"Exploring the future of work & the freelance economy"
SLUIT MENU

De ontdekking van de toekomst

9200000028035774De ontdekking van de toekomst van Prof. Dr. Wim de Ridder. Futuroloog en hoogleraar toekomst-onderzoek aan de universiteit van Twente. Dus een wetenschappelijk onderbouwde toekomstvoorspeller, dat moet veel mensen aanspreken. Een man aan wie, volgens Adjiedj Bakas, alle futuristen en trendwatchers schatplichtig is, zo zei hij tijdens de presentatie van dit boek vorig jaar.

Het boek leest heerlijk weg. In tegenstelling tot wat ik gewend ben van academische auteurs zit het niet vol voetnoten of typisch onleesbare academische schrijfwijzen, maar is het gewoon een prettig geschreven boek. Opvallend is zelfs dat ik regelmatig het gevoel heb dat deze professor soms wat ‘kort door de bocht’ is met onderzoek en ik heb wel eens het gevoel dat hij zelfs ‘selectief shopt’ in de aanwezige onderzoeken. Hoewel sommige mensen daar misschien moeite mee hebben kan ik het enkel waarderen, want dat maakt het geheel tot een leesbaar boek met op de meeste gebieden duidelijke statements.

De opmaak

Om toch eerst een serieus kritiekpunt te geven, de opmaak is abominabel slecht. Een kaft waarvan letterlijk staat dat het plaatje afkomstig is van iStockPhoto is wel echt een besparing die ik nooit accepteer in mijn boeken. Ook de opmaak van de tekst en de gebruikte plaatjes is voor veel verbetering vatbaar. Gelukkig is het lettertype groot en prettig leesbaar, maar de visuele opbouw is sterk verbeterbaar.

De toekomst is voorspelbaar

De toekomst is voorspelbaar. Heel simpel. Dat is de conclusie van dit boek en dat wordt onderbouwd op allerlei punten. Niet tot op de dag of het jaar nauwkeurig, maar wel binnen termijnen van 5 tot 10 jaar. Elke crisis was voorspelbaar en te voorkomen geweest. Van de tweede wereldoorlog tot de financiële crisis van 2007.

In het boek wordt uitgebreid ingegaan op de verschillende fases die we steeds na een nieuwe doorbraaktechnologie meemaken. Elke keer hetzelfde patroon, elke keer met een crisis tussen elk van de fases. Elke keer met eenzelfde periode ertussen.

Ook is het heel duidelijk dat bepaalde snelheden van ontwikkelingen blijven bestaan. Moore’s law komt erin terug, net als de Kurzweil curve. De ontwikkelingen blijven in een exponentiële snelheid gaan en dat brengt bepaalde gevolgen met zich mee die ongekend zijn. Dit leidt tot ‘culturele crisissen’ die voor beleid en besturing van groot belang zijn. Of de komende crisis (in 2025, over 10 jaar dus) afgewend kan worden… ligt aan de beleidsmakers en vooral… ons als kiezers.

De toekomst

Wat is die toekomst dan? Ik ga natuurlijk niet het hele boek hier in een blog schrijven. Daarvoor moet je het gewoon kopen. Een paar punten ga ik wel even noemen.

  • De participatiesamenleving is een feit, het probleem is dat de overheid er niet mee kan omgaan. Neem bijvoorbeeld de energie-producerende consumenten die dus geen BTW betalen over hun energie.
  • Samenwerking tussen ‘amateur’ en professional moet op elk niveau plaatshebben. Op overheidsniveau (in Zeist heeft men de bezuinigingen afgestemd met de burgers in een co-creatie project, met hele positieve gevolgen), in de cultuur (we creëren samen de cultuur, niet alleen de oude meesters zijn van belang), in de energie-sector (decentraal organiseren is de kern) en ook de gezondheidszorg.
  • Technologie schrijdt voort en zal veel overnemen. Watson (IBM) zal diagnoses stellen voor ziektes en ook de call entre vragen beantwoorden. Banen verdwijnen, maar er ontstaan ook nieuwe.
  • In 2025 eindigt de huidige cyclus (dus krijgen we waarschijnlijk weer een crisis, dit keer een culturele crisis zoals in 1968. De veranderingen die uiteindelijk zijn doorgevoerd door de provo’s zijn enorm, ook al ervaren we ze niet. Gelijke rechten van buitenlanders, homo’s en vrouwen zijn op zijn zachtst gezegd toch echt grote maatschappelijke veranderingen. Een dergelijke verandering staat ons over een tiental jaar opnieuw te wachten.
  • Rond 2025 zal er ook een nieuwe ‘doorbraak technologie’ zich aandienen. Of misschien wel meer die elkaar versterken. Zoals de microprocessor (Intel) in 1971 op de markt kwam. De kanshebbers hierop zijn:
    • Energie wordt duurzaam en goedkoop. Het energie-akkoord is onzin en zal eerder de duurzaamheidsdrang remmen, simpelweg omdat de kosten van zonnepanelen zo snel dalen dat in 2025 het probleem is opgelost.
    • Grafeen en nano technologie worden extreem belangrijk en bieden mogelijkheden tot het voortzetten van Moore’s law.
    • Signlarity is near, waardoor we rond 2045 ons brein naar een robot over kunnen zetten….
    • Synthetische biologie en regeneratieve geneeskunde hebben veel kansen.

Conclusie

De toekomst is voorspelbaar, tot op zekere hoogte. Het boek leest heerlijk weg en er zitten veel goede voorbeelden in, waardoor je de geschiedenis op de toekomst kan projecteren. Maar dan op een manier die wel klopt (en dus niet linear het lijntje doortrekken wat veel mensen doen).

Wim de Ridder probeert niet de toekomst te voorspellen, maar geeft aan hoe deze zich gaat ontwikkelen. En elke mogelijkheden er gaan ontstaan. Wat mij betreft moet elke beleidsmaker, zowel bij de overheid als in het bedrijfsleven, het boek lezen.

Ik geef het 4 van de 5 sterren.

Koop dus het boek meteen. 

 

Bas van de Haterd is auteur, (internationaal) spreker en adviseur over de invloed van technologie op werk. Hij kijkt zowel naar het werk dat mensen nog gaan doen, de manier waarop we dit werk organiseren als de manier waarop we mensen voor dit werk aantrekken en motiveren. Hij schreef hierover o.a. boeken als 'Talent Acquisition Excellence', '10 banen die verdwijn & 10 banen die verschijnen', de maatschappelijke impact van de zelfrijdende auto en (R)evolutie van Werk. Ook organiseert hij jaarlijks het Digitaal-Werven event. Bekijk alle berichten van Bas van de Haterd

19 reacties op dit bericht

  1. […] crisis van 2025… In de Ontdekking van de Toekomst schrijft professor Dr. Wim de Ridder dat er rond 2025 (give or take een jaar of 3) de volgende […]

  2. Mooie recensie, maar waar ik het absoluut niet mee eens ben, is de kritiek op de opmaak. Het boek is vormgegeven door een van beste boekenvormgevers van Nederland: Justus Bottenheft. Het boek was genomineerd voor het Managementboek van het Jaar 2015, mede door de vorm. Er is door de uitgever zeker niet bezuinigd op fotokosten: de gebruikte foto op het omslag is gewoon een keuze die het beste past bij het het ontwerp van de vormgever en het is netjes van de uitgever om de bron te vermelden, ook al is het een stockfoto (die overigens ook geld kost). Dus, Bas, ik denk dat de lay-out jouw smaak niet is, wat natuurlijk kan, maar je kunt niet als een waarheid verkondigen dat de opmaak niet deugt, want deze voldoet aan alle professionele eisen en valt bij vele anderen wel in de smaak.

    • Beste Douwe,

      Over smaken valt te twisten. Als dit de beste boeknormgever is van Nederland, ben ik blij dat ik met hele slechte heb gewerkt. En het managementboek van het jaar… behalve dat dat zou moeten gaan om de inhoud heb ik eigenlijk nog zelden daar een hoge dunk van gehad als ik eerlijk ben. De meeste vind ik mosterd na de maaltijd boeken als ik eerlijk ben. Dat is hier ook terug te lezen in de recensies.

      De foto die gebruikt is, een stockfoto, heb ik toevallig ook (ongeveer dezelfde) gebruikt in 2005 voor een bedrijfje. Je zou denken dat als je een boek over de toekomst maakt, dat je iets moderner zou willen zijn.

      Maar smaken verschillen en dit is mijn recensie. Net zoals jouw mening over de opmaak jouw mening is. Verder vind ik het erbij halen van ‘anderen’ altijd een zwaktebod. Het is de waarheid, mijn waarheid, want de waarheid is nooit meer dan een mening als het gaat om recensies. Dus ik verkondig hem nog steeds luid en duidelijk. Het is bijzonder slecht opgemaakt, wat de leesbaarheid niet ten goede komt en die absoluut niet voldoet aan professionele eisen, want ik vind hem echt heel amateuristisch.

      Ik vermoed eerlijk gezegd dat er hier sprake is van een generatiekloofje… gezien je foto

      • Pff, dat is nogal wat, Bas, wat je hier zegt. Om te beginnen over het ‘generatiekloofje’: leeftijd zegt lang niet alles; er zijn mensen van 30 die al ‘oud’ denken en er zijn menen van 80 die heel lenig van geest zijn. Ik zit al jaren in het uitgeverijvak en weet wel zo’n beetje waar ik het over heb. Ben jij een vormgever? Want je schijnt er verstand van te hebben. Dit boek met honderden plaatjes en behoorlijk veel tekst is een uitdaging om vorm te geven en dat is m.i. goed gelukt. Natuurlijk was een andere vormgeving mogelijk geweest, maar deze lay-out voldeed, sterker nog: is naderhand geprezen.
        Je moet ook mijn tekst goed lezen. Ik heb niet geschreven dat vormgever Bottenheft de beste is, maar een van de beste (en zeer ervaren), zeker op het gebied van non-fictionboeken.
        Verder lijkt het of je ook veel verstand hebt van managementliteratuur. Je schijnt het beter te weten dan de deskundige jury van het Managementboek van het Jaar. Dat kan natuurlijk, maar je mag niet vergeten dat de winnende boeken geschreven zijn door zeer gedreven en uiterst deskundige mensen. Dat doe je nogal makkelijk af, vind ik. En vormgeving is overigens heus wel een criterium waar de jury naar kijkt. Lees daar de criteria maar op na.

        • Ja Douwe, ik zeg heel wat. Jij ook.

          Inderdaad zegt leeftijd niet alles. Maar het geeft aan in welke tijd je bent opgegroeid. En heel eerlijk, dit boek was in 1985 inderdaad heel mooi. Als je dit laat zien aan 20ers en 30ers is de reactie ook standaard: hee, een schoolboek van mijn middelbare school.

          En je geeft precies de generatiekloof aan die ik bedoel. Ik zit al jaren in het uitgeefvak, dus ik weet waar ik het over heb. Nee, je weet waar je het over had. Want als je al jaren in het vak zit ben je geschoold in het verleden. Dat kan, dat heeft voordelen, maar dat geeft ook een blindheid.

          Jij vind het goed gelukt. Dat is jouw mening. Die mag je hebben. Ik vind het goed gelukt als het 1985 was geweest. Misschien 1995. Maar zeker niet in 2015.

          En ja, ik denk dat ik wel wat verstand heb van managementliteratuur. En ik heb een mening ja. En daar durf ik voor uit te komen. Dat is best uniek weet ik. Zeker als je die durft te onderbouwen en als mensen het er niet mee eens zijn daar ook in discussie over durft te gaan. Is de jury van het managementboek van het jaar deskundig? Misschien wel. Maar deskundige mensen kunnen nog steeds hele slechte keuzes maken. De meeste managementboeken van het jaar vond ik slecht, vaak slappe aftreksels van een Amerikaans boek dat jaren eerder was uitgekomen.

          Deskundige mensen kunnen nog steeds hele slechte keuzes maken. Jij bent vast heel deskundig, dat geloof ik zeker. Alleen ook heel arrogant (vind je van mij ook, en terecht) omdat je ‘al jaren in het vak zit’. En daardoor verblind voor een hele slechte vormgeving van boeken die ik vrees dat de verkoop heel erg beperken. Want in mijn kringen (die allemaal met deze materie bezig zijn) kent niemand het boek. En dat is erg jammer, want het is inhoudelijk sterk. Maar het ziet er uit als een boek dat we op de middelbare school kregen en dan negeer je het.

          • De lay-out van het boek is door een veel jongere vormgever gemaakt dan ik ben, een veertiger. Het is niet zo dat ik de vormgeving bepaal. Ik sta wel achter deze vorm. Zoals is al aangaf, was een andere vorm mogelijk geweest, maar voor dit boek was dit een goede vorm. Wij maken op onze uitgeverij vele boeken die veelal steeds weer anders zijn vormgegeven en waar we geregeld prijzen mee winnen. Het is dus niet zo dat ik of wij vastzitten aan een bepaalde vormgeving. Het tegendeel is waar.
            Het is natuurlijk jammer dat dit boek minder lezers zou trekken omdat hun de vormgeving tegenstaat, maar ik vind dat eerlijk gezegd ook wel wat makkelijk.
            Wat de managementboeken van het jaar betreft: wij (onze managementboekenafdeling, voorheen van Kluwer, nu Vakmedianet Management BV) hebben deze prijs al 3x gewonnen en zijn meerdere keren genomineerd geweest. Jij mag zeggen welk van deze 3 boeken jij een “slap aftreksel van een Amerikaans boek dat jaren eerder was uitgekomen” vindt: ‘Veranderdiagnose’ door Rob van Es, ‘Leren samenwerken’ door Edwin Kaats en Wilfrid Opheij, en ‘Zakendoen in de nieuwe economie’ door Marga Hoek.

            • Douwe, je bent duidelijk heel erg slecht in het accepteren van kritiek. Dat moet je zelf weten. Je begint met ‘leeftijd heeft niets te maken met oud of niet oud denken’ en nu vind je dat het dus niet oud kan zijn omdat de vormgever jonger is. Beetje jezelf tegenspreken, niet?

              En ik heb ook nooit beweerd dat jullie vastzitten aan een bepaalde vormgeving of vormgever. Ik oordeel ook niet over andere boeken, ik heb geen eens een idee over welke ik zou moeten oordelen. Ik stel dat de vormgeving van dit boek ronduit slecht is. Dat ik verwacht dat alleen de cover al de verkoop met grote aantallen heeft doen afnemen en als iemand het al even doorbladerd dat nog verder zal dalen. En dat vind ik jammer, want de inhoud is sterk.

              Doe daarmee wat je wilt. Leer ervan of niet.

              En de drie boeken die jij noemt ken ik niet. Ik heb nooit gezegd dat ik zelf allemaal heb gelezen of dat boeken van jouw uitgever slecht vond. Het is geen persoonlijke aanval. Ik heb gezegd dat de boeken die ooit managementboek van het jaar zijn geworden die ik gelezen heb me meestal heel erg tegenvallen. Met een enkele uitzondering.

              • Sorry, Bas, maar ik vind dat je maar wat conclusies trekt die nergens op zijn gebaseerd. Ik wil best kritiek accepteren, maar ik ben het gewoonweg niet met je eens. Je noemt me ook arrogant, omdat ik zeg dat ik al jaren in de uitgeverij werk en weet waarover ik het heb. Vreemde conclusie, alsof ervaring fout is.
                Dat ik meld dat de vormgever een stuk jonger is dan ik ben, heb ik gedaan omdat je vindt dat de vormgeving iets uit de oude doos is, en dat jongeren deze niet waarderen, maar kennelijk vindt een jongere vormgever (leeftijdgenoot van jou?) dit wel mooi.
                Maar, luister, ik wil best toegeven dat er jongeren zijn die de vormgeving van dit boek ouderwets vinden. Maar dat wil niet zeggen dat de vormgeving slecht is of niet zou voldoen aan de professionele eisen. Het tegendeel is waar, en daarin word ik gesteund door een onafhankelijke jury.
                Nee, je hebt niet gezegd dat de boeken ‘die ooit managementboek van het jaar zijn geworden die ik gelezen heb me meestal heel erg tegenvallen’. Je schreef dat je de meeste managementboeken van het jaar slecht vond. Je beweert dus nu opeens wat anders, je beperkt je nu tot de paar die je hebt gelezen (welke dan?). Jammer, want de 3 sublieme titels die ik noem (en sublieme vormgeving m.n. het boek van Rob van Es) ken je niet. Je komt hier dus terug op je al te boude bewering.
                Overigens vat ik jouw kritiek op de vormgeving niet op als een persoonlijke aanval. Dat is geheel buiten de orde.

                • Douwe, ik stop bij deze de discussie, want het is duidelijk dat je tegen kritiek kan en ook geen zelfkritiek hebt. Dat je ook niet wilt leren. Je verschuilt je achter van alles en nog wat. Professionele eisen is een mooie term om bij grote organisaties middelmatigheid te verantwoorden. Maar ik heb het gewoon over goed en slecht en dit was gewoon slecht.

                  Vervolgens verschuil je je achter ‘onafhankelijke jury’. Nou, misschien ben ik dat ook we. Namelijk een lezer. Elke lezer is een onafhankelijke jury en vaak een stuk onafhankelijker dan echte jury’s (zeg ik als (oud) jurylid van verschillende jury’s).

                  Maar goed, jij vind dat een opmaak uit 1985 in 2015 met een futuristisch boek kan. Ik vind het jammer, want het kost je duizenden verkopen. Als jij niet wilt leren, dan moet je dat niet doen. Jammer. Want daardoor is de goede inhoud van het boek verder erg beperkt in zijn verspreiding.

                  • Ik vind het erg makkelijk om maar dingen te blijven herhalen en dat je niet ingaat op wat ik te berde breng. Je blijft maar beschuldigingen uiten als niet tegen kritiek kunnen, niet willen leren, verschuilen achter middelmatigheid, enzovoort. (Hoe kun je dat allemaal zeggen, terwijl je mij noch ons werk kent?) Ik probeer steeds op jouw argumenten te reageren. Maar jij negeert de mijne. Ook doe je beweringen die je later afzwakt, zonder dat er erkennen.
                    Ik heb al gezegd dat jij of anderen kunnen en uiteraard mogen vinden dat de lay-out niet mooi is (wat jammer is als dat lezers kost – dus daar zal ik zeker over nadenken). Ik zeg dat de lay-out van dit boek passend en goed is, want een boekenvormgeving moet altijd ondersteunend en dienstbaar zijn aan de inhoud en dat doet deze. Maar een andere vorm was uiteraard mogelijk geweest. Discussie ook voor mij gesloten.

                    • Tja Douwe, je doet precies hetzelfde (dingen herhalen), je onderbouwt het verder niet (behalve met ‘anderen vinden’ en ‘professionele eisen’ wat beide hele zwakke argumenten zijn). Je zegt niet: Bas, je hebt ongelijk want de eerste druk was er in 3 maanden doorheen. Of Bas, je hebt ongelijk want we zijn nu ongeveer een jaar verder en er zijn er 5.000 van verkocht (wat me voor een schrijver van deze reputatie en dit onderwerp en deze inhoud een heel realistisch aantal lijkt).

                      Ik lever ook geen kritiek op al je werk, enkel dit werk en dan nog enkel de opmaak. Die is gewoon slecht. En dat noem ik jammerlijk, want dat komt de verder goede inhoud niet ten goede. Daar kan je iets mee doen, of niet. Dat is jouw keuze.

                    • In een jaar zijn er ongeveer 2500 stuks van verkocht, wat veel is voor een dergelijk boek.

                    • Heeft Bas van den Haterd kennis van vormgeving? Justus Bottenheft is een geschoold vormgever. Hooguit een mening lijkt Bas te geven. Typisch voorbeeldje van wat Ortega y Gasset een ‘massamens’ noemt en die enkel een mening poneert.

                    • Ja Steven, Bas heeft verstand van vormgeving, hij is namelijk de potentiële KLANT.

                      En zoals Douwe hieronder aangeeft: 2500 per jaar. Het is duidelijk dat hij niet zoveel ambitie heeft als hij dat goed noemt. Want laten we heel eerlijk zijn, dat heb ik (met een goede vormgeving) ook gered en ik heb niet half de reputatie, de ervaring, het netwerk van professor De Ridder.

  3. Ik ga me niet volledig mengen in deze discussie maar wil wel wat zeggen over de lay out van het boek, alhoewel ik natuurlijk niet verder kan kijken dan de cover. Maar oh mijn god, wat is die cover slecht. Natuurlijk, smaakverschilen, meningsverschillen, generatieverschillen… maar met dit boek hoef je niet aan te komen op een Hogeschool of Universiteit. Het plaatje doet goedkoop aan en door die foute rode letters lijkt het alsof ik naar de boek-versie van ‘Back to the future’ aan het kijken ben. Op basis van de cover zou ik hem niet uit een bak met boeken pakken in ieder geval. Maar ach, wat weet ik er van. Ik ben 28 en heb geen ervaring in het ontwerpen van covers, schrijven van boeken, jureren etc. Just my honest opinion.

  4. Dag Bas, geen probleem hoor. Over smaak en vormgeving in het bijzonder valt gelukkig veel te twisten. Dus ikzelf heb altijd een duidelijke mening over opmaak van boeken van anderen. Wel interessant is het aspect van de opdrachtsvoorwaarden voor de realisatie bij toegepaste vormgeving.
    Vaak is dat juist het gene wat het ontwerpen van boeken zo fascinerend maakt. Bij dit boek waren de enorme hoeveelheid kleine plaatjes bij een specifiek punt in de tekst behorend een enorme uitdaging. Door de uitspringende afbeeldingen kon ik per spread met ruimte variëren om steeds plaatje en praatje bij elkaar te houden. Dat geeft een speelse opmaak die perfect past bij het onderwerp. Bekijk maar eens het verschil met andere binnenwerken die ik heb ontworpen. De foto die voor het omslag is gebruikt stond net als bij “De strategische revolutie” van te voren vast. Ik heb daar geen problemen mee, maar probeer juist typografisch te reageren op het beeld. Bv een boek over “Het Schone in organisaties” heeft een andere aanpak nodig dan een boek over “Nieuwe Business Modellen”. Kijk ook een naar “Plezier beleven aan taaie vraagstukken” daar zijn de schilderijen een deel van de opdracht. Ik werk bij elk boek in dienst van de auteur, inhoud en lezer … Ik zal alles doen om soms tegenstrijdige eisen van content en marketing en vormgeving voor mijn opdrachtgever in balas te krijgen. nb. bij beeldgebruik van derden hoort bronvermelding. Kortom Het nieuwe boek van Bas van Haterd krijgt een andere foto op de cover en bijpassende typografie.

    😉

    • Dag Justus,

      Ik deel je mening dat een cover en opmaak bij de het boek moet passen. Zoals ook Timon aangeeft, het nodigt niet uit tot lezen. Je geeft aan dat de omslag vast stond. Ik zou daar zelf nooit mee kunnen leven persoonlijk, maar goed, niet als auteur, maar ook niet als designer. Niet dat elk van mijn boeken geweldig is (verre van, zeker de laatste ben ik ook niet heel blij mee), maar dit is wel heel slecht. Douwe geeft aan dat er 2500 zijn verkocht en hij daar tevreden mee is. Misschien ligt mijn ambitieniveau hoger ligt, maar 2500 verkoop ik er van revolutie van werk ook al, terwijl ik toch echt een minder bekende, minder gerenommeerde schrijver ben.

      Het binnenwerk vind ik ook niet echt geweldig. De plaatjes voegen voor mij nu te weinig toe. Ze zijn te klein. Ze staan er steeds een beetje bij. Ik vind de opmaak ook alles behalve speels. Het gaf mij een gevoel van: er moest een plaatje bij. Niet ‘dit plaatje voegt iets toe of past er echt bij’. Dat terwijl ik denk dat dat wel kan. Meer ruimte, groter, vaak over de hele breedte bijvoorbeeld. Kijk eens naar de boeken van Seth Godin. Of Nieuw Europees Organiseren van Jaap Peters bijvoorbeeld. Ik gebruik dus vaak zelf geen plaatjes, omdat ik weet dat ze mooi verwerken én in kwaliteit drukken te duur is.

      Voor mij is het eenvoudig, je moet het goed doen, of niet doen.

  5. […] jaar las ik ‘de ontdekking van de toekomst‘ van prof. dr. Wim de Ridder. Een inhoudelijk excellent boek, dat enkel door een slechte […]