Deliveroo-arrestIn het Deliveroo-arrest heeft de Hoge Raad zich gebogen over de vraag of maaltijdbezorgers van Deliveroo werkzaam waren als werknemer of als zelfstandige. De Hoge Raad is in navolging van het Hof en de kantonrechter tot de conclusie gekomen dat er sprake was van een arbeidsovereenkomst.Of een overeenkomst moet worden aangemerkt als arbeidsovereenkomst, hangt af van alle omstandigheden in onderling verband. De Hoge Raad geeft een niet-uitputtende lijst van omstandigheden: de aard en duur van de werkzaamheden; de wijze waarop de werkzaamheden en de werktijden worden bepaald; de inbedding van het werk en van degene die de werkzaamheden verricht in de organisatie en de bedrijfsvoering van degene voor wie de werkzaamheden worden verricht; het al dan niet bestaan van een verplichting het werk persoonlijk uit te voeren; de wijze waarop de contractuele regeling van de verhouding van partijen is tot stand gekomen; de wijze waarop de beloning (prijs, tarief) wordt bepaald en waarop deze wordt uitgekeerd; de hoogte van deze beloningen. Ook is de vraag of degene die de werkzaamheden verricht op zichzelf als ondernemer gezien kan worden. Dus of de werkende: commercieel risico loopt; zich in het economisch verkeer als ondernemer gedraagt of kan gedragen. Voorbeelden waarbij de werkende zich als ondernemer kan gedragen zijn: bij het verwerven van een reputatie, bij acquisitie, wat betreft fiscale behandeling, het aantal opdrachtgevers voor wie hij werkt of heeft gewerkt de duur waarvoor hij zich doorgaans aan een bepaalde opdrachtgever verbindt. Er is dus geen algemeen principe af te leiden uit dit arrest. Iedere overeenkomst moet op zichzelf beoordeeld worden, de bovenstaande criteria kunnen hierbij een leidraad vormen. Zie ook De betekenis van het Deliveroo-arrest voor intermediairs Lees voor meer actualiteiten over deze wet dit overzicht. Zie voor een overzicht met alle wetten en vaktermen relevant voor uitzenders, payrollers, detacheerders en zzp-bemiddelaars dit overzicht Print
achtergrond - Bovib scheidt feiten van fictie in paper over handhaving schijnzelfstandigheid voor intermediairs