet’ ligt ter advies bij de Raad van State. Die versie kan alvast rekenen op stevige oppositie. Uit de polder (VNO is ‘modicus’ tegen, net als VZN) maar ook vanuit de Kamer. Daar leeft de nadrukkelijk wens, vooral bij de regeringspartijen, om de ‘ondernemerscriteria’ een veel prominentere plek in de wet te geven. Voormalig minister Van Gennip heeft, volgens bijvoorbeeld de VVD, die wens grotendeels genegeerd in het voorstel dat ze naar de Raad van State heeft gestuurd (zie hier). In het commissiedebat waarschuwde de Kamer Van Hijum om, voordat hij een definitieve concepttekst naar de Kamer stuurt, meer oog te hebben voor die wens. Van Hijum wacht overigens eerst de antwoorden van de Raad van State af. Ook wil hij de antwoorden van de Hoge Raad in de zaak FNV/Uber (prejudiciële vragen) meenemen voordat hij een standpunt inneemt. Dat betekent wel dat we mogelijk tot 2025 moeten wachten totdat Van Hijum met zijn visie komt, waarna de behandeling van het wetsvoorstel nog moet beginnen.

Een deel van de Kamer speelt overigens nog steeds met het idee om de VBAR ‘te knippen’. Dat wil zeggen: een snelle invoering van het ‘rechtsvermoeden bij laag tarief’ en apart, zorgvuldiger, nadenken over het deel dat gaat over de ‘verduidelijking van de beoordeling van de arbeidsrelatie’. Van Gennip zag daar niets in.

3. BAZ

NSC-Kamerlid Tjebbe van Oostenbruggen gebruikte in dat debat stevige woorden over de BAZ. Het huidige voorstel is wat hem betreft ‘onacceptabel’. Van Oostenbruggen ziet niets in de opt-out-optie in de wet (juist een cruciaal punt voor de andere drie coalitiegenoten), noch in de uitzondering voor zelfstandigen met een bv. In deze punten vindt hij PvdA/GL en andere linkse oppositiepartijen aan zijn kant. Van Oostenbruggen wil stappen zetten naar een aov-stelsel voor alle werkenden. Dat punt ziet de PvdA/GL dan juist weer helemaal niet zitten.

Arbeidsmigratie

Op het politiek gevoelige dossier ‘arbeidsmarktmigratie’ wil het kabinet een selectiever en gerichter beleid. Die moet er voor gaan zorgen dat arbeidsmigranten “waarde toevoegen aan de Nederlandse economie onder eerlijke omstandigheden” . Hierbij worden verschillende maatregelen getroffen om zowel misstanden tegen te gaan als de economische voordelen van arbeidsmigratie eerlijker te verdelen. De hoofdlijnen van het beleid zijn als volgt:

  1. Tegengaan van misstanden
    Arbeidsmigranten wonen en werken vaak onder slechte omstandigheden in Nederland. Het kabinet misstanden met arbeidsmigranten aanpakken en hun  positie (wonen en werken) versterken door de aanbevelingen van het Aanjaagteam Bescherming Arbeidsmigranten (Commissie Roemer) uit te voeren. Dit houdt onder meer in dat malafide uitzendbureaus worden aangepakt via een toelatingsstelsel (Wet Toelating terbeschikkingstelling van arbeidskrachten, die al bij de Tweede Kamer ligt voor behandeling),  Nederlandse Arbeidsinspectie wordt uitgebreid, en flexwerkers meer werk- en inkomenszekerheid krijgen. Ook wil het kabinet dat werkgevers meer verantwoordelijkheid nemen voor de taalscholing van arbeidsmigranten en wordt de handhaving op arbeidsmisstanden verscherpt.
  2. Richtinggevende keuzes voor economie en arbeidsmarkt
    Het kabinet maakt keuzes over de gewenste economische structuur, met als doel minder afhankelijk te worden van laagbetaalde arbeidsmigranten. Bedrijven worden gestimuleerd om te investeren in productiviteitsverhogende technologieën, waardoor minder arbeidsmigranten nodig zijn. Bovendien wordt een Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) Arbeidsmigratie uitgevoerd om de invloed van overheidsbeleid op arbeidsmigratie te analyseren, en wordt samengewerkt met de SER voor advies over gerichte arbeidsmigratie.
  3. Afwegingskader voor nieuwe bedrijvigheid
    Samen met gemeenten en andere partijen ontwikkelt het kabinet een afwegingskader voor nieuwe bedrijvigheid, rekening houdend met de impact op arbeidsmigratie, ruimte en energie. Dit kader moet voorkomen dat lokale voorzieningen zoals huisvesting onder druk komen te staan en helpt gemeenten om te bepalen welke bedrijfslocaties geschikt zijn voor nieuwe bedrijvigheid. Werkgevers krijgen meer verantwoordelijkheid voor het huisvesten van hun arbeidsmigranten.
  4. Aanscherping kennismigrantenregeling
    Kennismigratie blijft van groot belang voor de Nederlandse kenniseconomie en innovatiekracht. Het kabinet wil de kennismigrantenregeling aanscherpen door de eisen voor kennismigranten en hun werkgevers te verhogen, zoals strengere salariscriteria. Hiermee wil het kabinet ervoor zorgen dat alleen internationaal talent wordt aangetrokken dat echt nodig is voor de Nederlandse economie, terwijl misbruik van de regeling wordt voorkomen.
  5. Stimuleren van arbeidsparticipatie binnen Nederland
    Het kabinet wil de arbeidsparticipatie van mensen die al in Nederland zijn vergroten. Dit geldt onder meer voor gezinsmigranten, statushouders en asielzoekers die naar verwachting een verblijfsvergunning zullen krijgen. Door hen te stimuleren om deel te nemen aan de arbeidsmarkt, worden zij sneller geïntegreerd en dragen zij bij aan hun eigen opvangkosten.
  6. Internationale samenwerking
    Arbeidsmigratie vraagt om samenwerking binnen de Europese Unie en daarbuiten, schrijft het kabinet. Ze zet zich in voor eerlijke arbeidsmobiliteit door oneigenlijke detachering van derdelanders tegen te gaan, de Europese Arbeidsautoriteit te versterken en samen te werken met landen van herkomst rond terugkeer en informatievoorziening.

Al deze zaken waren ook al in het hoofdlijnenakkoord aangekondigd.

Aanpak arbeidsmarktkrapte

De arbeidsmarktkrapte is volgens het kabinet Schoof “een historisch probleem”  die op lange termijn zal aanhouden, onder andere door demografische ontwikkelingen zoals vergrijzing. Geconstateerd wordt dat personeelstekorten verschillende sectoren, van zorg tot techniek, hard raken. “Als gevolg van de krapte staan de kwaliteit en toegankelijkheid van publieke en private diensten onder druk en wordt de uitvoering van maatschappelijke opgaven flink bemoeilijkt.”

De aanpak van de krapte op de arbeidsmarkt heeft dat ook een apart hoofdstuk in het regeerakkoord gekregen. Met daarin vijf punten:

  1. Verhogen van de kwaliteit van werk
    Het kabinet wil dat werknemers een eerlijk loon en goede arbeidsomstandigheden krijgen, met zekerheid over hun toekomst. Dit bevordert innovatie en een betere allocatie van arbeid. Maatregelen zoals het arbeidsmarktpakket (zie boven) zijn bedoeld om dit te realiseren, met een focus op de duurzame inzetbaarheid van de beroepsbevolking.
  2. Versterken van de economie door gerichte keuzes
    Het kabinet stelt dat er keuzes gemaakt moeten worden in welke sectoren arbeid wordt ingezet. Dit betekent onder andere het kritisch bekijken van subsidies, regelgeving en de arbeidsvraag van de overheid. Over dat laatste punt stelt het kabinet dat “voor de zorg het uitgangspunt (wordt) gehanteerd dat het werk gedaan moet worden met de mensen die nu al in de zorg werkzaam zijn en de natuurlijke aanwas” en zal de  overheid zal haar eigen personeelsvraag niet laten groeien, want: “de overheid is de afgelopen jaren namelijk een belangrijke aanjager van de arbeidsvraag geweest. “
  3. Verhogen van de productiviteit
    Om de productiviteit te verhogen, zet het kabinet in op innovatie en arbeidsbesparende technologieën. In de zorgsector bijvoorbeeld wordt geïnvesteerd in AI. Het kabinet wil samen met sectoren onderzoeken hoe productiviteit verhoogd kan worden en samenwerking stimuleren tussen bedrijfsleven, onderwijs, wetenschap en overheden.
  4. Vergroten van duurzame arbeidsparticipatie
    Het kabinet wil het onbenutte arbeidspotentieel beter benutten door bijvoorbeeld ouderen te stimuleren om te werken en het ziekteverzuim terug te dringen. Ook worden er maatregelen genomen om de arbeidsduur van werkenden te verhogen, zoals het programma ‘Meer Uren Werkt!’. Hervorming van het stelsel van inkomensondersteuning moet ervoor zorgen dat meer werken ook daadwerkelijk loont.
  5. Verbeteren van de match tussen werkzoekenden en werkgevers
    Het kabinet wil betere matching op de arbeidsmarkt realiseren door publieke en private dienstverlening op het gebied van werk en scholing te bundelen in één Werkcentrum per arbeidsmarktregio. Daarnaast wil het kabinet studenten, zowel jong als oud, beter voorbereiden op de arbeidsmarkt door hen van de juiste vaardigheden en kennis te voorzien via het onderwijs.

Op 23 oktober praat de Tweede Kamer met minister Van Hijum verder op het arbeidsmarktbeleid.

Hugo-Jan Ruts is 'editor-in-chief' en uitgever van ZiPconomy. Bekijk alle berichten van Hugo-Jan Ruts

4 reacties op dit bericht

  1. nog 2 jaar en dan stop ik er lekker mee, helemaal klaar met alle wet/regelgeving, administratieve druk die alleen maar oploopt en het gevoel dat je als ondernemer/werkgever een grote pinautomaat bent. ZZP terugdringen, Flexmarkt minder Flex en iedereen een vaste baan. En wie moet die vaste baan geven? juist de ondernemer die voor eigen rekening en risico werkt en totaal machteloos is als werknemers niet functioneren (wat nooit benoemd mag worden) , ziekteverzuim, ontslag vergoedingen, noem het allemaal maar op. En als t dan misgaat en je gaat failliet raak je dat stigma ook nooit meer kwijt. Alle vreugde wordt me steeds meer ontnomen, heb er gewoon geen zin meer in.

  2. Stel…
    Als ZZP leg je ruim 10 jaar lang je geld (legaal uit je broek gejat nu) in/ opzij voor een verplichte AOV?

    Leeftijd, beperkingen, levensgebeurtenissen etc voeren die verplichte AOV prijs lekker op (als je al ergens wordt toegelaten …risico’s afdekken ik snap het)…

    Na 10 jaar val je uit, er is een wachtjaar?
    zelf uitzingen…….

    Dus 10 jaar volle bak inleggen +
    1 jaar zelf ophoesten…..

    nu kom je te overlijden in dat wachtjaar?!

    Gaat dan het ingelegde geld naar je nabestaanden? of hebben die dan nergens recht op?